Het is 1975.
Het is het jaar dat de Oekraïens-Braziliaanse auteur Clarice Lispector ziek wordt, de Italiaanse filmregisseur Pier Paolo Pasolini vermoord gevonden wordt op een strand nabij Rome. De Spaanse dictator Franco op 82-jarige leeftijd sterft. Gerard Walschap de adellijke titel ‘baron’ krijgt. Astrid Lindgren wint de Zilveren Griffel voor De Gebroeders Leeuwenhart (1973). Joan Didion brengt een statement aan de Universiteit van California, Riverside en zegt:
I’m not telling you to make the world better, because I don’t think that progress is necessarily part of the package. I’m just telling you to live in it. Not just to endure it, not just to suffer it, not just to pass through it, but to live in it. To look at it. To try to get the picture. To live recklessly. To take chances. To make your own work and take pride in it. To seize the moment. And if you ask me why you should bother to do that, I could tell you that the grave’s a fine and private place, but none I think do there embrace. Nor do they sing there, or write, or argue, or see the tidal bore on the Amazon, or touch their children. And that’s what there is to do and get it while you can and good luck at it.
'‘To be is to belong’ zoals het dan in het Engels wordt gezegd. Belonging houdt ‘longing’ in, een existentieel verlangen van elk mens om zichzelf te herkennen.'
Op 18 oktober wordt Winny Ang geboren, Jean-Claude Vandamme viert die dag zijn vijftiende verjaardag. En op 9 december, het is een koude, half tot zwaarbewolkte dag geweest met een gemiddelde temperatuur van 3.5 ℃, de wind is zwak en komt uit West-Zuid-Westelijke richting, ‘s avonds, na een bewogen namiddag waarop mijn vader en moeder eerst nog halsstarrig op een mol jagen in de tuin, perst mijn moeder mij rond een uur of zes uit haar lichaam. Ze heeft lang op mij gewacht en is blij mij eindelijk te leren kennen.
In ons ouderlijk huis slingert wel eens een boek maar een echte boekenkast hebben we niet. Ik werd toch een kind dat boeken vrat.
Mijn moeder – ze is als half-Congolese een koloniaal product en één van die metissen uit de recente Canvas-reportage – vertelde me elke avond een verhaal dat ze meebracht uit het pensionaat waar ze verbleef sinds ze vanaf haar vijfde niet meer bij haar moeder mocht wonen. Haar verhalen hadden altijd een sterk moralistische inslag. Ofwel verloor iemand zijn hoofd omdat hij te veel loog. Of er viel iemand in de rivier omdat die te lang naar zijn spiegelbeeld had gekeken. Het waren geen verhalen van prinsen en prinsessen. Soms las ze me voor uit het dikke boek Verhaaltjes voor het slapengaan. Woke was die bundel zeker niet. Een groene beer die tussen alleen maar bruine beren woonde, werd aangespoord om het Groene Berenland te zoeken en daar te gaan wonen. Het was mijn lievelingsverhaal. Ergens bij mogen horen was een thema waar we het met mijn moeder nooit over hadden, maar het bleef een thema dat altijd sluimerde: waar hoorde zij écht bij? Met haar accent, haar kroeshaar en haar bruine vel? En hoe graag wou ze wel niet dat wij vooral niet zouden opvallen, aanvaard zouden worden als doorsnee Vlaamse kindjes, zo wit mogelijk en met onze krullen platgestreken.
Ergens bij horen is essentieel voor het leven. ‘To be is to belong’ zoals het dan in het Engels wordt gezegd. Belonging houdt ‘longing’ in, een existentieel verlangen van elk mens om zichzelf te herkennen. Verhalen zijn uitgelezen plekken waar dat gevoel van herkenning kan gebeuren, onszelf herkennen in personages, gebeurtenissen, gevoelswerelden. Onszelf ergens mee identificeren geeft het gevoel dat we er mogen zijn, dat we deel uitmaken van de wereld. Dat beïnvloedt ons welzijn, onze mentale gezondheid.
