Nog niet zo heel lang geleden zat een kennis van me in de knoop, met zichzelf en met zijn carrière. Zoals dat gaat, probeerde ik hem bij een drankje te voorzien van adviezen. Daarop keek hij mij doodernstig aan. “Dank je wel voor je emotional labor”, zei hij.“Ik wil je graag laten weten dat ik dit héél erg waardeer.”
Ik moest een beetje lachen, want ik was me er niet van bewust dat het geven van advies aan een vriend kon worden opgevat als werk, laat staan emotioneel werk. Maar volgens mijn kennis had ik tijdens het adviseren ook gepraat over mijn éigen strubbelingen en had ik daarbij mijn eigen trauma’s in dienst gesteld van een advies aan hem. Ik had mezelf emotioneel uitgeput om hém te kunnen helpen. Voilà: ik had emotioneel werk verricht.
Trauma-talk, noemde columnist Jessica Bennett van The New York Times het onlangs: de reflex van vooral jonge mensen om terminologie te gebruiken die tot voor kort alleen aan de spreekkamer van de psycholoog was voorbehouden, zoals ‘gaslighting’ of ‘love bombing’. Die woorden verwezen misschien ooit naar ernstige psychologische problemen, nu worden ze ook gebruikt voor de pijntjes van alledag: een tindermatch die niet meer appt, je partner die pas na drie keer vragen de afwas onder handen neemt.
Internet is de echokamer waar deze trauma-talk vooral weerklinkt. Wie door Instagram scrolt, ziet bovendien dat de term ‘traumatisch’ te pas en te onpas wordt gebezigd. Daten met mensen met het sterrenbeeld schorpioen is traumatisch. Een woonruimte zoeken in een grote stad is traumatisch. Een middagje rondhangen op Twitter is traumatisch.
De goede verstaander van internettaal weet natuurlijk dat dit gebruik van trauma deels ironisch is. Ik heb nog nooit een schorpioen gedatet, maar ik denk dat er geen enkele Instagram-gebruiker is die het trauma dat daarmee gepaard gaat au sérieux vergelijkt met het trauma van geen dak boven je hoofd kunnen vinden.
Maar tegelijkertijd weerspiegelt trauma-talk ook de moderne wereld als een zeer traumatische plek. Voor Freud is een trauma een pijnlijke gebeurtenis waarvan de herinnering zich telkens weer aan het getraumatiseerde subject opdringt. Dat gebeurt bij uitstek wanneer dat subject het niet verwacht; het trauma laat zich op willekeurige momenten gelden. Wanneer je denkt aan de grote problemen van onze tijd- klimaatverandering, de afbraak van de verzorgingsstaat, polarisatie, institutioneel racisme om er een paar te noemen- zou je kunnen concluderen dat die zich op eenzelfde manier gedragen. Deze problemen zijn er de hele tijd, maar de gevolgen zijn niet voor iedereen constant en in dezelfde mate voelbaar of inzichtelijk. In plaats daarvan bewegen ze zich dan weer ín het zicht, en dan weer uít het zicht.
Dat heeft ook te maken met de schaal van deze problemen. Ze manifesteren zich misschien in onze directe omgeving, maar overstijgen tegelijkertijd ons gezin, onze wijk en onze landsgrenzen. Zo bekeken is het niet zo gek dat we de internationale spreekkamer van het internet nodig zijn gaan hebben. Ga zitten, log in, neem een pak tissues op schoot voor het geval alles je te veel overweldigt. Hier kun je praten. Straks zul je je beter voelen.