Eva Meijer is een mens met principes. En wanneer een dier haar hulp nodig geeft, dan is dat belangrijker dan een trein naar Parijs halen. ‘Ook houtduiven hebben één leven; mensen moeten zich meer rekenschap geven van hun omgeving.’ Gelukkig ontdekten we de afgelopen jaren dat afstand relatief is en zo kunnen de schrijfresidenten vanuit hun kamers in de Parijse Fondation Biermans-Lapôtre toch in gesprek met de filosoferende schrijver. Meijer omschrijft haar oeuvre als een wandtapijt, waar ze steeds nieuwe stukken in weeft. Ook de schrijver blijkt een complex weefsel, dat noopt tot ontrafeling.
De filosoferende Eva Meijer: wees poreus, en toch stoïcijns
Meijer vertelt hoe ze aan de kunstacademie leerde dat niemand op je werk zit te wachten en dat je dus maar beter vanuit intrinsieke motivatie vertrekt. Ze ging werken als kunstenaar en zanger en besliste om daarnaast filosofie te studeren. Tijdens die periode schreef Meijer haar debuutroman Het schuwste dier en ontdekte ze dat niemand over dieren en taal schreef, dus besliste ze dit te gaan onderzoeken. Voor haar is de filosofie een manier om naar te wereld te kijken. De filosoof ontmantelt vooroordelen en neemt niet aan wat iedereen voor waar aanziet. ‘En eigenlijk doe je hetzelfde als kunstenaar: je neemt iets uit de wereld, doet er iets mee en laat de wereld op die manier anders zien. In verschillende genres gelden verschillende regels, maar ik denk dat er telkens eenzelfde soort magische draai in kan zitten.’
Meijer vindt schrijven belangrijk omdat het een wereldlijke praktijk is. Haar ideale schrijver neemt een poreuze houding aan en schrijft voor de tijd, om de sociale werelden die ze koestert in stand te houden, of het nu een paddenwerkgroep in het dorp is of de gemeenschap die ze met haar lezers vormt. Daaraan bijdragen is hoe het schrijverschap werkt voor haar. ‘Lang dacht ik dat dat poreus zijn, openstaan voor de grotere dingen een handicap was, maar het is net een kwaliteit.’ Boeken van Eva Meijer ontstaan soms na een interviewvraag, via een opdracht of uit een ander type werk. ‘Ik heb veel omwegen gemaakt, ook onprettige, maar als ik terugkijk merk ik dat veel thema’s toch terugkeren in mijn werk en dat het met zichzelf in gesprek is. Dat draagt mij.’ Haar boeken zijn vragen en ze heeft wel een idee van wat het antwoord kan zijn, maar vaak weet ze pas aan het eind waar het eigenlijk over gaat.