Bij elkaar geraapte chaos
Een glasraam bestaat uit aan elkaar gelijmde scherven. Chaos wordt tot orde geschapen. Wat ik als kunst zag toen ik acht jaar oud was. Een landschapschilderij. Een bronzen beeld van de perfecte mens. Een glasraam van Philips de Tweede in gebed. De geschiedenis die zich voor me ontvouwde, vereeuwigd, een stukje werkelijkheid gevangen. Dacht ik. Van al die schreeuwerige kunst begreep ik niets. Verf die over het doek krast, beelden die in elkaar storten, het maakte lawaai maar het raakte niet. Het moest of mooi zijn of echt en al het andere vertelde niets. Omdat ik niet luisterde. Ik begreep niet waarom de kunstenaar soms jarenlang gewerkt had om zijn kunst uiteindelijk zonder duidelijke betekenis achter te laten. Geef het een titel. Geef het een vorm. Geef het een doel. Het is tenslotte je kind.
Het was onaf. Dacht ik. Tot ik besefte dat een werk zonder betekenis alles kan betekenen. Dat zelfs een statisch kunstwerk van een koning in gebed meer betekent. Dat een koning zijn God dient en niet zijn volk bijvoorbeeld, dat de geschiedenis wordt geschreven door de macht en dat de macht ook de kunst dicteert op de vingers tikt, over schouders meekijkt. Of dat de geschiedenis bestaat uit losse scherven en gekleurd glas van verschillende tinten en als je er één beeld van wilt maken, de geschiedenis tegenspartelt, je nog altijd ziet waar de scherven in elkaar over zijn gelopen en elkaar raken. Een beetje temperatuur, wat druk en alles barst. Orde is slechts bij elkaar geraapte chaos.