Het Rode Oor | Das Rote Ohr

Stemvorken | Stimmgabeln

door Leonore Spee | Übersetzung: Jule Hayen & Christine Koopmann

Datum 10 oktober 2022
Door
Leonore Spee

Mit der erotischen Kurzgeschichte Stimmgabeln gewann Leonore Spee 2022 das Finale von Het Rode Oor.  Im Folgenden kann ihre Geschichte auf Niederländisch und Deutsch gelesen und angehört werden. Jule Hayen und Christine Koopmann übersetzten die Geschichte ins Deutsche. Illustration: Charlotte Dumortier.

Met het erotische kortverhaal Stemvorken won Leonore Spee in 2022 de finale van Het Rode Oor. Hieronder kan je haar verhaal in het Nederlands en Duits lezen en beluisteren. Jule Hayen en Christine Koopmann vertaalden het verhaal naar het Duits. Beeld door Charlotte Dumortier. Illustratie: Charlotte Dumortier.

Stimmgabeln 

Ich komme zum ersten Mal an einem Donnerstagmittag mit Porno in Kontakt. Da bin ich neun Jahre alt und gehe in die dritte Klasse. Wie jede Woche verbringen mein bester Freund Marius und ich die Mittagspause heimlich in seinem leeren Elternhaus, wo wir uns auf die Vorräte im Keller stürzen: Bockwürste aus dem Glas und Mikrowellenpfannkuchen mit Puderzucker, die wir vor dem Fernseher liegend verdrücken. 

Es ist Donnerstagmittag und während wir auf dem Sofa durch die Kanäle zappen, erscheint wie aus dem Nichts eine nackte Frau auf dem Bildschirm. Sie sitzt auf einer Art Turngerät – vermutlich einem Bock – auf dem sie immer härter reitet. Nachdem die nackte Frau den Bock, sich selbst und die Kameralinse vollgespritzt hat, wechselt das Bild: Eine Männerhand schiebt sich unter den Rock einer Frau, sie sitzt auf der Rückbank eines Autos am Straßenrand. Von diesem Moment an ist der Fernsehsender fester Bestandteil unseres Donnerstagrituals. 

Es dauert nicht lange und wir stellen unsere Nachforschungen auch außerhalb der üblichen Stunde an - auf dem Arbeitslaptop von Marius‘ Mutter. Das kann man löschen, meint er. Lesbians in snow heißt das Video, in dem ich zum ersten Mal zwei Frauen sehe. Die eine blond, die andere mit dunklen Locken, kichern sie im Schnee, zwischen den Tannen, küssen sich, wälzen herum, in roten Mänteln, Schneestiefeln, Pelzmützen.   

Ihre Körper zeichnen Engel im Schnee. Die blonde Frau erhebt sich und geht auf die andere zu, setzt sich neben sie. Sie schauen einander an. Das Kichern verstummt. Die Brünette spreizt langsam ihre Beine, während die Blondine beide Kleider zugleich hochschiebt. Schwarze Wolle kommt zum Vorschein. Sie hebt sich stark vom weißen Schnee ab. Ihre Beine ineinander verschränkt, beginnen die Schneeköniginnen, langsam zu reiten. Mein Bauch fährt Achterbahn – es geht nach unten und mir stockt der Atem. Ich sage Marius, ich müsse nach Hause, weil wir gleich essen.  

Dort angekommen stürme ich in meiner Jacke die Treppe hoch, zum Kindercomputer auf dem Dachboden. Aus dem Wohnzimmer höre ich den Fernseher und meinen Vater, der sich über den Akzent vom Wettermann amüsiert. Aus der Küche kommen Geräusche von Töpfen und meiner Mutter, die nicht gerne kocht. Ich kontrolliere, ob die Lautsprecher aus sind, und starte den Computer.  

Da sind sie wieder, bewegen sich ausgelassen auf dem Bildschirm, meine Eisköniginnen. Ungeduldig spule ich zu der Stelle mit den ineinander verschränkten Beinen vor, ihre Körper wie Stimmgabeln, schnappend nach der Perle am anderen Ende. Das Video ist zu Ende und automatisch wird ein neues abgespielt. Und dann noch eins. Stimmgabeln in allen Formen, Größen, Tonarten und Zweiklängen. Ich beginne, leise zu summen. Unten geht der Fernseher aus. Mein Vater steht auf, gähnt. Schnell klicke ich alle Fenster weg und schalte den Computer so aus, wie es eigentlich verboten ist, den Stand-by-Knopf gedrückt haltend. Meine Mutter ruft zum Essen. 

