Nieuw Geluid op het non-fictieboekenfestival FAAR

Kunnen we nog in vooruitgang geloven?

door Piet Ruig

Datum 18 maart 2024
Door
Piet Ruig
Alles over Nieuw Geluid

Hoe ziet de toekomst eruit van een economie die gestoeld is op groei? Die vraag stond centraal tijdens het panelgesprek over economische (wan)hoop tijdens het non-fictieboekenfestival FAAR. Filosoof Piet Ruig koppelde in zijn openingsessay de economische groei aan het vooruitgangsdenken en onderzocht, in het kielzog van Walter Benjamin, hoe we vandaag nog in vooruitgang kunnen geloven.

Als groei het grondbeginsel is van onze huidige economie, is vooruitgang het centrale begrip van onze politiek.   

Het beeld van onze geschiedenis als een proces van constante opwaartse ontwikkeling, van streven naar onophoudelijke vernieuwing, innovatie en doorbraak, is een elementair onderdeel van de moderne westerse samenleving. Van hockey-stick growth tot het motto van de Olympische Spelen: vooruitgang is overal.  

Met name voor progressieve politici is de belofte van vooruitgang onmisbaar. Ze is zichtbaar in Martin Luther King’s beroemde woorden: 'The arc of the moral universe is long, but it bends toward justice.' Of in de opmerkelijke bewering van dat andere boegbeeld van progressie en vernieuwing, voormalig Belgisch premier Charles Michel, die claimde dat 'België altijd aan de goede kant van geschiedenis zal staan.'  

Opvallend is niet alleen de behoefte om onszelf te zien als de voorhoede in een wereldhistorische ontwikkeling, maar vooral ook de suggestie dat deze ontwikkeling een vrijwel automatisch proces is. Dit geloof in een quasi-noodzakelijke vooruitgang geeft hoop. Het stelt ons gerust. Dat we niet vruchteloos handelen, dat nederlagen tijdelijk zijn, dat onze offers de moeite waard zullen zijn. Dat ons lijden zin heeft, want uiteindelijk komt de overwinning. Dat recht, vrede en vrijheid op een dag zullen zegevieren. 

De Duitse filosoof Karl Löwith zag dit vooruitgangsgeloof als een seculiere versie van een Christelijke theologie: ons lijden is begrijpelijk want het is tijdelijk, het is een noodzakelijk onderdeel van Gods plan, dat uiteindelijk naar de verlossing zal leiden. Toen sociaaldemocraten aan het begin van de 20e eeuw hun duivelspact met kapitalisme sloten, volgde dat uit een gelijkaardig vooruitgangsgeloof: ze accepteerden exploitatie in ruil voor de belofte van groei en vooruitgang. Groei in de toekomst rechtvaardigde ongelijkheid in het heden. 

Groei van wat? Vooruitgang voor wie?

Maar economische groei is een spookachtig, leeg en gevaarlijk concept. Groei van wat, Groei voor wie? Zo is ook vooruitgang leeg: wat gaat er vooruit? Waar gaat vooruitgang naar toe? En misschien vooral, wie gaan er op vooruit? 

 De Joods-Duitse filosoof Walter Benjamin schetst in zijn fragmentarische tekst Over het begrip geschiedenis hoe een leeg concept van vooruitgang een instrument van onderdrukking kan worden. Door zijn blik te richten op de onderdrukten van de geschiedenis, toont Benjamin hoe het klassieke liberale vooruitgangsgeloof verliezers uitwist. Hoe vertrapten en onzichtbaren opgeofferd worden voor een vooruitgang die vooral ten bate is van de heersende klasse. Hoe hun lijden gerationaliseerd wordt als noodzakelijk kwaad, als nevenschade voor een utopische toekomst die niet de hunne is. 

Deze gruwelijke instrumentele logica zie je nu in de rechtvaardigingen die gebruikt worden voor de massale afslachting van Palestijnen. Ze worden gereduceerd tot verwaarloosbare nevenschade in de zogenaamde noodzaak om Hamas te vernietigen. Zogenaamd ten behoeve van een vrede die de al meer dan dertigduizend slachtoffers nooit mee zullen maken. 

