Schrijfresidentie 2024

‘Soms steel ik gewoon, dat doen alle schrijvers hoor!'

Simone Atangana Bekono in gesprek met de residenten

Datum 17 juli 2024
Schrijfresidentie

‘Ik ben Simone, ik ben 33 – oh nee, dit gaat klinken als een speed date!’ Een speed date werd het zeker niet, het bezoek van Simone Atangana Bekono aan de schrijfresidenten in Parijs. Zij nam zelf deel in 2018, kort nadat haar debuutbundel uitkwam. Zes jaar later vertelt ze aan deze lichting honderduit hoe ze sindsdien haar weg zocht (en nog steeds zoekt) in het schrijven.  

Dat Simone Atangana Bekono schrijver is geworden, voelt voor haarzelf nog steeds als een verrassing. Ze was tijdens haar jeugd veeleer gefascineerd door film en hoewel ze veel schreef, voelde ze er geen passie voor. Niemand in haar omgeving was ermee bezig. Een hele goede schrijfworkshop deed haar toch beslissen om zich aan te melden voor de opleiding Creative Writing van ArtEZ. ‘En toen werd ik daar aangenomen! Ik voelde me heel nep, want ik was er nog maar net achter gekomen dat ik dit eigenlijk echt leuk vond.’

Atangana Bekono voelde zich de rest van de opleiding een beetje een buitenstaander (‘waarschijnlijk had dat iets te maken met afkomst of huidskleur’), maar studeerde wel af met het chapbook Hoe de eerste vonken zichtbaar werden. De bundel werd op 100 exemplaren gedrukt voor vrienden en familie. Maar ondertussen werd ze door zowel Wintertuin als Slow Writing Lab begeleid en zij legden contact met uitgeverijen. Wat volgde was een herdruk voor het brede publiek, een contract voor een eerste roman én heel veel leerervaringen.

© Marianne Hommersom

© Marianne Hommersom

Schrijven over jezelf (of liever niet)

In de gesprekken met docenten en uitgeverijen viel het Atangana Bekono op dat enkelen van hen het advies gaven om autobiografisch te schrijven. ‘Dat horen mensen van kleur wel vaker, dat het boeiend is voor de lezer om “jouw wereld” te leren kennen, waarmee ze dan doelen op de  Kameroense cultuur. Maar hoe ik opgroeide in een dorpje in Brabant vind ik even interessant en ik wil eigenlijk niet over mezelf schrijven.’

Die ervaring was dan ook het vertrekpunt voor haar niet-autobiografische roman Confrontaties, waarin hoofdpersonage Salome terechtkomt in de jeugddetentie. Omdat die wereld ver van haarzelf staat, sprak ze veel ervaringsdeskundigen om een geloofwaardig decor te kunnen scheppen. ‘Op die manier werken is delicaat. Ik zorgde ervoor dat al mijn geïnterviewden wisten dat ik informatie bij hen kwam halen, zonder iets concreets terug te geven. En ze weten dat ze altijd contact met me op mogen nemen als ik iets voor hen kan doen.’

Hoewel ze op die manier te werk ging, viel het op dat journalisten Salome toch gingen verbinden aan haar schrijver. ‘Je hebt een boek geschreven, maar ze willen jouw traumatische ervaringen horen. Of ze denken dat ik plots deskundige jeugddetentie ben!’ Atangana Bekono blijf het liefst weg van zulke politieke framing. Ze wil best naar een talkshow gaan, maar dan als schrijver: ‘Ik wil niet dat “racisme” mijn kaart in de rolodex wordt.’ Ze heeft veel respect voor schrijvers die wel woordvoerder over een thema willen worden en ondersteunt ook jonge schrijvers die activistischer zijn, maar het is niet haar roeping.