Am Tisch spüre ich, wie meine Wangen glühen. Ich frage nach dem Wasser, höre dabei meine eigene Stimme – sie klingt hoch und dünn. Ich räuspere mich, schenke mir ein und presse mir das kalte Glas unauffällig gegen die Wange. Meine Mutter erkundigt sich nach Marius‘ Mutter und verteilt das Essen. Alles, was wir essen, ist gelb: Blumenkohl mit Käsesoße, Kartoffelbrei und Käseschnitzel.  

Zu meinem sechzehnten Geburtstag bekomme ich einen eigenen Laptop. Noch am selben Abend gönne ich mir selbst einen Account bei www.ichstimmdeinegabel.komm. Unter dem ersten Video steht ein Kommentar: THIS IS FAKE AS FUCK, mit einem Link zu einem Onlineforum über Frauensex. Scissoring sei ein „Pornoding“, „der legendäre Lesbenmythos“, „wie Männer glauben, dass Frauen Sex haben“. Täglich google ich, „Wie haben Frauen Sex?“, in der Hoffnung, irgendwo zu lesen, es sei doch genau das, was Frauen in Wirklichkeit stundenlang miteinander machen würden, ohne Scham, keuchend, schwitzend, gierig nach Schnee zur Abkühlung zwischendurch.  

Auf dem Abschlussfest der Oberstufe sehe ich sie um halb zwei nachts auf der Tanzfläche stehen. Sie trägt UGGS und hat lange, dunkle Locken. Ihr Körper wiegt sich gedankenlos im Takt der Musik, ihr Blick wandert durch den Raum und findet meinen. Auf der Raucherbank bei den Fahrradständern fragt sie nach meinem Namen und ob ich eine Zigarette wolle. Wir ziehen abwechselnd. Ich radle allein zurück und träume davon, wie wir, zwei perfekt aufeinander abgestimmte Gabeln, unsere erste Symphonie schreiben. 

Zwei Tage später lädt sie mich in ihr Dachgeschosszimmer ein, sie ist allein zu Hause. In ihrem Einzelbett wage ich unter der Bettdecke einen Versuch. Als wäre es selbstverständlich, manövriere ich unsere Körper in eine der mir inzwischen so vertrauten Stellungen. „So ist noch nie jemand gekommen“, sagt sie, sobald sie durchschaut, was ich da vorhabe. Ich liege auf ihr, wie eine horizontale Stimmgabel, bis ich von ihr gleite und dabei lautlos komme. 

Stemvorken

Ik kom voor het eerst in aanraking met porno op een donderdagmiddag tijdens de lunchpauze in groep zes, ik ben negen jaar. Zoals iedere week brengen mijn beste vriend Marius en ik de middagpauze stiekem door in zijn lege ouderlijk huis, waar we uit ons bol gaan met ingrediënten uit de voorraadkelder: knakworsten uit blik en magnetronpannenkoeken met poedersuiker, die we languit op de bank achter de televisie opeten. 
 
Het is donderdagmiddag en tijdens een van onze oeverloze zapsessies op de bank, verschijnt er uit het niets een naakte vrouw op het beeldscherm. Ze zit op een soort gymnastiektoestel – een bok, zou ik zeggen – waar ze steeds harder op begint te rijden. Nadat de naakte vrouw de bok, zichzelf en de lens van de camera heeft onder gesproeid schakelt het beeld over naar een mannenhand onder de rok van een vrouw op de achterbank van een auto langs de snelweg. Vanaf dat moment maakt de televisiezender onderdeel uit van ons donderdagmiddagritueel. 
 
Het duurt niet lang of we gaan ook buiten het afgebakende uurtje in de week op onderzoek uit, op de werklaptop van Marius’ moeder. Die kan hij wissen, zegt hij. Lesbians in snow, zo heet het filmpje waarin ik voor het eerst twee vrouwen zie. De ene blond, de ander donkere krullen, giebelend in de sneeuw, tussen de dennenbomen, kussend, rollend over elkaar, gekleed in rode pakjes, bonten boots, mutsen van bont.  
 
