{Algoritme-apartheid}
Kijk, we tellen elkaars rotte kiezen,
omdat tellen nog altijd wat rust geeft,
vermijden oogcontact,
omdat we vrezen dat buren ook maar
een menselijk synoniem voor kliklijnen zijn, kijken
niet meer naar realityshows,
we dragen hanenveren.
Jij hakt de handen
van een hulpverlener af
omdat dat is wat we kennen, wat
we altijd doen als iemand op de zon wijst.
we klikken niet.
II.
onze kinderen zijn uit huis geplaatste
pijnscheuten,
bijvangst van het algoritme.
We horen nog elke dag hoe ze viesagretjes en cermifelli zeggen.
Weet je, ik stotter af en toe,
alsof mijn stem ruimte wil laten voor een terugkeer.
Je knikt, vertelt
hoe ze aan je botten knagen, zich nestelen
tussen je zenuwen. Onze kinderen zijn systeemkinderen nu.
Zelflerend.
III.
Kijk, we fluisteren tegen computerstemmen
omdat schreeuwen ons bozer maakt dan hen,
wantrouwen de papiertjes tussen de deur,
we leven onverzekerd.
niet omdat we geen valscherm willen, maar
omdat de institutieangst sterker is, vinken
geen vakjes meer aan, trekken ons terug,
negeren de verificatie en staren.
Page Loading. Page Loading.