De niet-aflatende opeenvolging van dit soort gruwelen in onze geschiedenis stelt ons ingesleten geloof in vooruitgang telkens weer in vraag. Maar de klimaatcrisis lijkt de genadeklap aan ons klassieke vooruitgangsideaal te geven. Technologische vooruitgang beloofde de moderne maatschappij van de natuur te emanciperen. Maar in een ironie van planetaire omvang blijken we juist radicaler dan ooit tevoren aan de natuur onderworpen. De moderne technologische maatschappij heeft natuurkrachten losgemaakt van een omvang waar iedere klassieke dondergod bij verbleekt. Ondertussen gebruikt het Israelische leger de nieuwste kunstmatige intelligentie om Gaza nog rücksichtsloser met de grond gelijk te maken, en kunnen we wellicht met Adorno concluderen: vooruitgang is regressie.  

Hoe te blijven vechten voor een betere wereld zonder (valse) hoop?

Maar toch, als 'progressieven' kunnen we het vooruitgangsideaal niet schadeloos laten varen. Zonder hoop op vooruitgang dreigt de bodem onder ons politiek handelen weg te vallen. Het is de vaak gehoorde kritiek op apocalyptisch discours over de klimaatcrisis: het zou demotiverend werken, tot nihilisme aanzetten. Hoewel deze kritiek mijns inziens grotendeels de plank misslaat, raakt hij wel aan een belangrijk inzicht: zonder geloof in een betere toekomst, dreigen we de gruwelen van de wereld simpelweg te accepteren. Dreigen we onderdrukking en destructie te normaliseren tot noodzakelijke, onvermijdelijke feiten van het bestaan. In het beste geval leidt dit tot een onverschillig stoïcisme, in het slechtste tot een destructief nihilisme. Tot een politiek van cynisme en racistisch eigenbelang. 

Nu in Vlaanderen de Leeuw met de zwarte nagels krabt aan de poorten van de macht, en er ieder jaar nieuwe hitterecords sneuvelen in een 'citius, altius, fortius' van ecologische ineenstorting wordt deze vraag steeds prangender: kunnen we nog in vooruitgang geloven? Hoe kunnen we blijven vechten voor het simpele ideaal van een betere wereld, terwijl steeds donkerdere vooruitzichten zich opstapelen? Hoe te strijden voor de toekomst, zonder de garanties van een automatisch historisch proces of een goddelijk plan, zonder individueel lijden te rechtvaardigen met onzekere, onvolledige utopieën? In andere woorden, is een ideaal van échte vooruitgang mogelijk? 

Dit ideaal kan niet gestoeld worden op de valse hoop dat alles alsnog goed zal komen, op magisch denken dat de ernst van de situatie ontkent. We kunnen niet rekenen op een uiteindelijke overwinning die alles de moeite waard zal maken, die de apocalyps af zal wenden. Alsof de catastrofe niet allang aan het plaatsvinden is, alsof de klimaatcrisis niet al ontelbaar veel slachtoffers heeft gemaakt, alsof er niet eindeloos veel levens, ecosystemen, werelden, allang onherroepelijk vergaan zijn. 

Vooruitgang als onderbreking

In Benjamins tekst valt er een suggestie te ontdekken voor een ideaal van vooruitgang als onderbreking. Een onderbreking van de kille chronologische logica van de progressieve opwaartse ontwikkeling, waarin iedere gebeurtenis, iedere actie slechts een tussenstadium is, slechts een instrument voor de volgende doorbraak. Benjamin doorbreekt dit door zich op herdenking te richten, op ons vermogen én onze verplichting om in naam van eerdere generaties en eerdere slachtoffers te handelen. Zo krijgt politiek handelen niet slechts betekenis als middel tot een utopische toekomst, maar ook als genoegdoening en erkenning van alles en iedereen die we al verloren hebben. Zo kan actie, zegt Benjamin, 'het continuüm van de geschiedenis doorbreken.'

Een echt vooruitgangsgeloof is misschien daarmee de overtuiging dat verzet nooit futiel is, hoe duister de toekomst ook lijkt. Niet omdat die toekomst er niet toe doet, maar omdat we onze acties niet enkel tot hun toekomstige doel hoeven te herleiden. Verzet als onderbreking biedt namelijk, in Benjamins woorden 'Een messiaanse stilzetting van het gebeuren, een revolutionaire kans in de strijd voor het onderdrukte verleden.' En wellicht dus ook echte groei, door groei stil te zetten.  

Piet Ruig sprak dit essay uit tijdens het programma Denken over morgen: over economische (wan)hoop op 9 maart tijdens FAAR 2024.