Hun lichamen maken engelen in de sneeuw. De blonde vrouw komt overeind en wandelt naar de ander toe, gaat naast haar op de grond zitten. De vrouwen kijken elkaar aan, het giebelen stopt. De brunette opent langzaam haar benen, terwijl de blondine tegelijkertijd de beide rode rokjes omhoogduwt. Twee zachte, zwarte tapijtjes verschijnen. Ze steken fel af tegen de witte sneeuw. Kruiselings haakt de ene sneeuwkoningin haar benen in die van de ander en zachtjes beginnen ze te rijden. Mijn onderbuik maakt een ritje in de achtbaan naar beneden. Ik hou mijn adem in en zeg tegen Marius dat ik naar huis moet, dat we gaan eten. 
 
Thuis ren ik met mijn jas aan de trap op, naar de kindercomputer op zolder. Beneden televisiegeluiden en mijn vaders gegrinnik om het accent van de weerman. In de keuken het geluid van pannen en mijn moeder die niet van koken houdt. Ik check of de boxen uitstaan en start de computer. 
 
Daar zijn ze weer, dartelend op het scherm, mijn ijskoninginnen. Ongeduldig spoel ik door naar de scène met de in elkaar gehaakte benen, hun onderlichamen als stemvorken, happend naar het bolletje aan elkaars uiteinde. De video eindigt en automatisch speelt er een nieuwe af. En daarna nog een. Stemvorken in alle vormen, maten, toonaarden en tweeklanken. Zachtjes begin ik te neuriën. Beneden gaat de televisie uit. Mijn vader staat op, geeuwt. Gauw druk ik alle schermen weg en zet de computer uit op de verboden manier, door lang op de stand-by-knop te duwen. Mijn moeder roept dat we gaan eten. 
 
Aan tafel voel ik dat mijn wangen gloeien. Ik vraag om de kan water, hoor mijn eigen stem, die klinkt hoog en dun. Ik kuch, schenk mezelf in en hou nonchalant het koude glas tegen mijn wangen. Mijn moeder vraagt naar de moeder van Marius en schept op. We eten alles geel: bloemkool met kaassaus, aardappelpuree en kaasschnitzel. 
 
Voor mijn zestiende verjaardag krijg ik een eigen laptop. Nog diezelfde avond doe ik mezelf een account op www.ikstemjevork.nu cadeau. Onder de eerste video een comment: THIS IS FAKE AS FUCK, met een link naar een online forum over vrouwenseks. Dat het een ‘pornodingetje’ is, dat stemvorken, ‘dé legendarische lesbische mythe’ en ‘hoe mannen denken dat vrouwen seks hebben’. Dagelijks blijf ik googelen, ‘hoe hebben vrouwen dan seks?’, in de hoop ergens te lezen dat dat juist exáct is wat vrouwen met elkaar doen, in het echt, uren achter elkaar, zonder gêne, hijgend, zwetend, snakkend naar wat sneeuw om tussendoor in af te koelen. 
 
Op het eindejaarsfeest van de bovenbouw zie ik haar staan, op de dansvloer, om half twee ‘s nachts. Ze draagt UGGS en heeft lange, donkere krullen. Haar lichaam deint gedachteloos mee op de maat van de muziek, haar ogen dwalen door de ruimte en vinden de mijne. Op het rokersbankje bij de fietsenstalling vraagt ze hoe ik heet en of ik een sigaret wil. We trekken om de beurt aan die van haar. Ik fiets alleen naar huis en droom hoe wij, twee perfect op elkaar afgestemde vorken, onze eerste symfonie schrijven. 
 
Twee dagen later nodigt ze me uit op haar zolderkamer, ze is alleen thuis. In haar eenpersoonsbed waag ik, onder de dekens, een poging. Ogenschijnlijk organisch manoeuvreer ik onze lichamen in een van de posities die ik inmiddels zo goed ken. ‘Zo is nog nooit iemand klaargekomen’, zegt ze, wanneer ze doorheeft wat ik probeer. Ik lig bovenop haar, als een horizontale stemvork, en terwijl ik van haar afglijd kom ik in stilte klaar.