En net daarom is het belangrijk om oog te hebben voor representatie in bijvoorbeeld boekenlijsten.
Rudine Sims Biscop is een professor die baanbrekend onderzoek deed in wat ze toen ‘multiculturele kinderliteratuur’ noemden. Ze zei heel treffend in 1990:
Kinderen hebben behoefte aan zowel spiegels als ramen. Veel gekleurde kinderen zien de wereld alleen via ramen en zij hebben spiegels nodig. Andere kinderen zien alleen spiegels en zij moeten de wereld ook door ramen leren zien.
Een prachtig beeld… die ramen en spiegels.
Want ook dat is literatuur: naast herkenning zet het ramen wagenwijd open en begeven we ons (of worden we gesmeten) in de meest uiteenlopende werelden. In haar TED-talk, ‘The danger of a single story’, heeft Chimamanda Ngozi Adichie het precies daarover: wat het gevaar kan zijn als je maar één verhaal hoort, ziet, interpreteert.
Dit is het begin van haar Amerikanah (2013), in de vertaling van Hien Montijn:
Wanneer ze in haar eerste jaar in Amerika de New Jersey-transit nam naar Penn Station en daarvandaan de subway om naar tante Uju in Flatlands te gaan, viel het haar op dat bij de haltes in Manhattan meestal slanke, witte mensen uitstapten en, terwijl de trein verder reed naar Brooklyn, de mensen die dan uitstapten meestal zwart en dik waren. Hoewel ze hen in gedachten niet 'dik' noemde. Ze noemde hen 'groot', omdat een van de eerste dingen die haar vriendin Ginika haar had verteld, was dat 'dik' in Amerika een fout woord was, dat beladen was met zedelijke veroordeling zoals het woord 'stommeling' of 'bastaard', en niet alleen maar descriptief was als 'kort' of 'lang'. Dus had ze het woord 'dik' uit haar vocabulaire verbannen. Maar de afgelopen winter kwam 'dik' na bijna dertien jaar terug, toen een man in de rij bij de supermarkt achter haar mompelde: 'Dikke mensen zouden die troep niet moeten eten', toen ze haar extra grote zak Tostito's afrekende. Verrast wierp ze een enigszins gekwetste blik op hem en ze vond het een perfect onderwerp voor haar blog, het feit dat deze onbekende haar te dik vond. Ze zou de post registreren onder de categorie 'ras, klasse en lichaamsomvang'. Maar thuis voor de spiegel besefte ze dat ze al te lang had genegeerd dat haar kleren tegenwoordig strak zaten, de binnenkanten van haar dijen tegen elkaar schuurden, haar zachte, ronde lichaamsdelen schudden als ze bewoog. Ze wàs dik.
Ze zei het woord 'dik' langzaam, liet het naar voren en naar achteren glijden en dacht aan al die andere dingen die ze geleerd had niet hardop te zeggen in Amerika. Ze was dik. Ze was niet rond of grofgebouwd; ze was dik, het was het enige woord dat echt voelde. En ook had ze het cement op haar ziel genegeerd. Haar blog deed het goed, met maandelijks duizenden unieke bezoekers, ze ontving behoorlijke honoraria voor haar spreekbeurten, ze had een assistentschap aan Princeton en een relatie met Blaine – 'Je bent de absolute liefde van mijn leven,' had hij op de kaart voor haar laatste verjaardag geschreven – en toch zat er cement op haar ziel. Het zat daar al een tijdje, een vermoeidheid bij het opstaan, een gevoel van somberte en desoriëntatie. Het ging gepaard met amorfe verlangens, vormeloze begeerten, korte imaginaire glimpen op andere levens die ze zou kunnen leiden, die met het verstrijken der maanden versmolten tot een snerpend heimwee. Ze stroopte Nigeriaanse websites af, Nigeriaanse profielen op Facebook, Nigeriaanse blogs, en bij elke klik kwam weer een verhaal van een jong iemand die, beladen met Amerikaanse of Britse diploma's, onlangs naar huis teruggegaan was om een investeringsmaatschappij, een muziekproductiebedrijf, een modelabel, een tijdschrift of een fastfoodketen op te zetten. Ze keek naar de foto's van die mannen en vrouwen en voelde de doffe pijn van verlies alsof ze haar hand hadden opengewrikt en iets van haar weggenomen. Zij leidden haar leven. Nigeria werd waar ze geacht werd te zijn, de enige plek waar ze haar wortels kon schieten zonder de constante aandrang ze los te trekken en de aarde af te schudden. En natuurlijk was daar ook Obinze. Haar eerste liefde, haar eerste geliefde, de enige persoon bij wie ze nooit het gevoel had gehad dat ze zichzelf moest verklaren.
