Ik kende het woord fatsoen nog niet, maar het viel aardig samen met mijn invulling van netheid. Niet alleen gewassen zijn en schone kleren aanhebben, maar ook vriendelijkheid, beleefdheid, het vermijden van ruwheid of platheid. Mijn vader verzon voor intieme lichaamsdelen en zelfs voor bepaalde handelingen eigen woorden. Jongens hadden geen pik of piemel of plassertje, maar een ‘tettie’. Dat klonk liever. We gingen niet poepen of zelfs niet naar de wc voor een grote boodschap, we gingen ‘chi chi’ doen, afgeleid van het Indiase ‘chi’, wat zoiets betekent als ‘bah’.
Maar iedereen die ik het vroeg, zei dat eerlijkheid belangrijker was dan fatsoen.
In mijn huidige hoedanigheid van ‘godsdienstcorrespondent’ van NRC Handelsblad, waarbij ik tweewekelijks allerlei geloofsgemeenschappen bezoek en beschrijf, ontmoet ik veel vooraanstaande mensen in de spirituele wereld aan wie ik nog steeds vraag wat belangrijker is: eerlijkheid of fatsoen. En vrijwel allemaal zeggen nog altijd: eerlijkheid.
Eerlijkheid heeft een smalle betekenis en een brede. En die is zo breed, dat er in Wikipedia niet eens een lemma staat voor eerlijkheid. Wel voor fatsoen.
In de smalle betekenis is eerlijkheid precies wat ik als kind al dacht: niet jokken, de waarheid niet verdraaien, maar ook zoiets als ‘eerlijk delen’. Ik herinner me dat ik extreem eerlijk was tegen een vriendje, toen ik een jaar of zeven moest zijn geweest. Als we een koekje deelden gaf ik hem altijd het grotere stuk. Strikt genomen is dat geen eerlijkheid meer, maar behaagzucht of medelijden. Het was namelijk een arm jongetje.
Ik sprak laatst een vriend die net in New York was, waar de film ‘The Invention of Lying’ al in première is gegaan; geschreven, geregisseerd en gespeeld door onze gemeenschappelijke lievelingskomiek Ricky Gervais. U kent hem wel van Britse series als ‘The Office’ en ‘Extra’s’. Hij is de meester in wat men embarressment humor noemt. Nu probeert Gervais het voor het eerst in Hollywood en het is volgens mijn vriend niet helemaal geslaagd.
Maar het gegeven is meesterlijk: stel dat het woord leugen niet was uitgevonden, dat bedrog niet bestond, dat alles wat we zeiden precies overeenkwam met wat we vonden en dachten en voelden. Je zou er in hilarische situaties van terecht komen: de ober die – terwijl hij de bestelling opneemt – ronduit zegt dat hij zijn werk haat, het meisje dat bij het eerste uitje zegt dat ze nooit met je naar bed zou gaan. Totdat iemand de leugen ontdekt, iedereen in de maling neemt en uiteindelijk zelfs als een godheid wordt gezien omdat hij zo aardig is en zulke mooie vooruitzichten biedt.
Dat is ook de reden waarom de film volgens mij in de VS niet zo goed is ontvangen: Ricky Gervais heeft de neiging om een beetje te spotten met het geloof. Hij maakte zijn doorbraak door op een podium in Engeland de bijbel voor te lezen en te doen alsof alles wat er stond waar was: God schiep hemel en aarde. En toen schiep hij licht. Ziet u hoe knap God is, zei Gervais. Hij schiep hemel en aarde in het donker!
Ik denk niet dat eerlijkheid in alle culturen boven fatsoen staat. In India bijvoorbeeld, zegt men nooit ‘nee’. Vraag aan de taxichauffeur of je in een half uur op de luchthaven kunt zijn. Hij zegt ja, maar bedoelt dat het moet kunnen, maar het blijkt niet te kunnen en je mist je vlucht. Vraag aan de kleermaker of het jasje smaller kan worden gemaakt. Ja, zegt hij. Vraag hem dan of het breder kan worden gemaakt. Hij zegt dan weer ja.