Knalgele azalea’s
Denkbeeldige lezers vragen de schrijver om een tour de force en de schrijver krabt aan haar kin. Waar sport fanatiek is en de sporter snel opbrandt, vraagt een ambacht als schrijven om duurzamere ontplooiing. Deze schrijver is uit op een trage vlam, een fakkel die men kan doorgeven.
Neem het schrijven van een zin over azalea’s die je blik vangen in de plantenbakken van de Brico. Je komt op je koersfiets de stad in gereden. Een zin als: Na een lange fietstocht valt je oog op de azalea’s die buiten aan de doe-het-zelfzaak in een bloembak staan uitgestald.
Behalve dat deze azalea’s knalgeel zijn. Essentieel detail, dat de schrijver vergat te vermelden. De lezers zuchten. Opnieuw: Na een lange fietstocht …
De schrijver denkt even na en wil bij nader inzien toch graag aan snelheid winnen om aan mogelijke wensen van denkbeeldige lezers tegemoet te komen. Opnieuw.
‘Hoger, hoger!’ schreeuwen de lezers nu ze merken dat de schrijver beïnvloedbaar is.
‘Denk je dat je aan snelheid en hoogte kan winnen zonder kracht? Waar blijft onze tour de force?’
Na een lange fietstocht, wanneer je met een aangename vaart de stad in rijdt, schiet je blik naar knalgele azalea’s die buiten aan de doe-het-zelfzaak in de Rue Haute in een bloembak hun blaadjes heen en weer bewegen in een wind die raast, waardoor alles wat los en licht is de lucht in vliegt tot boven autodaken en hoofden van voorbijgangers, en wordt het hele tafereel je te veel – de windkracht, de determinatie van al die voorbijgangers die lijken te weten waar ze heen gaan in het leven terwijl jij alleen maar fietst - en verblind door het gele geweld van de azalea’s die je net nog zo mooi vond, schuur je met je voorwiel tegen de stoeprand aan en kom je op je been terecht waarin pijn als een trage vlam aan een lange lont omhoog trekt.
Het is stil onder de denkbeeldige lezers. De schrijver zucht en schudt de kramp uit haar hand.