Jezelf zijn, een thuis vinden waar je jezelf niet altijd moet verklaren, dat kan een school betekenen voor jongeren, een veilige plek om te experimenteren. Als leerkracht hebben jullie die prachtige job en gelegenheid om kinderen, jongeren te kunnen leiden naar die werelden. En dat kan, zoals bij het Samen Lezen, aan de hand van fragmenten, korte verhalen, gedichten.
Verhalen zijn op zo’n grootscheepse manier in mijn leven gekropen, dat ik nauwelijks kan uitleggen waarom ze zoveel betekenen voor me. Ik ben kinder- en jeugdpsychiater en dat werk is een soort uitloper geworden van mijn eigen tomeloze interesse in kleine en grote verhalen. Onze groepspraktijk hebben we helemaal in die sfeer ’t verhaal genoemd.
Hier ontmoeten wij kinderen, jongeren, ouders, zorgfiguren, demonen, volwassenen. Zoekend, aarzelend, proberend. Een verhaal aanreiken is vaak een gebaar van troost, een poging tot houvast, een flard herkenbaarheid. Of het kan net een nieuw raam openen in je gedachten.
Soms raad ik een bestaand boek aan. Ik denk aan een jongen, gevlucht uit een hels oorlogsgebied. Hij zit voor me. Hij probeert het dag in dag uit, hier erbij horen waar alles nieuw is zonder zijn geboorteland te vergeten of te verloochenen. Zijn gedachten en gevoel bereiken me langzaam, ze banen eerst een weg door een dikke mist. Er vallen veel stiltes. We lezen en kijken samen naar The Red Tree (2001) van Shaun Tan, een troostend verhaal over een felrode boom die groeit in de soms donkere trappenhallen van het leven. Een kracht, een verder bouwen ondanks maar ook dankzij de duisternis. Het is een troostend verhaal over eenzaamheid, (ver)dwalingen en hoop. Een kiem van hoop, soms heel onverwachts.
'Ik bracht fragmenten, verhalen en gedichten mee en leerde meteen: literatuur schuurt en troost, spiegelt en moedigt aan tot reflectie.'
Soms bedenken we samen een verhaal, (her)boetseren we een hoofdstuk uit zijn leven. Af en toe zijn de gesprekken vrolijk en licht en drinken we thee. Zo proberen we met dat kopje thee in kleine beetjes en stukjes iets te zoeken tussen toen, nu en later, tussen hier en daar. Samen Lezen geeft een extra dimensie aan gewoon lezen.
Aan de universiteit waar ik Nederlandse en Engelse taal- en letterkunde studeerde, werd mijn liefde voor lezen min of meer afgenomen. Beginnen in een boek, verdwijnen in het verhaal en dan het gevoel koesteren dat de personages op je huid hebben achtergelaten; hier vroeg niemand mij wat ik voelde bij een boek.
Ik werk al vijftien jaar bij grote leesbevorderingsorganisaties en ondanks Kinderboekenweken, Jeugdboekenmaanden, Leesjury’s en Voorleesweken blijven de PISA-rapporten rond ons leesonderwijs dramatisch. Maar het was pas in 2012 dat ik het licht zag! In dat jaar begon ik met Samen Lezen bij wijze van experiment op de ambulante psychiatrische afdeling van het Sint-Maarten-ziekenhuis in Mechelen.
