Lichaamsbeschrijvingen van de laureaten van Het Rode Oor

‘Uiteindelijk kwam alles kloppend, vochtig en deinend samen’

door Julia Swaters

Wat zijn de ingrediënten voor een goed erotisch kortverhaal? Welke manieren zijn er allemaal om lichamelijkheid te omschrijven? En zijn er specifieke typen lichaamsbeschrijvingen te herkennen in de verhalen die het tot de finale schopten van schrijfwedstrijd Het Rode Oor? Stagiaire Julia Swaters deed onderzoek naar lichaamsbeschrijvingen van de laureaten van de afgelopen zeven edities van Het Rode Oor. Na een eerste voorselectie bij deBuren, kiest een professionele jury, bestaande uit zowel literatuurkenners als kenners van erotiek en seksualiteit, acht laureaten. Deze verhalen van de laureaten worden vervolgens voorgelegd aan het publiek, dat uiteindelijk een winnaar kiest. Op basis van deze geselecteerde verhalen deelt Julia enkele tips voor aspirerende erotische schrijvers.

Erotiek en de verhouding tussen lichaam en geest

De verhouding tussen lichaam en geest is al eeuwenlang een centraal thema in de filosofie en wetenschap. Het zeventiende-eeuwse gedachtegoed van Descartes, dat lichaam en geest als twee afzonderlijke entiteiten beschouwt, is vandaag de dag nog steeds bepalend voor onze visie op lichamelijkheid. In de twintigste eeuw ontstond echter een tegenbeweging die, in plaats van deze dualistische visie, pleitte voor een monistische visie op de verhouding tussen lichaam en geest. Filosofen zoals Maurice Merleau-Ponty betogen dat het lichaam de kern vormt van de menselijke ervaring, waarbij elke waarneming en elk gevoel plaatsvindt via het lichaam als centraal medium. Volgens deze visie is onze belichaming essentieel voor wie we zijn en hoe we betekenis geven aan de wereld om ons heen. Via ons lichaam leggen we een verbinding met onze omgeving en interageren we met de wereld.

Erotiek is bij uitstek een gebied waarin de verbinding tussen lichaam en geest goed zichtbaar wordt. Seksuele opwinding ontstaat als reactie op een prikkel, zoals visuele, auditieve of tactiele stimuli, fantasieën of gedachten, die een mentale staat en emotionele reacties teweegbrengen. Die mentale staat is vervolgens weer voelbaar in de vorm van fysieke sensaties. In de erotische beleving zijn lichaam en geest dus voortdurend met elkaar in interactie. Het is in dit kader interessant te onderzoeken hoe deze relatie wordt uitgedrukt in erotische verhalen. Hoe wordt het lichamelijke gepresenteerd en welke elementen van lichamelijkheid krijgen daarbij de aandacht van de schrijver?

Op welke manieren kan het lichaam aan bod komen in verhalen?

Om te begrijpen hoe het emotionele en het lichamelijke samenspelen in de verhalen van de laureaten van Het Rode Oor, moeten we eerst weten op welke manieren het lichaam aan bod kan komen in verhalen. Hiervoor biedt de Duitse filosoof Edmund Husserl een handig begrippenapparaat. Husserl maakt geen scheiding tussen het materiële en het geestelijke, maar hij erkent wel dat het lichaam zowel een object als een subject is. Om dit te verklaren, maakt hij een onderscheid tussen wat hij omschrijft als Körper en Leib. Körper verwijst naar het fysieke, tastbare lichaam, en Leib verwijst naar de ervaringen en gevoelens in relatie tot dat fysieke lichaam. Het lichaam is dus, naast een fysiek object, een een bron van zintuiglijke waarneming en van emotionele beleving. In aanvulling op deze twee begrippen maakt de literatuurwetenschapper Genie Babb een onderscheid tussen interoceptieve en exteroceptieve waarneming. Het voelende lichaam, het Leib, kan namelijk via interoceptie en exteroceptie waarnemen. Interoceptie verwijst hierbij naar de innerlijke ervaringen, zoals een adrenalinekick of het slepende gevoel van verdriet, maar het kan ook gaan over honger, de drang om naar het toilet te gaan, enzovoort. Veel interoceptieve sensaties zijn bovendien emotioneel geladen: je hart gaat sneller kloppen uit angst, of je krijgt een brok in je keel van verdriet. Exteroceptie daarentegen betreft dat wat iemand percipieert van de buitenwereld; exteroceptieve waarnemingen komen voort uit de vijf zintuiglijke modaliteiten.

