'Zorgen is ook hard werken'

door Wouter Van Hooydonk

Tijdens de Dag van de Filosofie in Gent ging Wouter Van Hooydonk met Suzanne Roes, Lamia Cheba en Dorian Accoe op zoek naar 'de zorgende man'. Zorg wordt historisch gezien als een vrouwentaak, en dat stereotype beïnvloedt zowel mannen als onze bredere ideeën over wat zorg eigenlijk betekent. Filosoof Wouter Van Hooydonk liet zich in zijn denken gidsen door feministische denkers als Angela Davis, Donna Haraway en Joan Tronto die hem op weg hielpen zijn ideeën te transformeren.

Wie aan zorg denkt, denkt meestal niet direct aan mannen. Ook ik niet. Toen ik enkele maanden geleden met Suzanne meedacht over dit evenement, keek ik ook terug naar mijn eigen leven. Er sprong iemand uit: Roland, mijn thaibokstrainer van vijftien jaar geleden. Een warme, betrokken man met een bril en lange grijze haren in een paardenstaart. Hij sprak dialect, maar koos voor verzorgd Algemeen Nederlands bij recent aangekomen migranten. Hij integreerde ook deze witte jongeman uit een klein dorp in een diverse groep. Hij schold het lidgeld van gemotiveerde jongeren die het niet konden betalen kwijt, en was voor sommige jongens een tweede vaderfiguur. Tot enkele maanden geleden had ik Roland nooit als zorgzaam gezien. Misschien omdat hij ook vol trots kon vertellen over hoe hij door een precieze leverstoot met knockout Belgisch kampioen thaiboks was geworden. Je laat de ander denken dat je uitgeput in de touwen hangt, en wanneer hij iets te gretig instapt… BAM.

Dat ik Roland nu pas als een zorgzame man zie, is misschien niet zo vreemd. Mijn denken over zorg is gevormd door twee filosofische stromingen die hoofdzakelijk uit vrouwen bestaan en vooral over vrouwelijke ervaringen gaan.

Ten eerste heb je de zorgethiek. Die gaat in tegen de traditionele, door mannen vormgegeven benadering van ethiek, waarbij het een kwestie is van universele principes te formuleren en die vervolgens te gaan toepassen. Zorgethiek zet zich daartegen af door onze onderlinge verbondenheid en afhankelijkheid centraal te stellen. Ethische vragen komen voort uit onze relaties met anderen, die altijd concreet en particulier zijn. Ethisch handelen vraagt in de eerste plaats aandacht, gevoeligheid en responsiviteit voor de concrete ander en diens noden. 

Daarnaast is mijn denken over zorg beïnvloed door marxistisch feminisme, waar wordt benadrukt dat zorgen ook hard werken is. Het huishouden runnen en kinderen grootbrengen wordt binnen marxistisch feminisme dan ook reproductieve arbeid genoemd. Arbeid die vooral door vrouwen gedaan wordt, gratis thuis of in een ondergewaardeerde job. In haar boek Women, Race, Class uit 1981 noemde de filosofe en activiste Angela Davis huishoudelijk werk onzichtbaar, repetitief, en uitputtend. Davis’ hekel aan huishoudelijk werk spat van de pagina’s. Ze neemt dan ook geen genoegen met gendergelijkheid in het huishouden. Davis pleitte voor het socialiseren van huishoudelijk werk, om het een maatschappelijke verantwoordelijkheid te maken dus. Ze droomde van goed opgeleide en goed betaalde teams van werkers, die met behulp van geavanceerde schoonmaaktechnologie snel en efficiënt van huis tot huis zouden gaan. Dat is anders uitgedraaid. Blijkbaar zijn er andere technologische en sociale prioriteiten. Veertig jaar later hebben we camera’s met gezichtsherkenning en moet het middenveld de overheid voor de rechter dagen om betaalbare, toegankelijke kinderopvang te verkrijgen.

