
Sterk worden in fragiliteit
Een uitwisseling tussen Berlinde De Bruyckere en CELA-schrijvers
Tijdens het internationale talentonwikkelingstraject CELA (Connecting Emerging Literary Artists) wordt vertaald, gereisd en opgetreden. Bovendien gaat er aandacht naar een mentoraatstraject voor de geselecteerde deelnemers. De CELA-vertalers werken allen samen met een mentor die al meer ervaring opdeed in ‘hun’ talencombinatie. Voor de schrijvers ligt het minder voor de hand wie een zinvolle mentor kan zijn. De Vlaamse CELA-schrijvers Lieven Stoefs, Anneleen Van Offel en Tülin Erkan keken buiten de grenzen van hun eigen discipline, en beleefden een onvergetelijke dag met de internationaal gerenommeerde kunstenares Berlinde De Bruyckere.
‘Ik hoop de komende (tientallen) jaren langzaam aan een stapeltje boeken te mogen werken. Als kunstenaar ontwikkelen vind ik daarbij essentieel, niemand wil hetzelfde werk opnieuw maken. Hoe pak je dat aan? Of hoe pakken andere artiesten dat aan?’ Als in een Sinterklaasbrief droomde Lieven Stoefs groot toen hij een atelierbezoek aan Berlinde De Bruyckere voorstelde als onderdeel van het CELA-mentoraat, bijgetreden door de andere Vlaamse schrijvers in het traject.
Schrijven in tableaus
Soms worden dromen overtroffen, want De Bruyckere zag deze uitwisseling niet alleen zitten, ze nodigde de schrijvers uit voor een exclusief geleid bezoek aan haar expo Khorós, die in februari 2025 van start zou gaan in het Brusselse BOZAR-museum. Op een zonnige vrijdag, eind februari, stappen daarom één kunstenares, drie schrijvers en een handjevol deBuren-collega’s de monumentale eerste kamer van Khorós binnen, waar het werk ‘Lost’ de ruimte domineert. Het toont een enorme merrie, bungelend aan één poot, ontdaan van ogen en het veulen dat ze in haar buik droeg. De Bruyckere vertelt over de praktische kant van zo’n constructie, maar ook over de emotionele. Haar bedoeling met dit werk was om het oorspronkelijke gevoel over te brengen dat zij ervaarde bij de confrontatie met het dode dier: geen gruwel, maar verdriet en leegte. Die opmerkzame, doorvoelde blik vormt een rode draad tijdens de rondleiding.
‘Mij raakt het hoe ze openstaat voor indrukken en impulsen, en die weet te vertalen naar haar beeldtaal. Niet alleen het bos en de wilde natuur inspireren haar, wat een rechtstreekse lijn is naar haar werk, maar ook wat dichtbij is en er ogenschijnlijk verder van afstaat. Het gaat niet om de omgeving, maar hoe je naar de omgeving kijkt en haar laat binnenstromen. In grootsheid, en in details. […] Zo “fysiek” wil ik ook meer met mijn eigen tekst omgaan. Schrijven in tableaus, in beelden die elkaar opvolgen.’ – Anneleen Van Offel

© Marianne Hommersom

© Marianne Hommersom
Schrijven hoeft niet solitair te zijn
Verderop in de ruimte treffen we filmbeelden van de cineast Pier Paolo Pasolini, met wiens beeldtaal De Bruyckere ooit in dialoog ging voor haar eerste expo in Duitsland. Hij liet haar sindsdien nooit meer los. ‘In het atelier begonnen we de dag toen met stukken Teorema!’ lacht zij, ‘heel heftig, maar hij is voor mij een tijdloze figuur.’ Net als de CELA-auteurs ziet De Bruyckere veel heil in inspiratie zoeken over grenzen heen. Zij werkte nauw samen met schrijvers als Coetzee, Antjie Krog en Erwin Mortier en laat zich graag voeden door een rijkgeschakeerd pallet aan kunstenaars, van Werner Herzog over Lucas Cranach tot Patti Smith, van wie een tekst te horen is in de expo. Zulke uitwisselingen leveren telkens een heel eigen energie op. In eigen, bescheiden ‘schrijfsels’ genoemde, teksten maakt De Bruyckere ook wel eens de vertaalslag naar woorden, bijvoorbeeld voor een project rond de besloten hofjes in Mechelen.
In de expo kunnen we snuisteren tussen vele publicaties, die vaak voortkwamen uit dergelijke cross-mediale samenwerkingen. Zulke boeken maken kost veel tijd, erkent De Bruyckere, maar het is een passie van haar. ‘En ik doe het ook voor mezelf: als beelden verkocht worden, dan kan ik in mijn boeken kijken om ze terug te zien.’
‘Schrijven voelt vaak aan als een solitaire daad maar dat hoeft het niet te zijn. We hebben elkaar nodig als collectieve klankborden, spiegels, schouderklopjes, schop onder de kont, zachte dekens ...’ – Tülin Erkan

