Spiegelpaleis
door Michael van Dijk
Op 24 oktober stelden de deelnemers van Nieuw Geluid 2025 zichzelf en hun thema’s voor aan het publiek. Michael van Dijk is schrijver en journalist. Hij debuteerde in 2025 bij Uitgeverij Pluim met zijn journalistieke memoir ‘U heeft helaas niets gewonnen. De gokindustrie en mijn verslaving ontrafeld’ dat werd genomineerd voor de Prinsjesboekenprijs. Hij schreef al stukken voor enola.be, NRC en Trouw. Tijdens Nieuw Geluid Live sprak hij over zijn zoektocht naar verbinding en voldoening in zijn relaties met anderen.
‘Ik mis gewoon de verbinding met mijn vader’, zei ik tegen mijn psycholoog ergens halverwege onze afspraak. ‘En hoe ziet die verbinding eruit voor jou?’, vroeg hij. ‘Ik denk ... dat we op dezelfde golflengte zitten?’ Aangezien mijn psycholoog stil bleef, praatte ik verder. ‘Ik ben gewoon zo benieuwd hoe mijn vader over het leven nadenkt, over wat er voor hem nu écht toe doet en wat hem ’s nachts wakker houdt. Of hij hetzelfde denkt als ik …’
Toen ik ’s avonds met een sigaret en slaapthee op mijn balkon zat, realiseerde ik me dat die verbinding bovenal een verlangen naar herkenning was: dat ik me pas verbonden voel wanneer mijn vader zich net zo intens zou bezighouden met de grote vragen des levens als ik.
Met dat besef doemden soortgelijke situaties op. Die ene date een paar dagen vóór mijn therapieafspraak, toen ik naarstig naar meningen zocht die óók de hare waren. Of na dat ene verjaardagsfeestje het weekend dáárvoor, toen ik bij thuiskomst meteen in een tunnel terechtkwam van eindeloze analyses over hoe ik die avond op anderen was overgekomen. Hadden ze me interessant en grappig genoeg gevonden?
In al die situaties gebruikte ik de ander als instrument. Mijn vader moest zoals ik zijn. Mijn date een bevestiging van mijn standpunten. En de groep mensen op dat feestje wat ik in hun ogen zou zijn. Maar hoezeer ik ook zocht naar de erkenning van mezelf in de ander, ik bleef iets onvervuld ervaren.
Zoekend naar een uitleg voor dat gevoel belandde ik in het boek ‘De cultuur van het narcisme’van historicus Christopher Lasch. Lasch beschrijft daarin hoe de moderne mens door eindeloze bureaucratisering, ongebreideld consumentisme en culturele ontwaarding van het verleden tot narcist is gemaakt. Niet de onbezorgde egoïst die we ons doorgaans voorstellen, maar één die door zijn angst en onzekerheid sterk afhankelijk is van anderen.
Deze narcist, zo schrijft Lasch, heeft ‘de individuele wil almachtig verklaard’, maar isoleert zich daarmee enkel verder. Terwijl hij zich naar buiten voordoet als innemend, voelt hij zich van binnen koud en leeg. En terwijl hij streeft naar autonomie, kan hij niet zonder de blik van de ander ‘voor de voortdurende toediening van goedkeuring en bewondering’.
‘Ik gebruik de ander niet om hem, hen of haar te kennen, maar om mezelf compleet te voelen’
Daar herken ik me in. Ook ik gebruik de ander niet om hem, hen of haar te kennen, maar om mezelf compleet te voelen. En om me heen zie ik hetzelfde: de jonge sociale mediagebruikers die leven voor likes, de therapiegangers die geen zelfkennis, maar erkenning willen, en de activisten die hun tegenstander – de asielzoeker, de elite, de fascist – gebruiken voor de bevestiging van hun eígen identiteit. Wat rest zijn relaties die volgens Lasch ‘kleurloos zijn, oppervlakkig en uiterst onbevredigend’.
Toen ik het boek van Lasch eenmaal uithad, sprak ik erover met een vriendin. Ik legde haar uit hoezeer ik mezelf in Lasch zijn narcist herkende en hoe verloren ik me voelde vanwege het gebrek aan oplossingen in zijn betoog. ‘Tja,’ zei ze, ‘misschien ben je gewoon psychisch, en lijd je daar extra onder omdat je er constant bij stilstaat.’
‘Precies!’ zei ik. ‘Dat is dus dat pseudo-zelfbewustzijn waar Lasch over schrijft.’ Ze zuchtte. ‘Weet je wat helpt?’, zei ze op een enigszins plagerige toon. ‘Naar het Mega Piraten Festijn gaan. Eén groot meezingfeest, in het GelreDome. Jantje Smit, Gerard Joling, Marco Schuitmaker: ze zijn er allemaal.’ Ze pakte haar mobiel erbij en terwijl ze me de affiche liet zien, vroeg ze of ik met haar meeging. Ik barstte in lachen uit. Die naam alleen al. En dan die poster: ruim twintig plofkoppen aan elkaar geplakt, een muur van olijke witte-mannengezichten met onderkinnen van jewelste.
Maar terwijl mijn reactie op de absurditeit ervan langzaam wegebde, besefte ik dat die vriendin me wellicht een uitweg had geboden. Niet door een nieuw licht op mijn theorie te schijnen, maar door me uit te nodigen dat gewroet in mijzelf even te staken. Lekker massaal meezingen met artiesten als Gerard Joling, zonder iets van elkaar te vragen of verwachten: dát was wat me te doen stond. En wie weet dat ik daar dan, te midden van al die zanglieden in het Arnhemse GelreDome, datgene vind waar ik al die tijd al naar op zoek was: een vorm van nabijheid.
Michael van Dijk
Michael van Dijk (1999, NL) is schrijver en journalist, en debuteerde begin 2025 bij Uitgeverij Pluim met zijn journalistiek memoir U heeft helaas niets gewonnen. De gokindustrie en mijn verslaving ontrafeld, dat werd genomineerd voor de PrinsjesBoekenprijs. Hij schreef stukken voor enola.be, NRC, Trouw, RifRaf en Omroep HUMAN. Ook nam hij deel aan de allereerste editie van het Press Play-programma, een talentontwikkelingstraject van Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten voor journalisten in de dop. Voor Michael de pen oppakte, was hij actief als klassiek gitarist en muziekdocent.
Alles bekijkenFoto's: Andreas Van Esbroeck