Pogingen om iets te voelen
Ik droomde dat ik vijftien was
ik lag in het gras en sabbelde op de wijsvinger van een klasgenoot
we kreunden
een ander had mijn vinger in haar mond
Het was niet seksueel
maar zoals je kreunt als je je uitrekt in de zon
of na een lange dag in een schoongewassen bed stapt
en iemand je vastpakt
Vooruit
vooral dat
blote handen op de zachtste delen van je huid
die warmer zijn dan buiten
Warmer dan wat je met infrarood kan zien
er zijn woorden waarvan ik de werking alleen overdrachtelijk ken
infraroodcamera
curve ball
De stad valt om me heen in een miezerbui
verboden hier te dansen
op het krijtbord naast mijn bed
Het jaar mept en mept
en mept en mept en mept en mept.
De tweede aanraking
Uit de panelen van deze stad tekent zich een kunstenaar
af die me vertelt over de modernisten
die in Nederland nooit hebben bestaan
omdat de Eerste Wereldoorlog hier niet speelde
voor ons
Het is een uitgesponnen vertoning
ja
Zeg ik ja
zegt de kunstenaar ja
ja
Ja
ja
Ja
Tot ik geen ja meer zeg maar en Nijhoff dan
en de kunstenaar verdwijnt
Applaus
(maar ik heb nog niet gedanst)
Er loopt glitterpaillettenkeppeltje voorbij
even paarsblauw als onmogelijk
Ik ken de juiste woorden niet
dat lijkt op magische krachten.
De derde aanraking
Nu loopt alleen een meeuw nog mee
synchroon met de muziek
kom hier fluister ik
op de stoep beweegt nog niets
Nu er geen toeristen zijn
in de dertiende-eeuwse tempel van Lopburi, Thailand
hebben de inheemse makaken zich verenigd
in rivaliserende gangs
Ze jagen over straat als dames door de Bijenkorf
achter een yoghurtbakje aan
Ik kan het de metafoor niet kwalijk nemen dat ze seksistisch is
net zomin als ik het helpen kan dat hier alleen maar meeuwen zijn
Waar zijn mijn frieten krijsen ze
cirkelen door de glasscherpe lucht
Kom op mijn vuist zitten schreeuw ik terug
gaan we op jacht
Maar de meeuw is een meeuw
die hoort heel iets anders.
De vierde aanraking
Met een dirty chai latte zit ik op het terras
en probeer me te herinneren hoe het voelde
om plakkerig van andermans zweet thuis te komen
duizelig boven de smerige wc te hangen
naar de spiegel te lopen als over een touwbrug
rode ogen in een rood gezicht
Het was een religie
ik ging ernaartoe om te bidden
met mijn pelvis zei ik amen amen
soms werd ik gehoord
aan de andere kant van de kloof
het was een wonder
dat ik heelhuids thuiskwam
Met brandschone handen houd ik de mok
als een talisman en staar naar de andere
gelovigen: een vertoning in een lege bioscoop
we zien elkaar en weten wat we denken
Etalages kunnen schilderijen zijn
karakter een verdienmodel
niet lachen
echt is een rekbaar begrip
De mensen cirkelen rond dit gedicht
in al hun mogelijkheden
ze krijsen
Maar ik heb geen friet
en ik weet niet of ik het verstandig vind
om die te halen.
De vijfde aanraking
Paul had geen last van ethische overwegingen
zoals de sector steunen met je ticket versus het verder verspreiden
het fiat van je vrienden versus even goed verdienen
Hij zocht simpelweg een uitgang in acrobaten
in trommels in contrast
Paul had dan ook daadwerkelijk iets meegemaakt
waaraan hij moest ontsnappen
De zesde aanraking
Vroeger keek ik neer op kunstenaars
die gewoon maar een beetje door de stad dwalen
en opschrijven wat ze zien
Nu zie ik alles
alsof ik voor het eerst de spijlen van mijn box vastpak
ertussendoor kijk
De glanzende koksmessen aan magneten
het gezicht van mijn vader en zijn bril
Poké bowl
ik spreek de taal niet
Opgebroken kamers achter beletterde ramen
de lege bioscoop is een zaal vol keramieken arenden
stenen leeuwen
zuilen
en iemand die meewarig m’n kant op kijkt in een rode jurk
Poké bowl
poké bowl
klopt het en ik
begin te dansen
Leg je hand op mijn schouder
Ik vraag het niet nog eens
leg je hand op mijn schouder
Beeld je een hand in op mijn schouder
pluk een losse haar uit m’n hals
Vang een bal uit de lucht
de muziek is verdwenen als een meeuw
blijf bewegen