© Marianne Hommersom

© Marianne Hommersom
Verwoede autonomie
De expo voert ons langs zalen met uiteenlopende, maar steeds krachtige beelden: ruwe texturen in hout, papier en rafelige dekens, een rijzige Arcangelo, opgespannen dierenhuiden, sensuele lichamen waarvan moeilijk te geloven is dat ze geschapen zijn uit was ... De schrijvers vragen gulzig door over de oorsprong van deze creaties. Vaak blijken ze er al te zijn geweest in De Bruyckeres kindertijd, in de volkse Gentse Muide. De slagerij van haar vader, de bloemkwekerij van haar moeders familie, de engelen die zij schetste naar het voorbeeld van de kapel in haar internaat: zulke oerbeelden komen steeds terug.
‘Bruno Schulz zei het al: twee à drie beelden uit je kindertijd bepalen je hele kunstenaarschap.’ Of zij dan geen angst heeft om zichzelf te herhalen? De Bruyckere kent dat gevoel, maar heeft tegelijk vertrouwen in haar proces als kunstenaar: ‘Het ontwerp komt er door eraan te werken, door te experimenteren.’ Een mooi voorbeeld hiervan zien we in de laatste zaal, waar de reeks ‘Plunder’ hangt. Een aangetaste rol vloerbedekking, die quasi aan schors deed denken, hing maandenlang in het atelier alvorens De Bruyckere het materiaal ging bewerken. Denkend aan het poëtische beeld van lege vitrines in Iran maakte zij het waardeloze waardevol, daarbij gebruik makend van kazuifelstof en een kader.

© Marianne Hommersom

© Marianne Hommersom
‘In haar beeldtaal, even veelzijdig als coherent, schemert een verwoede autonomie door, een diep geloof in haar werk. Tegelijk lijkt Berlinde voortdurend open te staan voor nieuwe impulsen, methoden en materialen, is ze op zoek naar manieren om haar contouren te verruimen. […] Ze vertelde hoe ze de expo had voorbereid, aan de hand van een maquette verdeelde ze haar over de ruimtes, zoekend naar het juiste ritme, het evenwicht tussen licht en donker, rauw en teder. Het deed me erg deed denken aan het schikken van hoofdstukken in mijn nieuwe roman, de lezer willen raken, zonder te overspoelen, zuurstof geven wanneer nodig.’ – Lieven Stoefs
.jpg/1b10d9cb22b5dfc6402ede24fe44c8d1.jpg)
© Marianne Hommersom

