En tot slot: de perfecte relatie
Ik zal afsluiten met een van mijn favoriete verhalen over een vruchtbare samenwerking tussen auteur en vertaler. Het is afkomstig van Roland Glasser, die uit het Frans in het Engels vertaalt. Hij vertaalde Tram 83, een roman van de Franstalige Congolese schrijver Fiston Mwanza Mujila. Het verhaal speelt zich af in een louche nachtclub in een door rebellen beheerst deel van een stad in een Centraal-Afrikaans land dat verwikkeld is in een revolutie, en het gaat over de gespannen vriendschap tussen een idealistische schrijver en een cynische sjacheraar, die zich ieder op hun eigen manier verhouden tot hun vreemde en gevaarlijke omgeving. Het staat boordevol heel specifieke straattaal en het vertalen moet een flinke uitdaging zijn geweest.
In het vertaaltijdschrift Asymptote schrijft Roland over de eerste avond die hij ooit doorbracht met de auteur, in een restaurant waar ze Congolees eten serveerden, in een wijk in noord-Parijs. Hier is het verhaal in zijn woorden:
‘Ik had Tram 83 vier maanden daarvoor voor het eerst gelezen en al na een paar bladzijdes was ik er bijna fysiek in opgegaan. Ik kon het zweet langs mijn rug voelen stromen, en de weeïge stank ruiken van lichamen, bier, allerlei lichaamssappen, vuilnis en gebraden hondenvlees. Het was een literair orgasme pur sang, dat leidde tot een razend enthousiast leesverslag vol superlatieven voor Will Evans van Deep Vellum Publishing in Dallas, die het aankocht. Twee maanden later had ik alles op haren en snaren gezet, niet zonder gevolgen voor mijn geestelijke gezondheid en mijn privéleven, om een samplevertaling van twee hoofdstukken te maken waarmee ik het recht en voorrecht zou verwerven om Fistons ‘jazzroman’ in het Engels vorm te geven. Op het moment dat ik met Fiston richting het restaurant kuier, is het boek in Frankrijk uitgegroeid tot een kritisch succes: het is genomineerd voor een aantal belangrijke prijzen en onthaald met een paginavullend voorpagina-artikel in Le Monde des Livres. Maar al schijn ik de juiste man op het juiste moment te zijn, ik heb sinds het sample nog geen woord vertaald.’
Op dit moment had Roland zich dus al hard gemaakt voor een geweldig boek, de uitgever overtuigd, de vertaalopdracht binnengesleept, en pas daarna was het boek een succes geworden in zijn oorspronkelijke taal. In het vervolg legt hij uit hoe zijn contact en zijn ontmoeting met de auteur hem heeft geholpen voordat hij aan zijn vertaling begon, en hoe de verstandhouding die tussen hen opbloeide tijdens een avondje uit in Parijs de eerste stap was in de productie van een gezamenlijk boek dat voor beiden een enorm succes werd.
Dat boek bracht zowel auteur als vertaler voor het eerst naar de Verenigde Staten in het kader van een doldwaze publiciteitstournee waarvoor ze het hele land door trokken, van New York via Texas naar Seattle en Californië. Naderhand hield Roland een waanzinnig interview met Fiston Mwanza Mujila dat verscheen in de White Review van januari 2016. Het is een van de meest wervelende, vruchtbare en levensveranderende samenwerkingsverbanden tussen auteur en vertaler waar ik ooit over heb gehoord, het perfecte voorbeeld van het soort relatie waartoe ik jullie in je carrières wil aanmoedigen. Ik besluit met het voorlezen van een paar hoogtepunten uit dit interview, maar zoek het vooral zelf eens op als je in de gelegenheid bent.
Roland vroeg Fiston wat hij vond van de vele vragen die hij over de tekst stelde, en hier volgt een deel van zijn antwoord:
FMM: ‘Nou, in het begin dacht ik bij mezelf: “Deze kerel is niet goed snik! Wie denkt hij wel dat hij is om me duizend vragen te stellen? Wat heb ik hem ooit misdaan?! Denkt hij soms dat ik alles voor hem ga vertalen?!” Dat was mijn eerste indruk, maar toen besefte ik dat het een geruststellendere gedachte is om een vertaler te hebben die een hele hoop vragen stelt, dan om een vertaler te hebben die er helemaal geen stelt, of maar een paar, en dat ik me ongemakkelijk zou voelen bij een vertaler die gelooft dat hij of zij mijn tekst volledig begrijpt, die denkt dat hij of zij alles begrijpt wat ik zeg... Ik heb liever een vertaler die me vragen stelt, omdat ik weet waar ik mijn teksten vandaan haal, ik weet waar en hoe mijn teksten geboren zijn. Ze worden niet zo geboren, voor het oog van de hele wereld; ze komen van ver weg, uit mijn innerlijke dorp, niet alleen uit Congo, maar ergens diep in mezelf, uit ontdekkingen die de neerslag vormen van een aantal denkbeeldige werelden. Als een vertaler geen vragen stelt, zeg ik tegen mezelf dat ik me zorgen moet maken. Dus was het een plezier voor me om deze vragen voorgelegd te krijgen, en om ze te beantwoorden, om mezelf beschikbaar te stellen. Mettertijd ging ik inzien dat het belangrijk was, niet alleen voor mij maar voor de mensen die de tekst in het Engels zullen lezen. Ik denk dat het belangrijk was om een beetje sturing te bieden waar het op bepaalde woorden aankwam.
‘Toen jij me je vragen stelde... wist ik dat het belangrijk was om het over bepaalde dingen te hebben, zelfs dingen die onbeduidend leken, maar die nog belangrijk konden blijken, niet alleen voor jezelf, niet alleen voor Tram 83, maar ook voor andere teksten van mij, want na dit vertaalproject zou ik het erg fijn vinden dat, als ik nog andere teksten schrijf, dat jij, Roland, ze in het Engels vertaalt. Om een vertaler gevonden te hebben voor deze taal en niet te wisselen van vertaler zoals je een ander paar schoenen aantrekt.’
RG: ‘Dat raakt me diep, dat je dat zou willen. En het klopt dat nu je al die vragen hebt beantwoord, samen met het feit dat, na deze tournee samen te hebben gedaan, en jou zoveel te hebben horen praten over bepaalde onderwerpen, ik veel meer begrijp van jou en van je literaire werk, dat er zeker verwijzingen zullen zitten in dingen die je in de toekomst schrijft die me bekend zullen voorkomen. Ik zal de verborgen verwijzingen en toespelingen snappen zonder je dezelfde vragen opnieuw te hoeven stellen.’