Ja zeggen tegen alle opdrachten (of liever niet)

Waar Simone Atangana Bekono wel vaak ‘ja’ tegen heeft gezegd, is de vraag om op te treden met haar werk of opdrachtteksten te schrijven. ‘Nadat ik ArtEZ verliet heb ik een hele tijd alle opdrachten aangenomen die ik kreeg, terwijl ik nog in een hotel werkte.’ Ze werkte zeven dagen per week en vaak niet of slecht betaald. ‘Nu is fair pay een ding, maar toen heb ik me doodgewerkt voor weinig geld.’ Ze denkt wel dat deze periode zinvol is geweest om vrienden in het literaire veld te maken en meer opdrachten te krijgen. ‘Maar ik had misschien wel willen horen dat ik niet álles hoefde te doen.’

Veel residenten zijn benieuwd naar het financiële plaatje van het schrijverschap. Hoe onderhandel je met uitgeverijen en opdrachtgevers? Hoe houd je de balans tussen artistiek werk en betaalde klussen? Wat is een normaal voorschot? Atangana Bekono bekijkt het pragmatisch: een zelfstandige ondernemer moet zich voorbereiden op pensioen en ziekte, dus je mag jezelf naar waarde schatten. ‘Maar besef ook dat je voor een dichtbundel geen hoog voorschot gaat krijgen; uitgevers hebben ook niet al het geld van de wereld. Het leven als kunstenaar is precair, maar ik hoef gelukkig geen bonen in tomatensaus te eten.’

Haar debuutbundel bracht al wat reuring teweeg en met Confrontaties sloot ze helemaal aan op de tijdsgeest en werd ze genomineerd voor de Libris Literatuurprijs. Dat succes maakte het mogelijk om te gaan samenwerken met een manager en veel selectiever te zijn qua opdrachten. Atangana Bekono vindt het heel prettig om aanvragen door te spreken met iemand die de sector goed kent en samen haar agenda te bewaken zodat er tijd blijft voor grote projecten. Ze raadt de residenten aan om zich goed te laten omkaderen en een uitgeverij te kiezen die hun visie op schrijverschap deelt. ‘Ik wil bijvoorbeeld geen sturende tekstredactie, liever een redacteur die af en toe incheckt en tips geeft.’

Een leerzame opdracht voor haar was een residentieproject met Yael van der Wouden en Daphne Huisden. Ze lieten zich door het residentiehuis inspireren tot een spookverhaal in drie tijdlijnen, Vlucht/Dans/Vondst. Deze opdracht stond Atangana Bekono toe om horrorelementen in haar werk verder te verkennen, wat ze ook al deed in de novelle Zo hoog de zon stond en in haar tweede bundel Marshmallow.  ‘En het was superinteressant om in ons gedeelde worddocument te zien hoe de anderen schrijven. Daphne bouwt bijvoorbeeld eerst haar structuur, terwijl ik meer ben van: heel veel doorschrijven en dan telkens de helft van de tekst weghalen.’

© Marianne Hommersom

Honderd doodlopende wegen inslaan (of liever niet)

Even naar dat schrijven zelf toe: hoe zit deze schrijver aan haar schrijftafel? Voor Simone Atangana Bekono is er een groot verschil tussen proza en poëzie. ‘Eigenlijk was schrijven aan Confrontaties een hel. Een roman kost zoveel werk en je werkt op zoveel niveaus tegelijk. Ik had in het schrijfproces telkens het gevoel dat ik draadjes liet hangen als ik stopte met schrijven. Bij poëzie weet ik welke toon ik wil, ik kan eruit stappen zonder het gevoel hebben iets kwijt te raken.’ Ze sloeg tijdens het schijven aan de roman veel doodlopende wegen in en ontdekte halverwege een enorm plothole, maar ontdekte uiteindelijk al doende hoe je een werk van zo’n omvang opbouwt.  

Atangana Bekono werkt op dit moment aan een nieuwe roman, waar ze tijdens het schrijven van Marshmallow het idee voor kreeg. Gaat ze het anders aanpakken om die worstelingen te vermijden, vraagt een resident zich af. ‘Misschien ga ik wel wat meer voorwerk doen, maar ik denk niet dat ik schematisch ga werken. Ik ben bang dat er dan magie verloren zou gaan; ik wil mezelf verrassen tijdens het schrijven.’ Ze legt ook graag de link met eerder werk door zinnen en thema’s terug te laten komen. ‘Een terugkerend thema is bijvoorbeeld geweld, maar het transformeert van boek tot boek.’