Inspiratie: de titel van de gelijknamige roman van A.F. Th. van der Heijden

© Charlotte Dumortier

Leonore Spee is theatermaker en performer. Met Sascha Bornkamp richtte ze het muziektheaterduo Teletext op. Teletext maakt Nederlandstalige popmuziek, muziektheatervoorstellingen, audiotours en podcasts. Leonore is actrice bij Ontroerend Goed en lid van schrijverscollectief Hyster-x.  

Jule Hayen hat in Bonn, Paris, Antwerpen und Münster Literatur studiert. Sie liest und schreibt am liebsten über Pflanzen und Mensch-Umwelt Beziehungen. Nachdem sie für die Literaturausstellung Eden?-Plants between Sience and Fiction die Leitung der Szenographie übernahm, hat sie mit Rote Ohren - ein audiovisuelles Hörerlebnis nun ihr eigenes Projekt ins Leben gerufen. 

Jule Hayen studeerde literatuur in Bonn, Parijs, Antwerpen en Münster. Ze leest en schrijft het liefst over planten en mens-milieu relaties. Nadat ze voor de literatuurtentoonstelling Eden?- Plants between Science and Fiction de scenografie overnam, heeft zij met Rote Ohren - een audiovisuele luisterervaring haar eigen project gestart.  

Christine Koopmann (°1995) studierte Interdisziplinäre Niederlandistik mit dem Schwerpunkt Literarisches Übersetzen und Kulturtransfer in Münster und arbeitet bei einer Literaturagentur in Amsterdam. Seit 2021 ist sie als freiberufliche Übersetzerin tätig und am meisten faszinieren sie hier Kurzgeschichten und Romane. 2024 konnte sie auf Einladung des Nederlands Letterenfonds während der Leipziger Buchmesse an einem Übersetzungsworkshop der Else-Otten-Preisträgerinnen Christina Siever und Simone Schroth teilnehmen. Sie war ebenfalls Teilnehmerin der sogenannten ersten „Vertalersweek“ 2024, zu der Literatuur Vlaanderen 10 Übersetzende aus dem Niederländischen  nach Antwerpen einlud.

Christine Koopmann (°1995) studeerde Interdisciplinaire Neerlandistiek met een focus op Literair Vertalen en Cultuurtransfer in Münster en ze werkt inmiddels bij een literair agentschap in Amsterdam. Sinds 2021 werkt ze als freelance vertaalster en is het meest gefascineerd door korte verhalen en fictie. In 2024 werd ze door het Nederlands Letterenfonds uitgenodigd om tijdens de boekenbeurs in Leipzig deel te nemen aan een vertaalworkshop van de Else-Otten-Prijswinaars Christina Siever en Simone Schroth. Ze was verder deelnemer van de zogenoemde eerste “Vertalersweek”, waar 10 vertalers vanuit het Nederlands door Literatuur Vlaanderen naar Antwerpen werden uitgenodigd om met de Vlaamse taal, cultuur en natuurlijk literatuur kennis te maken.  

© Jeroom Vanderbeke

Charlotte Dumortier studeerde Digitaal Design in Sint-Lucas Gent, en Illustratie/Beeldverhaal in Sint-Lukas Brussel. Ze werkt en woont in Antwerpen. Ze maakt korte strips, fluo risoprints van worsthondjes en illustraties. Ze maakt deel uit van het redactieteam achter het tijdschrift Aline en geeft les aan Sint-Lucas Antwerpen. 

Meer over Het Rode Oor?

Hier vind je alle teksten, podcasts en informatie.

Alles bekijken

Het Rode Oor is een organisatie van deBuren, Stichting Nieuwe Helden, De Nieuwe Liefde, Hard//hoofd en The Writer's Guide (to the Galaxy). Het Rode Oor is onderdeel van het project Yes, please!, een initiatief van Stichting Nieuwe Helden.

12 van de beste verhalen van Het Rode Oor zijn vertaald naar het Duits. Dit vertaalproject is ontstaan uit een samenwerking tussen Vlaams-Nederlands Huis deBuren en Universität Münster. Met steun van INTERREG Deutschland-Nederland, het Kulturfonds van de Universiteit Münster en Radio Q.