Maar ik dwaal af. Wat zorgethiek en marxistisch feminisme gemeenschappelijk hebben is dat ze vooral naar paradigmatische vormen van zorg kijken: de zorg die binnenshuis verricht wordt, meestal door vrouwen, voor iemand die van hen afhankelijk is – een kind, een ouder, iemand die chronisch ziek is of een handicap heeft.

Een gegenderde hiërarchie

De feministische politiek filosofe Joan Tronto verkiest in haar boek Caring Democracy een bredere definitie van zorg. Voor haar omvat zorg alles wat we doen om onze wereld verder te zetten, zodat we er zo goed mogelijk in kunnen leven. Volgens Tronto zijn ook buitenshuis werk en zelfs landsverdediging vormen van zorg. En inderdaad: de aanzienlijke opofferingen van Oekraïense soldaten, bijna alleen maar mannen, zijn ook cruciaal voor het in stand houden van een bepaalde manier van leven.

Dat we traditioneel met mannen geassocieerde activiteiten zoals economische productiviteit en militaire bescherming niet als zorg zien, houdt volgens Tronto verband met de scheiding tussen de publieke en de private sfeer. De publieke sfeer is in een patriarchale samenleving het domein van mannen. Het zorgende karakter van het werk dat mannen in die publieke sfeer doen wordt ontkend, waardoor zorg exclusief geassocieerd wordt met het private, en dus met vrouwen. Daarnaast worden mannen door hun werk in de buitenwereld vrijgesteld van de zorgtaken thuis. Zo wordt volgens Tronto een gegenderde hiërarchie in stand gehouden. De publieke sfeer is het domein van mannen die als zogezegd onafhankelijke individuen produceren en verdedigen. De private sfeer is het domein van zorgende vrouwen in afhankelijkheidsrelaties. Dat onafhankelijkheid hierbij beter is, spreekt binnen dit waardenkader vanzelf. Vraag maar aan Aristoteles, of aan Elon Musk.

Volgens Tronto leidt dit ook tot een problematisch vrijheidsbegrip. Vrijheid valt in deze optiek namelijk samen met onafhankelijkheid, en onafhankelijkheid betekent: niet hoeven te zorgen. 

Fantasieën over onafhankelijkheid

Toen ik voor het eerst alleen ging wonen, kwam mijn zus me uitleggen hoe een wasmachine werkt. Ik was verhuisd naar Londen, dus ze moest er de Eurostar voor nemen. Ik weet wel hoe je het gras moet maaien.

In Londen speelde ik tussen mijn 21e en mijn 29e professioneel online poker. Om succesvol te zijn in zo’n hypercompetitief domein, moet je een monomane focus op presteren hebben. Dat wordt in onze samenleving meer aangemoedigd bij jongens dan bij meisjes, een van de vele redenen waarom professionele pokerspelers zo vaak mannen zijn. Door je jarenlang te specialiseren in één variant van één kaartspel, ontwikkel je natuurlijk ook veel vaardigheden en gevoeligheden niet.

Mijn leven weerspiegelde de drie thema’s waarover ik het zonet had. Toen ik opgroeide was de connectie tussen vrouwelijkheid, zorg en huishoudelijk werk vanzelfsprekend. Het soort gevoeligheid en responsiviteit die nodig zijn om zorgend in het leven te staan, leerde ik niet als pokerspeler. Sterker nog: ik moest het actief onderdrukken. Vrijheid en onafhankelijkheid waren voor mij synoniemen.

Na mijn carrière als online pokerspeler kwam ik terug naar België en ging ik filosofie studeren. Zo kwam ik in aanraking met feministische filosofie, waaronder de ideeën over zorg waarover ik eerder sprak. Het transformeerde mijn leven. Ik leerde hoezeer ik profiteerde van het werk van anderen, werk dat voor mij tot dan toe vaak onzichtbaar was. Ik ging meer zorgtaken opnemen, eerder uit principe dan omdat ik het zo graag wou. Beetje bij beetje ontwikkelde ik zo de skills en attitudes die je nodig hebt om te zorgen, en begon ik te merken dat zorgen ook veel voldoening en betekenis kan geven.

