Het Rode Oor

Maanzaad | Inzending Het Rode Oor 2023

door Milou Voskuilen

Datum 19 oktober 2023

Uit liefst 176 inzendingen selecteerde de jury acht teksten voor de finale van Het Rode Oor 2023. Van onbeperkte intimiteit tot plantaardige schimmelliefde: acht eigenzinnige verhalen die je een inkijk geven in wat er gebeurt als het gezochte wordt gevonden. De onwrikbare rode draad: erotiek. 'Maanzaad’ haalde de finale nét niet, maar krijgt een eervolle vermelding. Hieronder kan je Maanzaad van Milou Voskuilen beluisteren of lezen. Het verhaal werd ingesproken door Maxine Palit de Jongh.

Maanzaad

Heb ik jou gehoord? Dinsdagochtend zat je in de trein, in de Intercity naar Den Helder. Je was aan het bellen en praatte over White Lotus. Wil je me bellen? Jouw stem heeft mij geraakt. X Muurbloempje

‘Hallo?’

‘Is dit Muurbloempje?’

Mijn hart gaat sneller kloppen. ‘Ja…’

‘Dit is Anna. De beller uit de trein.’ Ik sluit mijn ogen en doe mijn best om goed naar haar te luisteren. Er is lawaai op de achtergrond. Verkeer. Ze is buiten.

‘Hoi Anna.’ Haar naam is een teleurstelling. Zo gewoontjes. Het klopt niet.

‘Oh,’ De stem vliegt omhoog. ‘Je bent een vrouw? Ik dacht dat je een man zou zijn…’

Haar stem is hoog. Te hoog. Ze is het niet. Zonder gedag te zeggen, druk ik het gesprek weg.

De stem die ik in de trein had gehoord, was heser. Er zat iets slepends in, alsof de persoon die sprak een klein beetje aangeschoten was, lichtelijk verdoofd. Ze zat een aantal stoelen achter me. De coupé was bijna leeg. Het was een grijze, nietszeggende dinsdagochtend geweest. Ik was moe, afwezig, scrolde over mijn tijdlijn, die vol stond met foto’s van mensen die ik niet kende. En toen hoorde ik haar stem. Ik wist meteen dat deze stem in staat was om mij alles te laten doen, zonder dat ik vragen zou stellen. Haar stem was dwingend, maar speels. Mijn lichaam reageerde op het geluid. Mijn hals en wangen gloeiden, mijn benen voelden als pap. Haar cadans was golvend. Naar haar luisteren was als naakt zwemmen in een donkere, warme zee. Als zout likken van huid. Bijten in een rijpe perzik.
Ik had mijn ogen dichtgedaan en naar haar geluisterd. Ik wilde niet omkijken, bang om de betovering te verbreken.

Helaas hebben er alleen nog maar gekken op mijn Zoekertje gereageerd. Mensen die aandacht willen. Mij in de zeik willen nemen. Mensen die hun vreemde, politieke ideeën met mij delen. Of het laatste seizoen van The White Lotus willen bespreken (een serie die ik zelf nooit heb gezien.) Hun stemmen waren – in het beste geval – alledaags.   

 Als een paar uur later mijn scherm weer oplicht – opnieuw een onbekend nummer – ben ik weinig hoopvol. Met een zucht neem ik op.

‘Muurbloempje?’ hoor ik.

‘Ja?’

‘Dit is Papaver. De stem uit de trein.’

‘Papaver?’

‘Dat is een bloem. Een klaproos.’

Mijn lijf reageert. Ik voel mijn wangen warm worden. Ik denk aan de prachtige rode bladeren. Het bedwelmende zaad. ‘Wat een prachtige naam.’

‘Ik heb hem aan mezelf gegeven.’

Ik glimlach. ‘Je klinkt nog mooier dan ik me herinner.’

‘Is dat zo?’ Ze lacht. Ik sluit mijn ogen.

‘Ik heb je geraakt?’ vraagt ze.

‘Ja.’

‘Waar?’

‘Overal.’

Ik hoor haar glimlachen, voel mijn hartslag in mijn hals. ‘Mag ik naar je luisteren?’

Zonder aanmoediging begint ze te praten. Het is een verhaal, een soort sprookje, over een vrouw die geblinddoekt door een bos loopt. Ze laat zich leiden door een vreemdeling, die een paar passen achter haar loopt. De geblinddoekte vrouw loopt over de paden. Het is nacht. Ze hoort het zachte ge-oeh van een uil. In de verte geraas van auto’s over een snelweg. De vreemdeling loopt dicht achter haar en vertelt waar ze haar voeten moet plaatsen, hoe ze zich moet bewegen.

‘Waar gaan we heen?’ vraag ik.

‘Geen vragen.’ zegt Papaver resoluut.

Ik voel opwinding in mijn lijf. De vreemdeling leidt ons naar een beekje. De geblinddoekte vrouw moet haar broek en schoenen uittrekken. Voorzichtig zet ze een voet op de bodem. Het water is koud, de stroming trekt aan haar lijf. De vreemdeling is nu vlak achter haar. Ze voelt haar warme adem in haar nek. De geblinddoekte vrouw wordt dieper het water in geleid, ze voelt de kracht van de stroming. Stap voor stap gaat ze verder. Ze volgt de aanwijzingen van de vreemdeling, tot ze aan de overkant is. Er is een grote rots, een armlengte voor haar. Die voelt scherp en koud. Langzaam klimt ze naar boven. De wind blaast tegen haar vochtige huid.

Als ze boven is, zegt de vreemdeling dat ze moet stilstaan.

‘Heb je het koud?’

Zachtjes blaast ze haar warmte adem tegen de blote huid.

Ik wil dat dit nooit meer stopt. Haar stem is net zo bedwelmend als haar naam. Haar woorden glijden over mijn rug naar beneden. ‘Waar zijn we?’

‘In een veld. Vol wilde bloemen.’

Ik voel het gras onder mijn voeten. Het prikt een beetje.

De vreemdeling zegt dat ik moet gaan liggen. Ik volg haar bevel. Dan voel ik dat ze naast mij komt liggen. Ze ligt vlakbij, maar raakt me niet aan. Ik zucht. Er is nu alleen nog onze ademhaling.

Meer over Het Rode Oor?

Hier vind je alle teksten, podcasts en informatie.

Alles bekijken

Auteur

Milou Voskuilen schrijft korte verhalen, poëzie, artikelen en essays. Ze houdt zich voornamelijk bezig met de thema’s gezondheid en zingeving. Haar werk is o.m. gepubliceerd in Tirade, Het Liegend Konijn, Viva en De Revisor. Begin dit jaar vond ze een oude cd-rom terug met haar kinderverhalen. Ze heeft een schrijfproject uit haar tienertijd opgepakt en werkt aan een fantasy verhaal.   

Organisatie: deBuren, Stichting Nieuwe Helden, De Nieuwe Liefde, Hard//hoofd en The Writer's Guide (to the Galaxy). Het Rode Oor is onderdeel van het project Yes, please!, een initiatief van Stichting Nieuwe Helden.