Wat zijn nu precies de lichamelijke omschrijvingen die aan bod komen in verhalen die de finale van Het Rode Oor haalden? Zoals genoemd beoordeelt een professionele jury de inzendingen van de wedstrijd. De jury bestaat altijd uit een mix van literatuurkenners (zoals schrijvers, voorgaande winnaars van Het Rode Oor, uitgevers, journalisten) en experts op het gebied van seksualiteit (zoals op het gebied van seksuele geschiedenis of sociologie). Het publiek kiest uiteindelijk de winnaar uit de acht geselecteerde verhalen, en sinds 2021 wordt er ook een juryprijs uitgereikt (Het Rode Oortje). Welke elementen in de verhalen vallen blijkbaar goed in de smaak bij de jury en het publiek? Hoe is de balans tussen Körper en Leib in deze verhalen? Wordt het voelende lichaam vooral opgevoerd op basis van interoceptie of exteroceptie? En zijn er bepaalde soorten lichaamsbeschrijvingen die de winnende verhalen, gekozen door het publiek, met elkaar gemeen hebben?

Körper versus Leib

Wanneer we kijken naar de laureaten van Het Rode Oor, valt een aantal patronen op in de lichaamsbeschrijvingen. In vrijwel alle verhalen kunnen we een zekere balans tussen Körper en Leib onderscheiden; de beide soorten lichaamsbeschrijving zijn prominent aanwezig. Soms zien we omschrijven van de uiterlijke kenmerken van een Körper, en soms zien we omschrijvingen van het waarnemende of voelende Leib:

Mara zet de tijd even stil, bekijkt de vrouw, een personage in een film dat niet weet dat ze bekeken wordt door een publiek. Niet als de acteur op de set. Ze heeft lang donker haar, bijna zwart, het glanst in de lage zon. Een jas als een vacht, nee, als een klassiek meubelstuk: harde lijnen, sterke structuur, zacht maar stevig. Haar gezicht met diezelfde monumentale hoekigheid. Symmetrisch, leeftijdloos. Ze zou halverwege de dertig kunnen zijn, of bijna zestig, dat kan Mara niet goed zien vanaf haar bankje. De huid van de vrouw lijkt zo glad dat ze haar vingers er overheen wil laten glijden. Over haar wangen, haar lippen, haar hals, haar kaaklijn. Nu ze eraan denkt voelt ze het al bijna, in haar vingers en haar buik.

 

In dit fragment uit het verhaal Uitademen door Eelkje Christina Bosch (2021) herkennen we eerst een uitgebreide omschrijving van het Körper van de zij-figuur. Dit Körper wordt waargenomen, gezien, door Mara, wat dus een exteroceptieve Leibwaarneming is. In de laatste zin van het fragment keren we naar binnen en krijgen we te weten wat Mara binnen in haar lichaam voelt.

We kunnen omschrijvingen van het Körper, naast omschrijvingen van het uiterlijk van het lichaam, ook herkennen in omschrijvingen van het handelende lichaam. Dit type omschrijving komt het meest voor in de erotische verhalen. Zo beschrijft Heleen Sieborgs in haar verhaal Gebarsten verf (2018) vrij uitgebreid wat de hoofdpersoon allemaal uitspookt in een verlaten gebouw:

Ik worstelde het gebouw binnen, niet via de dichtgetimmerde deuren, maar langs een rafelig gat in de kelder. (…) Ik trok mezelf via een roestige leiding uit de kelder, het opengebroken gelijkvloers op. Ik belandde op het met stof besprenkelde, afgebleekte parket. (…) Ik richtte me op, deed mijn bovenkleding uit, en liep naar de muur. Ik haalde mijn schouder open toen ik ergens overheen schuurde - een roestige nagel? - en er verscheen een dunne, rode lijn in de sporen in het stof. (…) Ik gromde laag, en liet daarna toegeeflijk mijn hoofd tegen de bestofte vloer rusten.

