Metropool
Roosters in de stoepen vermoeden een ondergrondse stad
boven de straatspiegel dansen rookpluimen
en mensen met plooifietsen
Voor elk exemplaar belooft de aarde een ondermens
die op de metro stapt zich tegen anderen perst
Gebroken harten hervinden intimiteit
in andermans plooien
bagage te vergeten bij bestemming bereikt
Boven drommen toeristen om een verkleumde zwerver
hedendaagse mummie zonder museum
Voor iedere metro die boven water komt
duikt elders een tram de diepte in
meldingen van dreiging wekken een koor van zuchten
's Nachts komt iedereen samen op pleinen en daken
de stad kreunt met open ogen
zomer opzuigen uit je tegenpool
om je eigen winter te vergeten
Stad van vermenigvuldiging
Op het plein bij de lantaarnpaal staat een nachtkast
daarnaast een matras met een vochtplek
de schaduw van een kind
wie zijn slaapkamer hier achterliet
droogt zijn natte dromen met daglicht
Op een balkon begiet een vrouw haar geraniums
een schooier met zeep neuriet onder de druppels
in een volgend leven is hij Piaf
Een groep oudjes wuift naar stenen standbeelden alsof ze levend zijn
de straatmuzikant bij de fontein schalt zonder gêne:
in iedere steen herken ik mijn vrouw
vijftig jaar geleden toen ze nog glad was
aan haar benen
De schooier neuriet onverstoord
de senioren zijn uit het lied verdwenen
de geraniumvrouw prikt een vinger in de aarde
nog twee bakken te gaan
Vloed
Acht laarzen wandelen in de gayparade
drie verward één zwanger
niemand hand in hand
Gedachten verdwalen in een man een vrouw een man
die ik als rozenblaadjes uit mijn mond trek
tot het laatste woord gevallen
mijn tong vol doornen
Ik blaas in de nek van een paradeganger
verzin een voorspel zonder jou
Geen burger begrijpt waarom je
na ons gesprek uit je oevers trad
Twintig miljoen tenen nat
sloepen in de straten
het museum in gevaar
voor wie zijn kelderplantage wilde redden
elektrocutie
In deze veelslachtige massa herkauw ik
alle vrouwen die we ooit kusten
alle bruggen die we verbrandden
Tegen hoeveel stromen moet ik in varen
voor je water zich naar binnen vouwt
lichamen wegwast uit lakens
wij weer gesteven in de kast