Mango | Finalist Het Rode Oor 2024
door Daniël Meppelink
Dit is het verhaal van één van de acht finalisten van Het Rode Oor 2024. 'Niets liever wil ik dan je nú te pellen, met twee handen, tot mijn vingers plakken'
Mango
‘Hebben jullie nog mango’s?’ vraag ik aan je ouders.
Mata zegt dat ze gisteren in de curry zijn gegaan en biedt me in plaats daarvan een kiwi aan. Het is een kleine moeite om na ons feestmaal van zonet nog even een zoetzure Zespri naar binnen te lepelen. Mijn boodschap is namelijk duidelijk: straks kunnen we naar huis en dan mag je me hebben, als je wil.
We spreken inmiddels een taaltje samen. Op onze eerste date al bespraken we de kleur van schaamte, dat ik dan kersen proef. Jij riep uit: ‘Maar die zijn ook rood!’ Je verontschuldigde je gelijk, ervan uitgaand dat ik niet wist wat rood was, maar ik zei: ‘Jawel hoor, want rood smaakt naar kersen.’ Het was de geboorte van het eerste woord uit ons vocabulaire. Nu, als mensen stinken in de trein bijvoorbeeld, fluister ik: ‘Druif’, en haal jij het zakje lavendel uit je tas dat bedoeld is om mijn overprikkelde neusvleugels te stillen. Of als jij ziet dat mensen op straat gekke bekken naar me trekken, zeg je: ‘Kokosnoot op 7 uur’, en laat ik ze struikelen over mijn stok. De woorden zijn hun kaders ontgroeid, synoniem geworden met de betekenis die wij eraan hebben gegeven. Wanneer ik lavendel ruik, denk ik aan jou naast me. Bij het proeven van kersen begin ik te blozen. Maar het is the king of fruits, die op zo’n schaamteloze manier zijn alledaagse betekenis verloren is, dat een luttele vermelding tussen neus en lippen door volstaat om me, direct en volledig, uitgehongerd te maken.
Terwijl ik de leerachtige huid van de kiwi op mijn bord betast, besef ik dat je er niet meer bent. Klootzak! Je bent zeker weggeslopen tijdens het afruimen, wetende dat het gekletter van borden en bestek je sporen zouden wissen. Heb je mijn boodschap nog ontvangen? Ik bedank Mata voor het mes en lepeltje dat ze voor me op tafel legt en snij de kiwi doormidden.
Ik wissel geen blikken uit. Ik luister naar intonatie, toonhoogte, de manier waarop het puntje van je tong het vacuüm tussen je voortanden en verhemelte verbreekt, en het subtiele geluid van je speeksel wanneer je lippen van elkaar gaan. Zelfs je ademhaling: nu eens kabbelend en kalm, dan weer een hortende, schuimende golfslag die stukslaat tegen de rotspartijen. Dat zijn mijn cues, waaruit ik opmaak of het bloed in je hoofd, in je benen of in je pik zit.
Ik kan het niet laten te vragen waar je naartoe bent.
‘Had hij dat niet gezegd?’ Mijn schoonmoeder tut met haar tong. ‘Waar is hij?’
‘Delhi Deli,’ zegt mijn schoonvader.
‘Die jongen. Nooit even zeggen.’
Mijn onvermijdelijke grijns richt ik op Mata zodat het lijkt of die voor haar bestemd is. Ik weet het nu zeker: ik ben gehoord.
Je blinddoekte je ex altijd, daar begon je zelf over. Ik heb er niet verder naar gevraagd, temeer omdat ik het niet wil weten. Toch word ik soms overspoeld door jaloezie onder het besef dat de choreografische bewegingen die jij ten uitvoer brengt op mijn lijf, ooit aan een ander hebben toebehoord. Tegelijkertijd ontsteekt je ervaring juist mijn allerdiepste lust: ik kan mijn zintuigen volledig aan je overdragen en jij zet ze op scherp. Dan proef ik het zout op je huid, luister ik naar je tevreden gedruis en dompel ik mezelf onder in iedere onverbiddelijke golfslag die me verder stuwt richting de kust.
Vanuit het niets is daar je geur, snijdend in mijn hals.
‘Ik was even bij de toko,’ zeg je. Die bastoon — lager gestemd en dieper dan je spreekstem, ik hoor het wel, boef — dondert in mijn trommelvliezen, roept een onderzeese beving op die vloedgolven teweegbrengt. Je strijkt zachtjes met je vinger langs de kersen op mijn wangen.
‘Wat heb je gekocht?’ vraag ik.
Je zegt niets, gidst me de stoel uit en brengt een stevige hand aan in de holte van mijn onderrug. Je zegt gedag tegen je ouders, twee lijven pakken me liefdevol vast en laten weer los. Ik sta dit afwezig toe. Niets liever wil ik dan je nú te pellen, met twee handen, tot mijn vingers plakken, dan happen in je vlees en slurpen tot het sap uit mijn mondhoeken druipt. Maar dat weet je donders goed.
‘Nou?’ zeg ik. Je trekt mijn jas aan. ‘Vertel dan.’ Ik bedel en daar geniet je van, want ik hoor die zelfvoldane grijns, ik voel de kloppende pols die me de straat over sleurt, veel te snel om met de stok bij te houden, ik ruik je zweet wanneer we eindelijk in de auto zitten, ik proef het aan je, in je, op je lippen, op je tong, zo mierzoet, en terwijl je gedurende dat eindeloze steenworpje naar huis genadeloos blijft zwijgen, zachtjes knijpend in mijn dijen, smeek ik: ‘Zeg het nou, verdomme, zeg het alsjeblieft.’
Delphine Frantzen illustreerde dit verhaal in het kader van De Stoute Stift.
Daniël Meppelink
auteurDaniël Meppelink (1998) zingt, rapt en schrijft songteksten voor Nederpop/funkformatie De Nachtelijke Escapades. Op zijn eigen naam staan een handjevol verhalen op erotisch verhalenplatform Rouze en onder het pseudoniem Remi Solati bracht hij de driedelige serie Focus uit op Ebookfplatform Kobo. Daniël volgt de Schrijversvakschool in Amsterdam, woont in Leiden en droomt ervan een fantasy-epos te schrijven.
Delphine Frantzen
illustratorDe Brusselse Delphine Frantzen is een beeldverhalenmaakster, illustratrice, muralist en leerkracht. Ze studeerde Animatiefilm en later Beeldverhaal en Illustratie aan de Luca School of Arts in Brussel. Tijdens haar studie illustreerde ze enkele kinderboeken en haar eindwerk, Madame Pipi, werd uitgegeven door uitgeverij Oogachtend, waarmee haar carrière als tekenares van start ging. Delphine heeft sindsdien verschillende beeldverhalen gemaakt, zowel solo als in samenwerking met anderen, en werkt als freelance illustrator voor diverse organisaties. Enkele jaren geleden richtte ze met twee partners het collectief Freskolab op, waarmee ze meerdere muurschilderingen in Brussel realiseerde. Sinds dit jaar maakt ze illustraties en cartoons voor Bruzz magazine. Naast haar illustratiewerk geeft ze deeltijds les aan de Academie voor Beeldende Kunsten en Audiovisuele Kunsten in Anderlecht. Ze onderwijst kinderen in het beeldatelier en geeft lessen grafisch ontwerp en illustratie aan volwassenen. Buiten haar opdrachten houdt ze erg van live schetsen en heeft ze altijd een schetsboek bij de hand.