 

Ook Geraldine Lorijn doet gedetailleerde omschrijvingen van handelingen in haar verhaal Wet without string (2019):

Je aankomst had me uit mijn kleren gescheurd, op mijn knieën geduwd en geforceerd me aan je over te geven. (…) Ik kneep mijn benen samen, maar wilde niets liever dan mijn broekje uittrekken. Ik wilde mijn benen spreiden. Ik wilde het flesje water over mijn kruis leeggieten. (…) Je nam het flesje water van me over en automatisch verdwenen mijn vingers tussen mijn dijen, terug naar die nacht toen ik me met gespreide benen voor jouw handen opende.

Toch zijn er enkele uitzonderingen aan te wijzen, waarbij één van beide aspecten aanzienlijk meer vertegenwoordigd is. Lenny van Gent legt in haar verhaal In het schuurtje (2017) vrijwel uitsluitend de nadruk op het handelende Körper, en besteedt dus minder aandacht aan het Leib:

Hij pakt de steel beet en zaagt hem doormidden. Hij schuurt de scherpe randen van het ene uiteinde stomp; het andere uiteinde maakt hij hol met een guts. (…) Hij schuift de stok heen en weer in zijn hand. (…) Via het tuinpad loopt hij verheugd naar binnen. Daar sluipt hij met de stok naar de badkamer en legt deze op de verwarming. Hij zit een poos op de badrand, waarna hij zich begint te ontkleden.

 

In dit fragment wordt het erotische effect volledig opgeroepen door de handelingen met een erotische connotatie, zonder in te gaan op de innerlijke gewaarwordingen van het lichaam. Dit sluit goed aan bij de hij-vorm waarin dit verhaal is geschreven. Je bekijkt de hoofdpersoon als het ware van een afstandje; je ziet wat hij doet, maar weet niet wat hij voelt.

Ook in Boodschappen van Werner de Valk (2018) is er weinig aandacht voor Leib-sensaties. Dit verhaal is, in tegenstelling tot In het schuurtje, geschreven vanuit de ik-vorm. In dit verhaal komt de spanning voort uit het feit dat het handelen van de ik-figuur wordt gecontrasteerd met het handelen van een zij-figuur, een tegenspeler:

Ik laat drie bananen vallen en daarna een perzik. (…) Ik begin mijn fruit op te poetsen, goed te poetsen, zodat het zal gaan glanzen. (…) Stap voor stap kom ik dichterbij. (…) Dan pak ik het balkje dat onze boodschappen scheidt en plaats het verderop weer neer. (…) Dan pakt ze de perzik. Ze knijpt erin. Eerst zacht. Dan iets harder, en steeds harder, totdat ze afdrukken maakt in het vlees en we het vocht eruit zien lopen. Het sap glijdt langs haar vingers en haar polsen en verder naar beneden en ik wil met alles meeglijden.

 

Pim Lammers gebruikt in zijn verhaal We zijn er (2021) eenzelfde soort techniek. Hier verlangt een ik-figuur ernaar dat een jij-figuur bepaalde handelingen verricht. We lezen de gedachten van deze ik-figuur, die verlangt naar de handelingen van een ander Körper:

Streel met je vingertoppen mijn lippen, mijn wangen, mijn oren, mijn haar. Druk mijn hoofd naar beneden – voorzichtig, maar dwingend. Trek je shirt omhoog en laat me je daar kussen, mijn tong over je borst, je buik, je navel. (…) Duw me naar achter en leg je lichaam op dat van mij. (…) Druk je tegen mij aan. (…) Kom omhoog en ga met je handen over mijn ribben. Zonder te tellen, vlug naar beneden. Steek vingers onder het elastiek, trek het omlaag, tot aan mijn enkels. (…) Duw mijn handen naast mijn hoofd. Klem je knieën tegen mijn lichaam en zorg dat ik geen kant meer op kan.

 

Het valt hierbij op dat, in het geval dat Körper en Leib onevenredig verdeeld zijn, vooral mannen meer nadruk lijken te leggen op omschrijvingen van het Körper in plaats van op de waarnemingen van het Leib. Vrouwen daarentegen beklemtonen het Leib meer dan het Körper.

