deBuren.EU

AI en de toekomst van schrijvers en vertalers

Met o.a. Paola Verhaert, Jens Meijen, Lies Lavrijsen en Rokus Hofstede

De nieuwe Europese AI-wet is ook belangrijk voor de literaire sector. Hoe ziet de toekomst van schrijvers en vertalers eruit nu de ontwikkeling van AI in een stroomversnelling is gekomen? Is Europa in staat hun positie te beschermen? Of is de vrees door technologie ingehaald te worden onterecht en biedt het schrijvers en vertalers juist nieuwe mogelijkheden? 

Naar aanleiding van het winternummer van het tijdschrift Boekman over Europa en cultuur en een onderzoek naar de positie van vertalers door de Boekmanstichting in opdracht van het Expertisecentrum Literair Vertalen organiseren we een tweedelige gespreksavond. Schrijvers, wetenschappers en vertalers wisselen van gedachten over de toekomst van de (vertaalde) literatuur in Europese context.  

Gesprek 1: AI en auteurschap 

Schrijver/onderzoeker Paola Verhaert schreef voor Boekman een column over auteurschap in het AI-tijdperk. Daarin waarschuwt ze voor de illusie dat het inzetten van kunstmatige intelligentie het schrijverschap toegankelijker maakt voor beginnende auteurs. Ze gaat in gesprek met onder anderen Jens Meijen, AI-consultant, onderzoeker en dichter. Wat betekent kunstmatige intelligentie voor de toekomst van schrijverschap? Is het alleen gevaarlijk of kan het ook een positieve rol spelen bij literaire creatie? 

Gesprek 2: AI en de toekomst van literair vertalers 

In januari publiceert de Boekmanstichting de resultaten van een onderzoek naar de positie van literair vertalers in Nederland en Vlaanderen. Een van de aandachtspunten is de opkomst van vertaaltechnologie. Onlangs nog ontstond ophef toen een Nederlandse uitgeverij aankondigde ´als experiment´ het werk van Nederlandstalige auteurs te gaan vertalen naar het Engels met behulp van AI. Kan vertaaltechnologie concurreren met het werk van een professionele literair vertaler of is te verwachten dat dit ooit mogelijk wordt? Wat kunnen of moeten Europa, de Vlaamse en Nederlandse overheid en de literaire sector doen om de positie van vertalers te beschermen? Gesprek met literair verlaters Lies Lavrijsen en Rokus Hofstede en een nog aan te kondigen wetenschapper.

© Sarah Van Looy

Paola Verhaert (1993) leest en schrijft in Brussel. In haar werk probeert ze uit te pluizen hoe rechtvaardigheid in een digitaliserende wereld eruit ziet. Ze studeerde hedendaagse geschiedenis, digitale menswetenschappen, wijsbegeerte en Europees beleid. Momenteel werkt ze als onderzoeker bij imec-SMIT, aan de Vrije Universiteit Brussel. Ze is ook redactielid bij SamPol, VOCATIO-laureate, en lid van Hyster-x, een feministisch schrijverscollectief. In 2023 was Paola deelnemer aan Nieuw Geluid, het talentontwikkelingstraject van deBuren voor opkomende schrijvers, sprekers en denkers uit de Lage Landen die graag een rol willen spelen in het publieke debat. In 2025 en 2026 is ze Scherpsteller, een titel die deBuren en het Hanna Arendt Instituut geven aan een opkomende denker die gedurende twee jaar kansen krijgt om zich verder te ontplooien, met als opdracht scherp te stellen op maatschappelijke ontwikkelingen.  

Jens Meijen (1996) is de oprichter van Ulysses AI, een adviesbureau gespecialiseerd in verantwoorde artificiële intelligentie, en werkt als AI-consultant voor Cronos.ai. Hij werkt momenteel zijn doctoraat af aan de KU Leuven en is Fulbright Fellow aan Stanford University. ​In 2019 verscheen zijn eerste dichtbundel, Xenomorf, die in 2020 de C. Buddingh'-prijs won voor beste Nederlandstalige debuut. In 2021 verscheen zijn debuutroman De Lichtjaren en haalde hij de shortlist van de FintroPrijs Nederlandstalige Literatuur. Zijn nieuwste dichtbundel, Sunset industries, gaat over hoe we omgaan met het lijden dat we dagelijks op onze beeldschermen zien voorbijstromen. ​Verder is hij sinds 2014 journalist en recensent voor Humo, De Morgen en De Standaard en sinds 2018 lid van de kernredactie van literair tijdschrift DW B. In 2016 werd hij verkozen tot de eerste Jonge Dichter des Vaderlands van België. In 2020 nam hij deel aan de jaarlijkse schrijfresidentie van deBuren in Parijs. 

(c) Tonatiuh Ambrosetti

Rokus Hofstede (1959), literair vertaler, geboren in Hengelo, woonachtig in Brussel. Studeerde sociale geografie, culturele antropologie en filosofie in Groningen en Utrecht. Legde zich vanaf eind jaren tachtig toe op het vertalen van Franse literatuur (Barthes, Ernaux, Michon, Perec). Vertaalde samen met Martin de Haan werk van Jauffret, Proust en Huysmans en samen met Katrien Vandenberghe werk van Latour. Recenseerde Franse literatuur voor De Volkskrant. Geeft workshops literair vertalen aan de Vertalersvakschool. Ontving in 2024 de Filter Vertaalprijs voor Schoonheid op aarde, zijn vertaling van La Beauté sur la terre (1926) van C.F. Ramuz.

Lies Lavrijsen studeerde Romaanse taal- en letterkunde en voltooide vervolgens de opleiding Engels-Nederlands aan de Vertalersvakschool. Ze vertaalt zowel uit het Engels, het Italiaans als het Frans. Voor haar vertaling van Jefferson van Jean-Claude Mourlevat mocht ze in 2023 de Filter-vertaalprijs voor kinder- en jeugdliteratuur in ontvangst nemen.

Naast haar vertaalwerk is ze redactielid van het tijdschrift Pluk, maakte ze deel uit van de adviescommissie kinder- en jeugdliteratuur van Literatuur Vlaanderen en is ze docent Engels en Italiaans aan de Vertalersvakschool. Lies is ook deelnemer aan het Europese project CELA (Connecting Emerging Literary Artists), waarvan deBuren partner is.

Organisatie: deBuren in samenwerking met de Boekmanstichting.
Mede in het kader van het Europese project CELA (Connecting Emerging Literary Artists).