'Vijf bladzijden lang, gaan ze dat wel volhouden?'

Datum 20 november 2019

Tijdens de Voorleesweek toert Bibi van deBuren langs Brusselse scholen met koffers vol boeken om daaruit… voor te lezen. Bibi vindt het heerlijk, de kinderen vinden het fantastisch. Maar hoe staan leerkrachten eigenlijk tegenover voorlezen in de klas? Om dat te weten te komen zijn we simpelweg te rade gegaan bij de bron, in dit geval juffen Ingrid en Valérie van de Voorzienigheidsschool in Anderlecht.

Juf Ingrid: 'Voorlezen is een ontspannen manier om met het Nederlands om te gaan'

‘In de klas probeer ik het voorlezen voldoende aandacht te geven. Zeker in een stad als Brussel is dat belangrijk. Bij de kinderen thuis wordt misschien wel voorgelezen, maar zelden in het Nederlands. Als we het dan in de klas doen, is dat een ontspannen manier om met het Nederlands om te gaan. Niet alleen bij de kleintjes, maar ook bij oudere kinderen. Want wanneer de kinderen zelf leren lezen, gaat de fantasie vaak verloren onderweg. Ze zijn dan vooral bezig met het gesukkel met de taal. ‘Juf, wat is dit?’ ‘Juf, wat is dat?’ Terwijl het vanzelf gaat als je voorleest. Zo leren ze ook een heleboel nieuwe woorden kennen, zonder dat je ze moet uitleggen.’

‘Wat ik ook af en toe doe: ik laat mijn leerlingen voorlezen in de kleuterklas. Dan moet je ze nogal zien oefenen! Zelfs de kinderen die meer moeite met lezen hebben, voelen zich dan heel verantwoordelijk en genieten ervan.’

Juf Valérie: 'Vijf bladzijden lang, gaan ze dat wel volhouden?'

‘Als ik begin voor te lezen in de klas, denk ik soms: ‘Vijf bladzijden, zo lang gaan ze het nooit volhouden om te luisteren’. Maar het blijft me verbazen dat dat heel vaak wèl lukt.’

‘Voorlezen is een rustmoment. Weet je hoeveel stress kinderen tegenwoordig krijgen van lezen? De focus in het leerplan ligt bijna uitsluitend op het technische aspect ervan: zoveel mogelijk tekst op zo'n kort mogelijke tijd met zo min mogelijk fouten. Door de grote aandacht voor dat prestatiegerichte worden kinderen bijna bang voor lezen en wordt het iets waar ze tegenop kijken.' 

‘Door regelmatig voor te lezen in de klas probeer ik kinderen te laten genieten van lezen, van voorlezen en verhalen. Dat zeg ik er ook zo bij: ‘Hang maar wat. Leg je maar waar je wil.’ Ik laat ze ook soms gewoon vrij lezen in de klas uit een boek dat ze zelf mogen kiezen, zonder dat er een test op volgt. En dan mogen ze dus gaan zitten of liggen waar ze willen.  Zo was ik onlangs aan het lezen toen ik opeens voelde dat een leerling mijn benen als ruggensteun gebruikte. Hij was alles om zich heen vergeten, zelfs dat dat de benen van de juf waren.’ 

‘Verhalen vertellen zit in veel culturen van de kinderen op onze school. Voorlezen minder. Dat probeer ik ook te combineren. Alles is prima.  Zolang ze maar kunnen proeven van verhalen en hun fantasie geprikkeld wordt. Door die technische testen hebben we straks allemaal kinderen die met een chronometer erbij juist kunnen lezen maar geen jota begrepen hebben van waarover het ging.’