IRL
Ze zou me alleen ontmoeten als ik de bril draag die ze me had opgestuurd, een blauw overhemd aan doe en de barista vraag naar een vrouw in een witte jurk. En ook al is het geen voorwaarde, ik kijk niet naar de bovenverdieping bij binnenkomst in het café. Ze houdt me waarschijnlijk in de gaten.
Na weken texten ben ik nu te dichtbij om het te verknallen. Dus ik groet gewillig de barista en betreed de houten trap naar boven.
Ik duw mijn handen in mijn zakken om maar niet aan de zware bril te friemelen. Dit is waarschijnlijk wat ze wil. Dit is de test. Ik let op mijn stappen en merk hoe de bruine kleur van mijn schoenen niet overeenkomt met mijn herinnering. In het echt zijn ze donkerder.
Op ooghoogte met de vloer zie ik dat we alleen zijn. Haar rug is naar mij gekeerd en haar zwarte krullen zijn zo glimmend als op de foto’s. Er verschijnen glitter-emojis rondom haar gedaante en ik stoot tegen een stoel aan. Haar schouders schudden. Ze giechelt.
Ik wrijf op de pijnplek op mijn been en stap op haar af.
‘Ben jij het?’ vraag ik. Ik durf niet zomaar voor haar te gaan staan. Het is geen voorwaarde, ik hoef geen toestemming te vragen om haar gezicht te zien. Ik heb alle regels gevolgd. Maar wat als ze nu besluit dat ik toch iets niet goed heb gedaan. Wat als ik de bril af doe en ze hier niet eens is. Wat als ik de bril af doe en zie hoe beige haar huid in het echt is.
Ze kijkt over haar schouders naar me op. Een animé-haarstrik ontpopt boven haar zwarte pony. Haar wimpers strooien glitters wanneer ze knippert. Met hoge schouders en een perfecte lach knikt ze.