Een resident las Marshmallow de dag voordien en was gefascineerd door hoe lichamelijkheid vanuit het horrorgenre wordt benaderd. Hen is zelf bezig met seksualiteit in het christendom. Atangana Bekono vindt het een dankbaar genre waarlangs ze thema’s kan benaderen: ‘Weerwolven die de cyclus van de maan volgen, de witte angst voor voodoo, de mutatie van het lichaam van de zombie: er zit zoveel speelruimte in genrefictie!’

Atangana Bekono laat zich daarnaast inspireren door een bonte collectie aan referenties: van de experimentele Schierbeek, over kasteelromannetjes, tot de perspectiefwisselende Toni Morrison. Ze leest veel vertalingen van romans van buiten de westerse wereld en beschouwt hiphop ook als belangrijke invloed. ‘Soms steel ik gewoon, dat doen alle schrijvers hoor! Door intertekstueel te werken, laat je auteurs doorleven in je teksten. Iedereen maakt er uiteindelijk toch z’n eigen ding van.’ De resident die Marshmallow las, neemt de uitnodiging aan: ‘Yes, ik ga een beeld van jou stelen voor mijn gedicht!’

© Marianne Hommersom

Simone Atangana Bekono (1991) is schrijver van poëzie en proza en was schrijfresident in 2018. Ze studeerde Creative Writing aan ArtEZ en volgde het Wintertuintraject. Haar afstudeerwerk hoe de eerste vonken zichtbaar waren, een bundeling brieven en gedichten, verscheen eerst als chapbook bij Wintertuin en vervolgens als officieel debuut bij Lebowski, en werd bekroond met de Poëziedebuutprijs Aan Zee. ‘In breed uitwaaierende en epistolaire poëzie verkent Atangana Bekono de verhouding tussen lichaam en identiteit en de manier waarop je hier in poëzie gestalte aan kunt geven.’ (Poetry International). In 2019 ontving ze het Charlotte Köhler Stipendium en in datzelfde jaar riep de Volkskrant haar uit tot een van de literaire talenten van 2020. Datzelfde jaar verscheen haar prozadebuut Confrontaties, waarin discriminatie en racisme inwerken op een opgroeiend zwart meisje. Het boek werd genomineerd voor de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2021, ontving de prijs Beste Boek voor Jongeren 2021 van de CPNB en werd bekroond met de Hebban Debuutprijs en Anton Wachterprijs 2022. Er verscheen een Duitse vertaling en de Engelse is in de maak, net als de verfilming ervan, waarbij Simone Atangana Bekono betrokken is. Eind 2022 publiceerde ze de novelle Zo hoog de zon stond uit, dat op de shortlist voor de Libris Literatuurprijs kwam.  ‘Net als in haar debuutroman maakt Simone Atangana Bekono in ‘Zo hoog de zon stond’ scherp inzichtelijk op hoeveel manieren vrouwen wreed kunnen zijn tegen elkaar.’ (Trouw). Ook in 2022 benoemde de Universiteit van Amsterdam haar tot  Honorary Fellow, met als leidraad 'Intimiteit in literatuur. 'Naar aanleiding van een residentie in Tilburg schreef ze een deel van het drieluik ‘vlucht/dans/vondst’ in 2023. Haar tweede dichtbundel Marshmallow kwam dit jaar uit, waarin de poëzie zichzelf constant bevraagt, tegenspreekt en ondermijnt. ‘In een bundel die de vorm zo doelbewust op zijn kop zet, kunnen we hier echter ook iets anders in lezen – namelijk niets minder dan een pleidooi voor woekering, voor het ongetemde, voor het pissen tegen heilige huisjes. Oftewel: voor goede poëzie.’ (De Standaard). Naast haar proza en poëzie schreef ze columns en essays voor meerdere kranten en tijdschriften en is ze redacteur bij literair tijdschrift De Revisor.

Alles bekijken