Ik las het boek Staying With The Trouble van filosofe en ecofeministe Donna Haraway, waarin ze onder andere nadenkt over een toekomst waarin elk kind minstens drie ouders heeft. Een van Haraways gekende uitspraken is “make kin, not babies”. Je hoeft geen kinderen te krijgen om diepe, betekenisvolle connecties en zorgrelaties in je leven te hebben. Maar hoe doe je dat dan, wanneer de samenleving toch vooral op het kerngezin gericht is en je zelf geen huisje-tuintje-kindje persoon bent?

Net dan werd een van mijn beste vriendinnen zwanger. Ze vroeg me of ik een grote rol wou spelen in het leven van haar toekomstige dochter. Ik was vereerd en wou dat, geïnspireerd door Haraway, op een structurele manier invullen. Sinds haar geboorte ga ik elke week een avond langs, om te koken, te eten, alles op te ruimen, te spelen, flesjes te maken, boekjes te lezen en ze mee klaar te maken voor bed. Die avonden zijn af en toe eentonig en vermoeiend, maar nooit vraag ik me af of ze zin hebben. Billie zien opgroeien van hulpeloze baby tot een peuter met een eigen wil is vooral een van de rijkste ervaringen uit mijn leven. Ergens onderweg raakte ik ook de fantasieën van onafhankelijkheid die ik als pokerspeler had kwijt.

'Als in staat gesteld worden om voor anderen te zorgen de sleutel tot een goed leven is, wat betekent dat dan voor mannen?'

Tronto schrijft het volgende: “Vrijheid zit niet in onafhankelijkheid, maar in verbinding, in onze mogelijkheid om voor elkaar te zorgen en na te denken over hoe we die zorg vorm willen geven.”

Ik citeer nog even verder.

“Onze levens krijgen betekenis in een netwerk van zorgrelaties. De sleutel tot een goed leven, voor iedereen, is een leven vol zorg: verzorgd worden als je dat nodig hebt, voor jezelf zorgen, en in staat gesteld worden om voor anderen te zorgen.”

Als in staat gesteld worden om voor anderen te zorgen de sleutel tot een goed leven is, wat betekent dat dan voor mannen?

Jongens krijgen de vaardigheden en gevoeligheden die nodig zijn om te kunnen zorgen minder aangeleerd. Ze krijgen een ideaalbeeld mee van mannelijkheid als vrijheid en onafhankelijkheid, een ideaal dat haaks staat op een leven vol zorg. Mannen die desondanks toch kiezen voor een zorgend leven, worden daar vaak sociaal voor afgestraft.

Een andere thaibokser, Andrew Tate, inspireerde een leger aan influencers die jongens bestoken met de boodschap dat zorg en verbinding zwak en minderwaardig zijn. Er is veel bezorgdheid over de gevolgen daarvan voor meisjes en vrouwen. Dat is helemaal terecht. Maar laten we niet vergeten dat ook die jongens zelf daardoor afgesneden worden van de meest betekenisvolle menselijke ervaringen.

Ik sluit af met, nog een laatste keer, Tronto. “Onze ideeën rond mannen en zorg transformeren is waarschijnlijk de volgende fase van democratische revolutie,” schrijft ze in haar boek. Laten we dus maar aan ons gesprek beginnen.

© Sarah van Looy

Wouter van Hooydonk (1987) is een filosoof uit Antwerpen. Feminisme transformeerde zijn leven. Hij vindt het de beste bron van kennis om je leven als tot man gemaakt persoon te begrijpen, maar ziet ook dat er nog werk op de plank ligt. Voor mannen én voor feminisme. Wouter schreef hierover al in De MorgenDe Standaard en De Groene Amsterdammer. In 2024 nam Wouter deel aan Nieuw Geluid, een talentontwikkelingstraject van deBuren voor nieuwe stemmen in het publieke debat.

Alles bekijken

Kom naar 'MoveMen vs Manosfeer'

Alles bekijken