Interoceptie versus exteroceptie

Wat betreft de verhouding tussen interoceptie en exteroceptie bij de laureaten, zien we dat Leibsensaties vaak exteroceptief van aard zijn. Hierbij maken de schrijvers gebruik van alle vijf de zintuigen, al zijn horen en zien duidelijk de oververtegenwoordigde zintuigen. Juist verhalen waarin veel aandacht uitgaat naar het proeven en ruiken, vallen daarom extra op. Een goed voorbeeld hiervan is te vinden in Mycelium door Olga Ponjee (2023). In dit verhaal staat geur op de voorgrond; de hoofdpersoon laat zich volledig leiden door wat er haar neus binnenkomt:

Mijn lichaam reageert op de geur nog voor ik hem ruik. (…) Ik dwing mijn neus richting het afvoerputje van de douche, al willen mijn voeten achteruit. De geur komt van dieper, uit het hart van het huis. (…) Het is een aanwezigheid zonder ogen, zonder gezicht, en toch voel ik de trillende nieuwsgierigheid naderbij komen, mijn aanwezigheid aftasten. (…) Nieuwe tonen vullen de lucht, een rauwe, dierlijke geur die me terug in de tijd slingert, een tijd voor de honger, de uitputting, toen mijn lichaam meer was dan alleen een functie. (…) De kleuren die ik ruik als de sporen zich in mijn nek vastzetten, mijn ruggengraat, in de holtes van mijn knieën, mijn liezen, mijn lippen. Mijn kleren vervliegen in geuren.

 

De geur wordt zelfs zó sterk benadrukt, dat dingen die normaal geen geur hebben, zoals kleuren, nu ook een geur krijgen. Deze nadruk op zo’n niet-conventioneel zintuig biedt een nieuwe invalshoek op wat erotiek is. Erotiek zit, zo blijkt, niet alleen in het handelende lichaam, maar in álle zintuiglijke waarnemingen.

Interoceptieve sensaties worden in sommige verhalen over het hoofd gezien. Wederom vallen de verhalen waarin juist de aandacht naar interoceptie uitgaat daarom op. Een voorbeeld hiervan is te vinden in het verhaal Ongewerveld van Jori(k) Amit Galama (2022):

Bij elke toenadering naar mijn opening voel ik een vlaag adrenaline in mijn borst. (…) De pijn is eerst zacht, dragelijk, bekend van piemels en speeltjes. Dan drukt hen van de buitenste kringspier door naar de binnenste sluitspier, tot hun hele vuist in me is verdwenen. Een wijnfles lijkt in mijn binnenste kapot te barsten. Ik schreeuw.  (…) Mijn hele lichaam lijkt te willen verdwijnen in één punt, of eerder; ieder lichaamsdeel lijkt rechtstreeks verbonden te zijn met de bekken. (…) Hun vuist die aangeeft, hier begin ik met binnendringen, hier begin jij met omsluiten. En tegelijk golven waarin die scheiding vervaagt en we samen een binnendringend-omsluiten zijn. (…) Sensaties razen door mijn onderbuik omhoog, ik voel hoe ze samenscholen, zwermen en uiteendrijven. (…) Mijn lichaam voelt leeg en tegelijkertijd vol nieuwe ruimte.

In deze scène krijgen we een inkijkje in een handeling in kort tijdsbestek. Hoewel de gebeurtenis weinig variatie kent, krijgen we veel inzicht in wat de gebeurtenis doet met de hoofdpersoon. Het verhaal wordt gevuld met hoe deze ene handeling wordt ervaren, en juist dat roept spanning op. Wederom is de aandacht voor een onconventioneel element bijzonder prikkelend.

Waarin verschillen de winnende verhalen van de andere laureaten?

Wanneer we dieper ingaan op de verhouding tussen interoceptie en exteroceptie in de verhalen die de schrijfwedstrijd hebben gewonnen, zien we een andere tendens dan in de verhalen van de rest van de laureaten. Waar bij veel van de laureaten interoceptie wordt vergeten, zien we in vrijwel elk winnend verhaal een goede balans tussen interoceptie en exteroceptie terug. In sommige winnende verhalen staat interoceptie zelfs helemaal op de voorgrond, zoals het eerdergenoemde verhaal Ongewerveld door Jori(k) Amit Galama. Enkel in het winnende verhaal van 2017, Liefde in sausvorm: de oude dame en de sommelier door Mia Timiaan, wordt er weinig tot geen aandacht besteed aan interoceptie. De focus ligt voornamelijk op zintuiglijke waarnemingen. Wel komen in dit verhaal álle zintuigen aan bod:

Voorzichtig tastend haalde ze haar wijsvinger over het bord, door de allerlaatste restjes saus. Ze rook aan haar vingertopje, snoof, likte. Lieve god. Dit was liefde in sausvorm. Ze haalde twee vingers over het bord, haar wijsvinger en middelvinger dit keer. Ze dweilde de laatste druppels bij elkaar tot er geen molecuul meer over was, zoog aan haar vingers, kreunde. Alles was nu echt verdwenen. De critica keek op van haar bord en staarde recht in de ogen van de jonge sommelier, die haar vanaf de andere kant van de eetzaal een geamuseerde grijns gaf.

