Op de website van NRC Handelsblad, waar alle artikelen op volgorde van de tijd verschijnen, is het verhaal van de man, van wie men denkt dat het om een afgewezen asielzoeker uit Iran gaat, al gezakt naar de één voorlaatste plaats. Over een paar uur zal het er niet meer staan. Het verhaal is al naar de vergetelheid gedrukt. De laatste regel van het verhaal was: ‘Het incident gebeurde voor het Nationaal Monument.’
Een incident. Zulke dingen gebeuren. De man zal wel verward zijn geweest. Waarschijnlijk was hij zelf ook hysterisch. Hij zou hulp moeten krijgen, van een psycholoog of van een geestelijke verzorger, die hem had kunnen kalmeren. Dan had hij misschien zijn zinloze en zijn redeloze daad niet begaan. Het feit dat hij die hulp niet kreeg, is te wijten aan omstandigheden. Domme pech. Shit happens. Het was een incident, het leven gaat verder.
Maar dat verbaast me. Dat het leven verder gaat, dat de hysterie van de man niet besmettelijk is, dat niet iedereen spontaan en massaal de straat op gaat. Waarom zou men de straat op gaan? Om een schuldige aan te wijzen? Wie is er eigenlijk schuldig? De Nederlandse regering? Die voert wetten uit waarmee wij akkoord zijn gegaan, via een parlement dat wij in vrijheid hebben gekozen. Volgens die wetten was de asielaanvraag van die man, als het tenminste inderdaad om een asielzoeker ging, kansloos. Tegen wie zouden we dan protesteren als we de straat op zouden gaan vanwege het incident voor het Nationaal Monument: tegen onszelf.
De ware schuldige, is dat niet het regime van Iran? Dat regime heeft de man het leven zuur gemaakt, zoveel mogen we aannemen. Het regime van Iran maakt vele levens zuur, en soms is dat zwak uitgedrukt. Mensen besluiten te vluchten, om elders hulp te zoeken. Maar dat ‘elders’ blijkt niet te bestaan. Waarom zou Nederland moeten opdraaien voor de bizarre hardvochtigheid van het Iraanse regime? Ja, de schuldige is het Iraanse regime, maar moeten wij in Nederland de straat opgaan om tegen dat regime te protesteren? Dat is belachelijk. Daar trekt niemand zich iets van aan. Ik protesteer elke dag tegen regen en kou. Het heeft nog nooit geholpen.
Dat incident, het zal wel snel wegzakken, van de pagina’s van kranten verdwijnen, en daarmee uit ons geheugen. De politie doet onderzoek en wij zullen daar weinig meer van horen. Misschien zal blijken dat het helemaal niet om een uitgeprocedeerde asielzoeker ging, dat het gewoon een erg verwarde man was. Maar we zullen er niets meer van horen, dat weet ik wel zeker.
En toch vind ik een zekere mate van collectief schuldgevoel op zijn plaats. Wij Nederlanders hebben deze asielwetgeving gewild, hoewel we wisten dat het een racistische wet was. Want weten we nog dat we vroeger een vluchtelingenverdrag hadden waar we aan gebonden waren? Dat verdrag bepaalde dat iedereen die uit politieke redenen uit zijn land vluchtte, recht had op bescherming van alle landen die het verdrag ondertekend hadden. Dat ging redelijk goed, tot midden jaren tachtig. Want tot die tijd kwamen de meeste vluchtelingen uit Oost-Europese landen. Dat veranderde toen ineens asielzoekers verschenen die niet vluchtten voor een communistisch regime, maar gewoon omdat er in hun land oorlog was. Landen als Sri Lanka. En die mensen zagen er bovendien vreemd uit, ze waren zwart en klein, ze waren een ander soort mensen, een ander ras.
In Nederland schrok men er hevig van. Sindsdien heeft men eerst het vluchtelingenverdrag opgezegd en de asielprocedure bedacht. De algemene regel was nu dat vluchtelingen niet welkom waren. De asielprocedure gaf de uitzonderingen aan. Die uitzonderingen werden zeldzamer en zeldzamer. En nu hebben we het regime van Wilders dat die uitzonderingen zo zeldzaam wil maken, dat ze niet meer voorkomen. Nederland laat geen mensen meer toe. Althans, geen arme zwarte mensen uit verre landen met vreemde culturen. En al helemaal geen mensen uit moslimlanden. Zo wil Wilders het, en dat moet de minister, Gert Leers van het CDA, proberen uit te voeren.
De Nederlandse asielwet is racistisch en dat weet iedereen. De man die zich in brand heeft gestoken, had, als het inderdaad om een asielzoeker ging, toch al nauwelijks kans gemaakt hier te blijven. Het Wilders-regime wil een nog strakkere uitvoering van een toch al racistische wet en dat toont nu zijn uitkomsten. Een incident voor het Nationaal Monument. Over een maand gaan we daar kransen leggen, ter herdenking van een tijd toen er veel meer racistische wetten waren. Ter herdenking van de slachtoffers van racisme in het algemeen, al noemen we ze eufemistisch ‘oorlogsslachtoffers’ – alle doden in de Tweede Wereldoorlog stierven, direct of indirect, vanwege racistische redenen. Maar goed, laten we bij de feiten blijven: het regime van Wilders heeft zijn eerste dode. En als dat hysterisch klinkt, het zij zo.
Anil Ramdas presenteerde in het najaar van 2010 het VPRO-programma ZOZ. Eerder presenteerde hij voor dezelfde omroep het mediakritische programma Het Blauwe Licht. Hij was correspondent voor NRC Handelsblad. Zijn boek, Paramaribo, de vrolijkste stad in de jungle, verscheen in 2009. Anil Ramdas reflecteerde op vraag van deBuren maandelijks op diversiteit, politiek en media.