Het dragen van onveiligheid
Beste Multatuli,
Ik wil iets met je bespreken. Het gaat over wildkamperen.
De momenten waarop ik het gelukkigst was, vonden plaats tijdens wandeltochten die ik alleen ondernam. Ik had een tentje en blikken kikkererwten in mijn rugzak en mijn enige zorg was of ik voor het donker een plat stuk grond zou vinden om te slapen. In mijn hoofd school het beroemde schilderij van Caspar David Friedrich, De wandelaar boven de nevelen. De natuur was iets waarin ik mijn eigen ruimte kon veroveren. Pas jaren later besefte ik hoe veelzeggend het is dat de wandelaar boven de nevelen een man is.
Sinds een half jaar draag ik geen broeken meer. De eerste keer dat ik een jurk aan had was in Frankrijk. Direct vanuit het vakantiehuisje kon ik het bos in lopen. Ik was er als de dood voor om andere wandelaars tegen te komen. Ook toen ik, terug in Nederland, gewend raakte aan het dragen van andere kleding bleef ik opletten. Ik leerde toeterende auto’s te negeren. Uitgaansgebieden met dronken mannen mijd ik volledig. Mensen raken me sneller aan. Dat ik mezelf laat zien geeft anderen het gevoel dat ze dichtbij mogen komen, ook als ik hen nauwelijks ken.
Het kostte me een aantal maanden om me te realiseren dat dit niet een unieke, aan mijn proces met gender verbonden ervaring was. Het was precies andersom: de veiligheid die ik vroeger ervoer was uniek, namelijk aan mijn privilege als witte man. Het verschuiven van mijn identiteit doet mijn verhouding tot mijn omgeving meeverschuiven, Multatuli. Ik ken zat vriendinnen die ’s nachts naar huis lopen met sleutels tussen hun vingerkootjes geklemd, maar begin nu pas mee te voelen wat die dreiging dag in dag uit met een lichaam doet. Je naam zegt het al, je hebt veel gedragen, maar niet alles.
Met vriendelijke groet,
Chris