Ze kijkt, ze ruikt, ze proeft. Ondertussen handelt haar Körper wanneer ze haar vingers door de saus haalt en wanneer ze kreunt. Hier wordt de spanning voornamelijk opgeroepen door de verhouding tussen wat de hoofdpersoon waarneemt en hoe ze in reactie daarop handelt.

In de andere winnende verhalen herkennen we een balans tussen interoceptie en exteroceptie. Kijk bijvoorbeeld naar We zijn de laatsten in de wasserette door Luz Bergman, de winnaar van 2018:

Ik kijk op. (…) Hij kijkt me vreemd aan. (…) Ik heb ineens een heerlijk strakke knoop in mijn maag. (…) Mijn gezicht is warm en ik voel hoe mijn ademhaling langzaam versnelt. (…) Ik hoor hoe hij naar adem snakt en ik werp een blik naar beneden. (…) De wolken en golven rillen en mijn buik trekt zich samen.

Dezelfde balans zien we in de publiekswinnaar van 2023: Bösendorfer door Nick De Weerdt:

Mijn adamsappel wipt op als ik slik. (…) De doorrookte stem noopt me ogenblikkelijk tot mijn eerste leugen. (…) Zodra Snelders de deur opentrekt en de geur van het appartement me in m’n gezicht slaat, weet ik dat ik hem zal bezitten. Het is een ingewikkeld parfum van sandelhout en kruidnagel verscholen onder ouderwetse bijenwas. (…) Zijn krachtige greep doet het bloed in mijn slapen kloppen. (…) De hitte van zijn lichaam springt naar me over.

Deze beide verhalen bieden een alomvattende beschrijving van datgene wat het lichaam is: het lichaam handelt, ervaart met álle zintuigen en voelt. Op die manier communiceert het lichaam met een ander lichaam; een ander lichaam dat ook zowel object als subject is.

Tip! Wat kun je leren van de laureaten van de afgelopen jaren?

Wat zijn de ingrediënten voor een goed erotisch kortverhaal? Allereerst lijkt een goede balans tussen Körper en Leib van belang. Vooral voor mannelijke schrijvers lijken het Leib wel eens te vergeten, maar onthoud wanneer je een erotisch kortverhaal wilt schrijven: het draait niet alleen om hete lichamen, mooie vormen en uiterlijke kenmerken. Stel jezelf eens de vraag wat je voelt, ruikt of proeft.

In de verhalen die de finale van Het Rode Oor haalden, varieert de verhouding tussen interoceptie en exteroceptie. Sommige verhalen bevatten voornamelijk exteroceptie, terwijl andere een balans tussen de beide bieden. De winnende verhalen daarentegen worden allemaal gekenmerkt door een balans tussen de twee vormen van voelen, óf ze leggen de nadruk op het interoceptieve voelen. Wanneer je schrijft over het voelende Leib, streef dan dus naar een balans tussen interoceptie en exteroceptie. Denk aan belichaamde emoties, adrenalinekicks of zelfs de drang om te plassen. Experimenteer!

Verhalen die accenten leggen op elementen die anderen doorgaans over het hoofd zien, zijn vaak extra prikkelend. Dit zijn bijvoorbeeld de verhalen die een element uitlichten dat voor iedereen heel herkenbaar zal zijn, maar in de standaarderotiek wellicht wordt vergeten. Het kunnen ook de verhalen die ingaan op een klein detail, een kleine emotie of sensatie. Iedereen bespreekt uiterlijke lichamen, het horen en zien, maar besteed eens aandacht aan de andere zintuigen, of richt je helemaal op de innerlijke waarneming van het voelende lichaam.

Finale Het Rode Oor 2024

Ben je benieuwd naar de erotische verhalen van Het Rode Oor 2024? Op 29 september vindt de finale van de schrijfwedstrijd simultaan plaats in Antwerpen en Amsterdam.

Alles bekijken