Hitteplan
Ik werd een paal onder het viaduct. Ik was moe
en las: wil je rechtop blijven staan, moet je
een ledemaat zijn van de stad.
Voel je de pols van het beton, de neerslag die klaarstaat
in maatpak, vanavond op sissende daken zal slaan?
Er is een hitteplan geschreven: wees als de eenden.
Nestel je naakt in het gruis, kruip in de buizen
of broed op gloeiende tegels je kuikentjes uit. We overleven
alleen als we de zalen verlaten, ons in staaldraden sluiten,
omkleden met steen.
Kijk, de hagedis met bonzende romp, uit haar bek
de damp van de metrostations. Ze legt haar vel af,
verdwijnt in de spleet, wij volgen traag
haar voorbeeld.