Van nature kunstmatig
door Bouke van Balen
Op 24 oktober stelden de deelnemers van Nieuw Geluid 2025 zichzelf en hun thema’s voor aan het publiek. Bouke van Balen is techniekfilosoof, neurowetenschapper en docent. Hij is geïnteresseerd in hoe wetenschap en technologie relaties met onszelf, elkaar en de wereld vormen. Tijdens Nieuw Geluid Live vertelt hij over de bijzondere ontmoeting met Marleen en hoe hij is gaan beseffen dat het onderscheid tussen mens en technologie kunstmatig is.
Heb je weleens een stilte meegemaakt die zo lang duurt dat je niet meer weet wat je met jezelf aan moet? Dat je je afvraagt of de ander je wel heeft gehoord, dat je begint te twijfelen of de ander er wel echt is? De tijd vertraagt. Iedere seconde lijkt een eeuwigheid te duren.
Dat ongemak voelde ik tijdens mijn eerste ontmoeting met Marleen. De woonkamer van haar benedenwoning is dunnetjes en zakelijk ingericht, met genoeg ruimte tussen de meubels zodat ze er met haar elektrische rolstoel omheen kan bewegen. Aan de muur hangen foto’s van een vrouw die Marleen moet zijn geweest in een vorig leven, maar in de verste verte niet lijkt op de persoon die naast ons zit.
We doen een kennismakingsrondje. Judith stelt zich voor als professor in de neurowetenschap. Ik stel mij voor als neurowetenschapper en techniekfilosoof. Wanneer Marleen aan de beurt is volgt er niets. Op de achtergrond horen we het repetitieve geronk van haar beademingsmachine: hshhhhh, hshhhhh, hshhhhh.
Na vier minuten dicteert ze via haar ogen: Ik. ben. Marleen. 47. jaar. oud. Drie. kinderen. Huisarts. A.L.S. sinds. 2022.
Ik luister naar haar uitdrukkingsloze woorden, en aanschouw haar haast levenloze lichaam in een rolstoel. Terwijl ik net te lang staar naar de adembuis in haar keel, besef ik hoe ongemakkelijk ik mij voel. Wie is dit, en hoe verhoud ik me tot haar? Ik weet dat Marleen een persoon is, een mens inclusief gevoelswereld. Een huisarts en moeder van drie kinderen, blijkbaar. Maar om eerlijk te zijn, lijkt ze op het eerste gezicht meer op een ding dan een mens. Om specifieker te zijn, lijkt Marleen op een computer.
Haar stem doet me denken aan de stem van de natuurkundige die in ons collectief geheugen ligt opgeslagen als het genie met de robotstem: Stephen Hawking. Het is bijna dezelfde stem als die van Marleen. We herkennen mensen vaak aan hun stem, maar Stephen Hawking, Marleen, en vele anderen die moeten communiceren via stemcomputers, gebruiken een technologische stem die verre van uniek is.
‘Omdat Marleen zich nauwelijks kan uiten, zie ik haar steeds minder als mens en meer als ding, als een soort tussenobject dat een bepaald ongemak oproept’
Op Marleen had dat een vervreemdend effect. Een paar maanden na onze ontmoeting schreef ze me dat haar stem haar eigenlijk minder menselijk maakt. Haar kinderen denken dat ze schreeuwt, haar man dat ze klaagt. Het frustreert haar dat het haar niet meer lukt om sarcastisch of sexy over te komen. Een servicemedewerker van de belastingdienst dacht dat hij een robot aan de lijn had en hing meteen op.
Wanneer zien we elkaar als dingen in plaats van als mensen? De Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty zou zeggen dat we mens én ding zijn, wezens die de wereld beleven door hun lichaam, maar dat lichaam ook ervaren als ding. We zien de ander pas als een ander wanneer we ervaren dat er een levendige gevoelswereld huist in dat dingelijke lichaam.
Omdat Marleen zich nauwelijks kan uiten, zie ik haar steeds minder als mens en meer als ding, als een soort tussenobject dat een bepaald ongemak oproept. Wat moeten een neurowetenschapper en een filosoof aan met een mens dat lijkt op een computer?
Als ik Merleau-Ponty moet geloven, zou Marleen menselijker worden als we haar binnenwereld zichtbaarder kunnen maken. Judith en ik zitten bij Marleen aan tafel om te onderzoeken of dat kan door een chip in haar brein te plaatsen die woorden uit haar hersenpan gaat ontcijferen.
‘Onder velen heerst er een angst dat technologie op mensen gaat lijken. De situatie van Marleen laat zien dat mensen ook op technologie kunnen gaan lijken, en dat technologie een persoon zelfs menselijker kan maken’
Judith legt uit dat het plaatsen van de chip niets gevaarlijks is: “De neurochirurg hoeft enkel uw schedel even te lichten en een matje met elektrodes op uw brein te leggen. Gaat alles goed, dan kunnen we u aansluiten op een computer die hersensignalen omzet in woorden.” Misschien helpen we Marleen dan om weer de moeder te zijn die ze eigenlijk is, in plaats van de chagrijnige computer die haar kinderen nu zien.
Als ik vanuit mijn vakgebied het debat rondom technologie volg, valt me iets op: onder velen heerst er een angst dat technologie op mensen gaat lijken, of dat we onze menselijkheid dreigen te verliezen als we steeds meer samensmelten met technologie. De situatie van Marleen laat zien dat mensen ook op technologie kunnen gaan lijken, en dat technologie een persoon zelfs menselijker kan maken.
Sterker nog, mijn ontmoeting met Marleen heeft me doen inzien dat het hele onderscheid tussen mens en technologie kunstmatig is. Marleen kan niet zonder technologie, haar menselijkheid is ervan afhankelijk. Maar, hoe anders zijn jij en ik dan Marleen?
Als mensen worden we allemaal naakt en gebrekkig geboren. We compenseren dat gebrek met gereedschappen zoals kleding, smartphones, of het schrift. Zonder zouden we niet kunnen leven, zonder waren we nooit mensen geweest.
Technologie hoort altijd al bij wie wij zijn, hoe wij nadenken, en wie we kunnen worden. De mens is een technologisch wezen, of, om met Helmuth Plessner te spreken: de mens is van nature kunstmatig. In plaats van bang te zijn om cyborgs te worden, kunnen we ons beter realiseren dat we altijd al cyborgs zijn geweest.
Bouke van Balen
Bouke van Balen (1997) is techniekfilosoof, neurowetenschapper, en docent. Hij is geïnteresseerd in hoe wetenschap en technologie relaties met onszelf, elkaar, en de wereld vormen, om daarin ficties van feiten te onderscheiden. Hij onderzoekt aan UMC Utrecht, TU Eindhoven, en TU Delft hoe hersenchips mensen die bijna volledig verlamd zijn een stem kunnen teruggeven en hoe zijn door de ogen van anderen meer of minder als persoon gezien te worden. Zijn werk verscheen al bij De Universiteit van Nederland, Bij Nader Inzien, en in de podcast Red de Millennial.
Alles bekijkenFoto's: Andreas Van Esbroeck