Josefien
Brieven aan Josephine Baker
Lieve Josefien je namen die al tochten voor je aankomt,
Met spoedoverleg van de muren waartussen je verschijnt (we moeten
we moeten groeien, of ze danst ons de voegen uit de kaken)
ik zet me liever schrap en dicht aan de grond genageld.
Jou te mogen omgeven, een stap in het oog van je niets ontziend
wervelen. In iedere kier breng je het stof in zichtbare siddering dat
de lucht verpoedert tot condenswolken- zwart pareldauw, mijn moesson,
maak een eind aan de snakkende droogte van mijn gortig mompelen.
Dans dit huis tot woestijn en wees dan oase, matzes en morgana
voor mijn part. Met al mijn rotsen rol ik je tegemoet.
Een taxirit op Franse wijze, dat wil zeggen dans die roffelt op het dak
dat de regen om te lachen wordt. Het idee alleen, dat ik je boven me kan dragen,
al swing je me tot stamppot; het werkt me de winter door. In een koud bed
rond je beeltenis grommen en me warmen aan het balsemend tijgerdeinen
van jouw charleston.
Krullende sauvage, er bestaat geen wonderland dan waar jij de
kamers laat krimpen. Ik loop van je over. Twee klakkende hielen naar jou op weg,
Je biddende rups op bladmuziek
*
Zachte Josefien schuurspons lieve steen,
Lucifers lichten zich aan mijn rijpende baard van geduld.
Ik zie hun leven als het jouwe en integendeel het mijne:
vlammend geboren, warmtrillend stralen en voldaan te doven.
Sinds ik me aan je optrok ben ik rob gaan heten en bovendien door angela
op mijn vinnepoten gewezen. Het donker slinkt mijn voorraad speklaag
en van je blikken honger ik naar een immer lege maag. Ik ben een
zoetwaterhond en hoest aan de voet van het baikalgebergte, waar jij
op ijzingwekkende hoogte het toppunt van mijn mogelijkheid overstijgt.
Ik probeer een stap naar voren met licht gebogen benen. Maar mijn knieën knikken
alsof ze nee willen zeggen, nee. Ik deins achteruit, nee stap terug vooruit. Ik peins, ik wijfel, ik deins –ik dans. En ik dans. Twijfel twist mijn heupen en wankelt mij tot wals. Besluiteloos ballerina ben ik op geen andere klanken dan de angst, Josefien, ik dans.
Nu weet ik wie je bent, mon amour, en het wordt mijn leven om bij
iedere beweging van verlegenheid te sterven, want zo is je swing,
een lofzang van scrupules,
Je gestroomlijnde houtje-touwtjeduif