In het kort:
Samen lezen is samen verhalen, fragmenten, gedichten lezen en erover praten.
In een kleine groep, zonder drempels. Een leesbegeleider leest voor en modereert het gesprek.
Het is altijd gratis, zonder inschrijven, het duurt een uur.Samen lezen is genieten van literatuur, het is geen leesles.
Samen lezen is rijker worden van elkaars gedachten en ideeën. Er is geen waarheid.
Samen lezen is nieuwe inzichten krijgen.
Samen lezen is vanuit ieders eigenheid gedachten delen over een tekst en de wereld daarrond.
Samen Lezen is geen therapie maar heeft wel een therapeutisch effect.
Ik bracht fragmenten, verhalen en gedichten mee en leerde meteen: literatuur schuurt en troost, spiegelt en moedigt aan tot reflectie. Ik volgde een opleiding bij The Reader Organisation, een Britse organisatie die in het hele Verenigd Koninkrijk literatuur deelt met kwetsbare groepen: in de psychiatrie, de gevangenis, met armen. En ik bouwde Samen Lezen-groepen uit op verschillende plekken.
The Reader Organisation heeft het fenomeen van samen lezen en het effect op de mentale gezondheid van de lezers in klein onderzoek gemeten. Die resultaten gelden niet alleen voor dit publiek uit het Verenigd Koninkrijk. Het zijn precies dezelfde resultaten die wij beogen en bereiken met ons samen lezen op verschillende plaatsen.
De routine van het samen lezen geeft veel deelnemers een doel en het weerzien van de medelezers versterkt hun motivatie. Iedereen is steeds erg uit op het voortzetten van de leessessies, en ze doen dit zelfs informeel wanneer een sessie niet kan doorgaan. De sessies scheppen een band tussen de deelnemers die eenzaamheid en isolement tegengaat. De groepen waren zeer gevarieerd (sociaal, per leeftijd) dat werd als positief onthaald omdat men hierdoor deel van een grotere waardevolle groep werd.
'Een niet-veroordelende en vriendelijke setting is belangrijk in veel contexten. Zeker als we denken aan het thema van de dag: mentale gezondheid in de klas.'
Er is een groei van zelfvertrouwen. Voor velen was ook het ontwikkelen of hervinden van zelfvertrouwen een belangrijk aspect. Dit viel samen met het sociale aspect. Deelnemers voelden zich veilig en aanvaard in de leesgroepen en deel van de gemeenschap. Zelf teksten voorlezen, nieuwe boeken ontdekken en daarover hun zeg kunnen doen werkt zeer bevestigend, zelfs voor diegenen die eerder verlegen of beschaamd waren geweest.
Het merendeel van de deelnemers bevestigde dat hun geestelijk welzijn was toegenomen. Veel deelnemers hadden een voorgeschiedenis of kampten nog met verslaving, depressie, angst, stress of andere persoonlijkheidsstoornissen of handicaps. Zij tekenden grote verbeteringen op, gelinkt aan focus en ontspannenheid. Er was geen direct gezondheidseffect maar veel deelnemers zeiden zich beter te voelen buiten een typische medische setting en voelden zich daardoor ook waardevoller en sterker. Sommigen gingen ook minder op consult bij artsen en de meesten gaven aan zich gelukkiger en beter te voelen.
Veel deelnemers spraken van een toename van sociale en persoonlijke vaardigheden: meer inlevingsvermogen, meer gevoeligheid voor wat anderen raakt en meer vertrouwen. Dit was ten gevolge van de niet-veroordelende en vriendelijke setting van de samenlees-sessies.
Een niet-veroordelende en vriendelijke setting is belangrijk in veel contexten. Zeker als we denken aan het thema van de dag: mentale gezondheid in de klas. Het gaat over een houding die afgestemd is op de leerling die voor je zit. Een uniek mens met zoveel verhalen en lagen in zijn/haar/hun lijf. En dat is het mooie aan literatuur, als je leest spelen al die lagen van je wezen mee. Op een dynamische manier.