© Marianne Hommersom
Alles begint nietig
Na het expobezoek trekt het gezelschap nog naar het huis van deBuren, waar we samen eten en nakaarten. Na het gesprek over thema’s en inspiratie, komen meer praktische onderwerpen aan bod, zoals de kunstwereld in de jaren ’80 of de combinatie met het ouderschap. De schrijvers schenken de kunstenaar hun recentste boeken, e-mailadressen worden uitgewisseld.
De Bruyckere vraagt het drietal naar de beelden waar zij van vertrekken en hun schrijfplek. Want dat is belangrijk! Hoewel zij in Gent een groot atelier met medewerkers heeft, in een oude school in de Muide, is haar tekenkamer thuis haar zeer dierbaar. ‘Ik kon opmerkingen bij mijn tekeningen niet meer verdragen, wilde een eigen kamer voor al mijn verzamelde papierstalen en schetsen, die niet opgeruimd moet worden. Soms bén ik daar gewoon, alleen met mijn papier. Vroeger had ik mij daar schuldig over gevoeld, nu weet ik dat het deel is van het proces om mentaal vrij te worden.’ Het blijft Lieven Stoefs bij, wanneer hij erop terugblikt: ‘Ieder artistiek werk, beeldend of literair, begint nietig, moet kunnen ontkiemen, sterk worden in haar fragiliteit, vooraleer zich te tonen aan de wereld.’
De tentoonstelling Khorós van Berlinde De Bruyckere is nog tot 31 augustus te zien in Bozar.
Over CELA
CELA staat voor Connecting Emerging Literary Artists - en dat zegt precies wat het doet: het brengt talentvolle schrijvers, vertalers en literaire professionals over heel Europa samen
Alles bekijken.jpg/24a758ca838a5e08d19f5cf8ff6c70d4.jpg)
.jpg/a59307950257a83be812b7ef8d45a76b.jpg)
Anneleen Van Offel
Schrijver
Anneleen Van Offel (1991) is een schrijver die vertrekt vanuit het onderzoek, de reis, de ontmoeting. In haar recentste roman De stem van Sulina (2024) reist ze langs de Donau van bron tot monding, wat voor haar tegelijk een mentale reis is naar het moederschap. Historische opgravingen en eeuwenoude mythen en verhalen zijn de insteek van een expliciet vrouwelijke benadering van de reis langs de rivier. Het is een boek over onrust, moederwoede, vanlife, rivieren en het klimaat. Voor haar debuut Hier is alles veilig (2020) reisde ze vier keer langdurig naar Israël en Palestina, waar ze in gesprek ging met soldaten en hun familie. Hun verhalen gebruikte ze als grondstof voor de roman. Het boek werd warm onthaald door pers en publiek en verscheen in het voorjaar van 2023 in het Duits.
Alles bekijken-1743159016.jpg/865e8395239da5231af7e352ae12495d.jpg)
Tülin Erkan
Schrijver
Tülin Erkan (1988) is schrijver, freelance redacteur en schrijfdocent. Ze studeerde Taal- en Letterkunde en Vergelijkende Literatuurwetenschappen. Ze groeide op in een meertalig nest, onder de vleugels van een Franstalige moeder en een Engelstalige grootmoeder. Haar zomers bracht ze door bij haar vader in Turkije. Wanneer mensen haar als 'half' omschrijven, voelt ze zich vooral dubbel. In haar debuutroman Honingeter onderzocht ze de frictie tussen moedertaal en vaderland. Honingeter werd genomineerd voor de Bronzen Uil, de Boekenbon en De Boon Literatuurprijs. Momenteel werkt ze aan een tweede roman.
Alles bekijken.jpg/154e28b90806e8d84533568022dcb889.jpg)
Lieven Stoefs
Schrijver en ingenieur
Lieven Stoefs (1982) is schrijver en ingenieur. Hij groeide op in Griekenland. In zijn schrijven onderzoekt hij, met een wetenschappelijke blik en zinnelijke taal, ontmoetingen tussen mensen. Zijn kortverhalen verschijnen geregeld bij literaire tijdschriften zoals Kluger Hans en Hard//hoofd. In zijn debuutroman Peninsula schetste hij de liefde en de wanhoop in vier generaties van een familie. Peninsula haalde de shortlist voor de Bronzen Uil 2023. Lieven schrijft nu aan zijn tweede roman: over jongens en mannen, hun taal en codes.
Alles bekijken
Berlinde De Bruyckere
KunstenaresBerlinde De Bruyckere (1964) is beeldend kunstenaar. Ze maakt sculpturen, installaties en aquarellen, en werkt met materialen als was, textiel, dierenhuiden, haar, hout en metaal. Haar thematiek draait rond het lichaam, bomen en bloemen, dekens en paarden. De Bruyckeres werk is gelaagd, met een ogenschijnlijk toegankelijke buitenkant waarachter een wereld van tegenstellingen schuilt: lijden en troost, dood en leven, eenzaamheid en zorg. In die spanningsvelden onderzoekt ze het mens-zijn. Haar beeldtaal is eigenzinnig, haar vormen metaforisch en universeel herkenbaar.
De Bruyckere studeerde monumentale kunsten aan Sint-Lucas in Gent. Haar werk is opgenomen in belangrijke collecties in binnen- en buitenland, en wordt internationaal tentoongesteld. In 2013 vertegenwoordigde ze België op de Biënnale van Venetië, in samenwerking met Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee. Ze ontving onder meer de Prix Jeune Peinture Belge, de Vlaamse Cultuurprijs voor Beeldende Kunst en een eredoctoraat van de Universiteit Gent. Recenter richt ze zich ook op projecten binnen de podiumkunsten.