Dit is niet de enige maar deze is van mij
Uiteindelijk was het de Schot die er over begon. Hij was één van de huurlingen in ons garnizoen, landloos, vaderloos sinds Zutphen, en naamloos omdat we onze kelen niet rond de subtiele g-klanken in zijn naam gemanoeuvreerd kregen. Het kampvuur stoomde onze dekens vol houtskoollucht en hij lag wenend in het zand. We negeerden hem en maakten duidelijk dat we hem negeerden door over hem heen te praten. Niemand wilde de eerste zijn die hem aanraakte. Hij keek ons niet aan toen hij in zijn vreemde Engels begon over hoe we gereedschap waren, zoals onze musketten dat voor ons waren – standaardobjecten die waren gemaakt om elke keer precies hetzelfde te doen.
De sergeant erkende wat hij had gezegd door hem met zijn voet het zand in te duwen en te zeggen dat hij niet zo’n baby moest zijn. De jongen keek ons aan met zijn heldergehuilde ogen, en herhaalde zijn inzicht over gebruiksvoorwerpen. De sergeant zette een laars op zijn borst en zei dat hij zijn eigen voorwerp eens wat vaker moest gebruiken. Hij deed alsof hij ons vertegenwoordigde tegenover de Schot, maar toen we naar de twee keken zagen we ons niet in hém terug.