Atelier Actua

Het medicijnentekort groeit: hoe lossen we dat op?

Debat: wie voorkomt een dreigende crisis in de gezondheidszorg?

Het medicijnentekort speelt al jaren in Vlaanderen of Nederland, maar in 2022 werden alle records gebroken. Steeds meer mensen krijgen ermee te maken. Hoe komt dit en wat is ertegen te doen? Daarover gaat de discussie tijdens deze aflevering van Atelier Actua.

Schaarste aan geneesmiddelen is in heel Europa een groeiend probleem, al is de situatie in sommige landen nijpender dan in andere. In Nederland bijvoorbeeld zijn de tekorten groter dan Vlaanderen. Het probleem speelt zich vooral af op de markt voor generieke geneesmiddelen; medicijnen waarvoor het patent is verlopen en die in principe door elk farmaceutisch bedrijf mogen worden geproduceerd. Het gaat hier om de overgrote meerderheid van de medicijnen die in Vlaanderen en Nederland worden gebruikt.

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de tekorten? Is de farmaceutische industrie niet in staat om genoeg te produceren en zo ja hoe komt dat? Hoe is te voorkomen dat we in de toekomst steeds vaker een 'nee' krijgen bij de apotheek? Waarin verschilt de situatie in Nederland van die in Vlaanderen? Wat kunnen we van elkaar leren en is samenwerking bij het bestrijden van medicijnentekort mogelijk? Over deze vragen en meer gaat de discussie.

We beginnen met een inleiding door Xander Koolman, hoogleraar Gezondheidseconomie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij schetst het probleem en de oorzaken vanuit economisch standpunt. Vervolgens paneldiscussie waarbij aansluiten: Gloria Ghéquière (adviseur van federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke), Aris Prins (voorzitter Nederlandse apothekersorganisatie KNMP en in 2024 voorzitter Europese apothekersorganisatie PGEU) en Johan De Haes (raadgever Public Health Pharma.be). Moderator: Meredith Greer, journalist bij de Volkskrant.

Over de sprekers

Prof. dr. Xander Koolman is hoogleraar Gezondheidseconomie en sinds 2017 voorzitter van de sectie Gezondheidseconomie bij de afdeling Ethiek, Bestuur en Maatschappij aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij is oprichter van het Talma Instituut, een aan diezelfde universiteit verbonden interdisciplinair onderzoeksinstituut voor de gezondheidszorg. Zijn onderzoeksinteresse gaat nu vooral uit naar kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg.

Tussen 2016 en 2020 was hij lid van de adviesraad van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Van 2008 tot februari 2023 was hij actief voor het door hem opgerichte consultancybedrijf SiRM/Equalis, waar hij de overheid en stakeholders in de gezondheidszorg adviseerde over beleid en onderzoek op het gebied van de gezondheidseconomie.

Gloria Ghéquière is adviseur Europees en internationaal beleid van vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke. In die functie volgt ze het Europees geneesmiddelenbeleid en de crisisparaatheid op, alsook de onderhandelingen voor het internationaal pandemieverdrag binnen de Wereldgezondheidsorganisatie. Ze was direct betrokken bij het door 18 andere EU-lidstaten ondersteunde Belgische voorstel om medicijnenproductie terug naar Europa te halen. Momenteel helpt ze mee aan de voorbereidingen voor het Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in 2024.

Voor haar start op het kabinet was ze adviseur internationale handel in het Europees Parlement. Toen de COVID-19 pandemie uitbrak richtte ze zich op de handelsaspecten van de crisis, waarbij ze mee aan de basis lag van een parlementair rapport rond de handelsaspecten van COVID-19 en een resolutie rond de TRIPS waiver. Later stond ze mee in voor de oprichting en organisatie van de bijzondere commissie rond COVID-19 (COVI), die als opdracht had om lessen en aanbevelingen te formuleren voor de Europese aanpak van gezondheidscrisissen.

Ghéquière studeerde Wijsbegeerte aan de Universiteit Gent en Europese Studies aan de Katholieke Universiteit Leuven. In 2023 werd ze door de nieuwswebsite Politico verkozen tot één van de 40 meest invloedrijke beleidmakers in de EU.

Aris Prins werd in december 2022 herkozen voor een tweede termijn van drie jaar als voorzitter van de Nederlandse apothekersorganisatie KNMP. In juni 2023 werd hij verkozen als voorzitter van de Europese apothekersorganisatie PGEU voor het jaar 2024. Voor zijn huidige functie was Aris Prins werkzaam als apotheker en vervulde hij al leidinggevende functies in de sector, zoals bestuurslid van de KNMP Sectie Openbare Farmacie, mentor bij de masteropleiding Farmacie van de Universiteit Leiden en apothekersambassadeur bij de door de Nederlandse overheid geïnitieerde Vaccinatie Alliantie. Prins werkte als ziekenhuisapotheker in het Ninewells Hospital in Dundee (Schotland) en studeerde af aan de Universiteit Utrecht met een master in farmacie.

Johan De Haes is apotheker van opleiding en sinds 2019 werkzaam als raadgever Public & Animal Health bij pharma.be, de beroepsvereniging van de innovatieve geneesmiddelenindustrie. In zijn functie houdt hij zich onder meer bezig met de werking en de financiering van het fagg en met de problematiek rond het verzekeren van de beschikbaarheid van geneesmiddelen. Voor hij aan de slag ging bij pharma.be heeft hij gewerkt voor de directie farmaceutische beleid van het RIZIV en als raadgever Volksgezondheid in het Federale Parlement en op het kabinet van vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon in de regering Michel I.

Meredith Greer is een Amerikaans-Nederlandse journalist en schrijver. Ze werkt als eindredacteur bij de Volkskrant. Daarvoor werkte ze als redacteur bij BNR Nieuwsradio en BNNVARA, en als wekelijkse columnist bij HP/De Tijd. Ze publiceerde essays, opiniestukken en artikelen in onder meer Vrij Nederland en de Volkskrant. Daarnaast is ze in zowel Nederland als Vlaanderen werkzaam als spreker en moderator. In november 2023 verschijnt bij De Bezig Bij haar literaire debuut Bedenktijd.

Achtergrond

Door het opstellen van (lage) prijsplafonds door overheden en zorgverzekeraars in combinatie met de toegenomen concurrentie is in de farmaceutische industrie een race to the bottom ontstaan om steeds goedkoper te produceren. Daardoor is de productie van medicijnen en grondstoffen steeds meer verschoven naar China en India, waar door minder strenge regelgeving en lagere lonen goedkoper kan worden geproduceerd. Rond de 80 procent van de medicijnen die we nu in Vlaanderen en Nederland gebruiken wordt daar gemaakt, in 2000 lag dat percentage nog rond slechts rond de 30.

We zijn dus sterk afhankelijk van de productie van medicijnen in verre landen. Er hoeft daar maar iéts te gebeuren – politieke instabiliteit, productieproblemen - en we zitten hier met een tekort. Volgens sommigen moeten we daarom weer meer medicijnen en grondstoffen in Europa gaan maken. Is dat haalbaar?

Andere oplossingen die nu worden voorgesteld of beleid lijken eerder symptoombestrijding en pakken de oorzaak van de tekorten niet aan. In Nederland zijn farmaceutische bedrijven sinds kort verplicht voorraden van bepaalde medicijnen aan te houden. En onlangs pleitte Frank Vandenbroucke, Belgisch minister voor Volksgezondheid, nog voor Europese solidariteit als noodoplossing bij tekorten. Het wachten blijft vooralsnog op (Europees) beleid dat de oorzaken van het medicijnentekort aan de basis aanpakt.