Achterklap uit het atelier
Anoniem dagboekfragment van een verongelijkte schildersassistent, gevonden tussen de verzamelde papieren van Lucas I van Valckenborgh. Vertaald naar het modern Nederlands door Willem Pije.
2 november 1579
De aartshertog ziet zijn cape graag vliegen. Hij associeert het met het geluid van klapperend stof dat hem achtervolgt als hij met zijn paard door de Nederlanden raast, de provinciën die hij met zijn Habsburgs bloed denkt te verbinden. Niet door het te laten vloeien op de velden die jaren ongeploegd hebben liggen te verpieteren maar door simpelweg zijn naam te verbinden aan de hele onderneming. Uren hebben de schriele Johan en ik met een enorm laken staan wapperen zodat Lucas kon vangen hoe de cape golft. Hij moest constant op precies dezelfde manier langs zijn schouder heen vliegen en over zijn onderarm gedrapeerd worden. Het was bijna alsof er er een echt windvlaag voorbijtrok en hij werkelijk een succesvolle krijgsheer was.
Het wordt nog mooier. ‘Ik heb echt het gevoel dat we naar een gemeenschappelijk doel aan het werken zijn’, hoorde ik hem vandaag tussen neus en lippen beweren. Het enige nieuws dat we hier op het moment ontvangen is van reizigers die met de wildste vertellingen op de proppen komen. Als er ook maar een kern van waarheid zit in deze confabulaties – waar rook is, is vuur – dan lijkt het erop dat zijn zogenaamde bondgenoot Willem van Oranje achter zijn rug van alles aan het bekokstoven is en, in ieder geval, weinig vertrouwen heeft in onze Matthias. Niet dat ik het hem kwalijk neem. Overigens zag ik de aartshertog schichtig om zich heen kijken nadat hij deze woorden had gepreveld, alsof hij stiekem hoopte dat niemand zijn leugen had gehoord.