Oude werken, jonge schrijvers 2019

Maria de’ Medici bereidt zich voor

door Iduna Paalman

Datum 7 oktober 2019
Door
Iduna Paalman

Achttien jonge Vlaamse en Nederlandse auteurs laten schilderijen van Frans Hals, Jan Steen en andere grootmeesters spreken vanuit één vraag: wat zie je als je met een genderblik naar deze werken kijkt? Iduna Paalman schreef een gedicht over de opkomst en neergang van Maria de’ Medici bij een schutterstuk van Joachim von Sandrart: ‘Er staat een ragout van fluweel voor mij klaar.’

Joachim von Sandrart, Officieren en andere schutters van wijk XIX in Amsterdam onder leiding van kapitein Cornelis Bicker en luitenant Frederick van Banchem, gereed voor de ontvangst van Maria de’ Medici, koningin-weduwe van Frankrijk, in september 1638.

Maria de’ Medici bereidt zich voor

Ik zag het wel: met hun snorren veegden ze de straten schoon
en hun munitie haalden ze uit de bestekla. Stelletje slappe
vlaggen, gehesen voor Franse zwaai, zie al die schutters
staan, bleek van geluk

ze zijn voor mij, de overdresste bustes en bijtgrage kragen
stroppen die weten hoe ze hun heer naar de mond
moeten praten, o wat betalen ze graag voor hun
eigen verstikkingsgevaar

en wat doet de regentes aan de achterzijde van
het doek? Trekt ze een mes, een satéprikker voor
de zachte gevallen, zoekt ze de zoon die haar bord
leeghaalde en zei: vreet je vol met je eigen
zaken en als er iets is roep je maar?

‘en wat doet de regentes aan de achterzijde van het doek? Trekt ze een mes, een satéprikker voor de zachte gevallen’

Er staat een ragout van fluweel voor mij klaar. Lieve
jongens, wat is holler dan een lege maag, een afgelaste
show? De treden die we bestegen zijn weggetrapt
en begraven, rotten al na

en ik ben de klapkaart op tafel. De muziek is gestopt,
de microbatterij stierf een dichtgeplakte dood,
de gapende felicitaties marcheren nog door mijn kaken
net als de woorden citymarketing, duurbeklede sloep
en de zin

de koningin droeg een aaibaar vaandel maar tijdens
het buffet brak ze haar kies en moesten we slaan.
Wat niemand aan zag komen: de erehaag werd grafgelid
de feestmusketten klodders slijm, het lofpamflet zegt
alleen nog verarmt und vereinsamt en zwijgt dan
beschaamd.

 

*

Dit gedicht lees je ook in Iduna’s debuutbundel De grom uit de hond halen (2019, Querido)

© Marianne Hommersom

Iduna Paalman (1991) schrijft poëzie, proza en toneelteksten. Ze publiceerde in De GidsRevisorHet Liegend Konijn en NRC Handelsblad en is vaste columnist van Hard//hoofd. Haar poëziedebuut De grom uit de hond halen (2019) verscheen bij Querido.

De teksten zijn gepubliceerd op de websites van de Maand van de Geschiedenis en de lage landen, en verschenen in het Frans op les plats pays (vertalers Jean-Philippe Riby en Hans Hoebeke) en in het Engels op the low countries (vertaler Laura Vroomen).

Meer over deze reeks

In de reeks ‘Oude werken, jonge schrijvers’ laten achttien Vlaamse en Nederlandse auteurs zich sinds 2018 inspireren door eeuwenoude artefacten uit het Amsterdamse Rijksmuseum.

Alles bekijken