Opgedragen aan mijn single mama, zonder wie ik hier niet zou staan en die hier graag was geweest, maar as we speak op mijn kinderen past.
Ik groeide op bij een weduwe. Zij maakten historisch gezien de bulk uit van de single ouders. Vaak bleven ze niet alleen, waardoor nieuw samengestelde gezinnen heus geen uitvinding zijn van na de seksuele revolutie. Over alleenstaande vaders, zoals over vaders in het algemeen, zijn niet zoveel bronnen te vinden. Over alleenstaande moeders des te meer: ondergraafsters van de staat en van de goede zeden, bedreigsters van de natie, verleidsters van heren, voorhuwelijkse zonden en buitenechtelijke bastaarden.
Tieners die zwanger raakten werden tot in de jaren 1980 nog naar de nonnen gestuurd om te gaan bevallen van een kind, dat ze verplicht moesten afstaan en veelal nooit meer terug zagen. Abortus was nog tot 1990 uit den boze, behalve zo bleek onlangs, bij Belgische vrouwen die in 1960 terugkwamen uit de koloniën na de onafhankelijkheid en zwanger geraakt waren van een zwarte man, omdat ‘de komst van een mulat erger was dan curettage’. Tegelijkertijd werden de metissenkinderen van Belgische vaders weggerukt van hun zwarte moeders, om geadopteerd te worden door witte gezinnen. 'Noodzakelijke kwaden', waar zedig over gezwegen werd.
Zwijgen doen we nog steeds. Want het maakt niet uit hoeveel mensen anders leven, onze verbeelding en vooral die van het beleid blijft stug niet verder reiken dan de bubbel van vier, het tweeverdienersgezin, pilaar van de samenleving. Eén op twee Belgische huishoudens wordt bestierd door een single. Eén op de vijf Belgische gezinnen is een één-ouder gezin. Acht op de tien daarvan worden bij elkaar gehouden door een moeder. De meeste single ouders waren dat helemaal niet van plan. Vandaag zijn ze minder vaak verweduwd dan gescheiden of uit elkaar met de ander met wie ze nooit getrouwd waren.
Zij zijn de kanaries. In de koolmijn waar de muren elkaar bijna raken, tussen het werk waarvoor we betaald krijgen en de rest. Ons werk, primaire identiteit, die ons zou bevrijden, breidt zich steeds meer als een olievlek uit over onze vrije tijd. Ons ouderschap, steeds vaker ook een fulltime job van voorschriften en expertise lezen over hoe je op je gevoel moet afgaan, cirkelend boven de bloedjes. Boven onze kop brokkelt de publieke infrastructuur steeds verder af. Als de crèches crashen, is dat eerst op het hoofd van single ouders. Of als de energiefactuur komt voor een flat die voor één even warm gestookt moet worden als voor een setje. Of als de huurprijzen ontploffen. Of als basisvoorzieningen duurder worden. Het woord alleenstaande, banaal als elke boterham die je elke dag zelf moeten smeren, is alledaags geweld.
Single ouders zijn kanaries in de koolmijn. Want je mag wel single ouder zijn, maar dan alleen als het héél bewust is. Alleenstaande of ongehuwd. Bam en bom, niet toevallig explosieve onomatopeeën. Als je maar lekker veel kracht uitstraalt en liefst niets anders dan dat. In human interest programma’s mogen de bommen en de bammen steevast en alleen maar opdraven als sterke vrouwen, die helemaal niemand nodig hebben en nergens over zeuren en nooit eens iets betreuren. Lievelingsprofiel: wit, lang geschoold, dikke baan, uitstekend goochelaar met werk en zorgtaken, die continu herhaalt dat het de beste keuze ooit was. Wie zichzelf als volstrekt zelfvoorzienend neerzet, mag al eens een bommetje gooien, niet dat het je zal besparen van internetcommentaren of van pseudo-empowerend medeleven: 'amai ik zou het niet kunnen, maar gij zijt zo sterk! You do you!'
