Pretty Woman the Director’s cut
Een nette dame staat doorweekt op het toneel. Ze lacht.
De wereld is geen eerlijke plek.
Ik heb het spel gewoon goed gespeeld.
Mama zei altijd: als je trouwt voor het geld, werk je voor de rest van je leven.
Dus zij is arm gestorven.
Ik zeg niet dat ik het meer verdien dan zij, maar –
Wie verdient er überhaupt iets?
Het woord ‘verdienen’ impliceert dat als je bijvoorbeeld heel veel geld verdient,
je dat hebt ‘verdiend’,
zoals de winnaar van de race een medaille verdient.
Het is maar een woordje, maar het maakt een wereld van verschil.
Net zoals ‘ja’ op je trouwdag.
Wij zouden ons kristallen huwelijk,
dat is tien jaar –
Dat zouden we vieren in Monaco!
En dat was zijn idee
Moooonaaaacoooo!
Romantischer wordt het niet, dacht ik, en rijker –
Lacht.
Ik was op bezoek bij mijn tante en zij zei:
‘Ik herken je bijna niet meer,
zelfs je lach klinkt rijk’.
Maar dat is niet het punt.
Het punt is, het hotel waar we in zitten,
daar wil je niet dood gevonden worden.
Er is geen jacuzzi,
parkeren is betaald en op straat,
maar dat is het ergste niet, nee.
Er is geen uitzicht op zee.
Waarvoor ga je dan in hemelsnaam naar Monaco?
Sinds we hier zijn, heb ik hem sowieso niet meer gezien.
‘Werk’, zegt hij.
We slapen niet eens in dezelfde kamer,
hij neemt mijn telefoontjes niet op.
Ik moest de baliemedewerker omkopen om erachter te komen waar hij zat.
En toen ik op zijn deur klopte.
En klopte, en uiteindelijk met twee vuisten sloeg tot ik niet meer kon,
deed er een mooie, jonge vrouw open.
Ze sprak Frans, dus ik verstond haar niet,
maar ik kon door de kier van de deur dwars door haar kamer kijken.
Een lichte, open ruimte, met ramen van vloer tot plafond.
En achter het glas, een verkoelende,
oneindig blauwe zee.