Huil
Ik zag de beste kogels van mijn generatie vernietigen in chaos,
die uit gietijzeren droombeelden om zijn gesmolten,
die niet konden ingaan tegen hun roeping,
die bezweken onder groepsdruk en buskruit,
die afgevuurd direct al uitgeblust waren,
die rondvlogen zonder zelf richting gekozen,
die zich zuchtend voortbewogen in lompe luchtbogen,
die nadachten over het beschamend kanon,
die te snel gingen om tot reflectie te komen,
die duizelden in het eenduidige suizen,
die geen retour boekten voor eenrichtingsvluchten,
die botsten en elkaar uit het oog verloren,
die genoten van doden als uiterste poging,
die liever capituleerden dan headlines te maken,
die door muren heen slopen waarop mensen steunden,
die gegrond voor zichzelf onvindbaar waren,
die door fluwelen handjes uit context gerukt,
die opgepoetst werden in pronkkabinetten,
die hoop van de top nul-punt-één-zeven procent,
wij staan voor duizenden,
ik spreek voor ons
punt
gaaf
maar ik heb niet allemans schrammen
op mijn gietijzeren lijf gekrast
gekregen.