Maar single moeders zijn bovenal oververtegenwoordigd in de groep die aan de meeste armoederisico’s blootgesteld wordt. Vaak hebben ze financiële onafhankelijkheid en loopbaankansen gemist door de zorg voor hun kinderen. De bijstandsmoeders, volksduivels bij uitstek, waarop we graag al onze fantasieën over de eigen zelfredzaamheid projecteren. Zij zijn het, die bijstand nodig hebben. Niks kracht, alleen behoeftigheid. Terwijl wij, wij zijn zelf-voor-zien-end. Selfmade.
Het is een redelijk veilige gok, dat de meeste zalen als deze gepoetst worden door arme, bruine, single moeders. Zij zijn de kaboutertjes die ‘s nachts de operatiekamers, de vergaderzalen en de parlementen schoonmaken. Die de bus nemen van villa naar villa om de selfmade droom van het tweeverdienersgezin op te blinken. Die het werk doen zonder het welke al dat succes niet kan doorgaan. Die het werk doen zonder het welke menige middenklassemoeder finaal zou doorslaan. Die thuis zelf nog aan hun eigen huishouden mogen beginnen. Die hun job verliezen, als hun kind te vaak ziek is of de crèche sluit, vervolgens achtervolgd worden door rekeningen en schulden, dan een brief krijgen dat hun uitkering gekort wordt, want ze hebben al lang genoeg niks gedaan. In die totale fictie telt al wat mensen thuis doen dat niet betaald is, al die opgemaakte bedden, gesmeerde boterhammen en afgeveegde snottebellen, al het overleven in het aanschijn van een systeem dat je wegwerpt, niet als werk of iets van waarde.
Het gebeurde niet ver hier vandaan en helemaal niet lang geleden. In het Nederlandse toeslagenschandaal viel de toorn van een overheid die mensen die niet goed rondkomen verdacht maakt bovenal op de hoofden van zogenaamde 'bijstandsmoeders'. Want iedereen weet, ook in Vlaanderen, dat je je sociale zekerheid het best beschermt door ze zover mogelijk uit te kleden.
Single ouders zijn kanaries in de koolmijn. Het tweeverdienersmodel rammelt en kraakt onder het laatkapitalisme. Het kerngezin is meer dan een morele kapstok voor een deugdig bestaan, laat ons dat niet vergeten: het is een beleidsmodel en een goedkope manier om de zaakjes te organiseren. We moeten allemaal gaan werken, want zo brengen we op. We brengen onze kinderen op, zodat zij later ook opbrengen en vooral niet in de hangmat van de samenleving belanden. We houden de boel in gang, maar wat onszelf in gang houdt, de boterhammen, een gezond lijf en leden, zingeving en goesting om te leven, dat mag liefst zo weinig mogelijk kosten. Dat is ons eigen probleem, persoonlijk, intiem, voor thuis. Dat zoeken we maar in onze eigen balans, tussen ons werk en dat leven dat we per se willen. In onze partnerkeuze, in onze loopbaankeuze, in onze keuze voor kinderen of niet. In dat festival van keuzes, doe je elke nare uitkomst jezelf aan.
Maar het zijn beleidskeuzes om steeds meer door te schuiven naar het kerngezin, dat steeds kleiner wordt. Het zijn beleidskeuzes om steeds verder te besparen op alles wat nodig is om kinderen groot te brengen en ouders in gang te houden. Op kinderopvang, onderwijs, kinderbijslag, ouderschapsverloven. Het zijn beleidskeuzes om wie niet veel heeft en nooit op veel kon rekenen verder de shit in te duwen. Dat is geen natuurwet.
Geef single moeders alle podia.
Geef hen een mandaat.
Geef hen de sleutels tot de schatkist.
En de knoppen van de staat.
Want zij weten wat er nodig is,
en wat ons in leven houdt.
Aan de kanaries alle macht.
Want in de koolmijn groeit het verzet.
De verbeelding en de kracht.