De één zijn thuis is de ander zijn ontheemding
door Bono Siebelink
Op 24 oktober stelden de deelnemers van Nieuw Geluid 2025 zichzelf en hun thema’s voor aan het publiek. Bono Siebelink is een Nederlandse journalist, audiomaker en programmamaker. Tijdens Nieuw Geluid Live vertelt Bono hoe hij lang de spot heeft gedreven met de jonge, witte, theoretisch opgeleide stedelingen die in de illusie leven dat ze deel uitmaken van een ‘authentieke buurt’. Tot hij tot een pijnlijke realisatie kwam.
Onlangs kwam ik tot een pijnlijke realisatie. Ik ben iemand geworden die ik niet wil zijn. En misschien zijn jullie het ook. Het begon allemaal drie jaar geleden. Ik woonde in een woongroep in de Indische buurt, Amsterdam-Oost. ’s Ochtends stopte ik mijn Macbook in mijn custom made schoudertas en stapte ik op mijn blauwe vintage Peugeot racefiets naar mijn werk bij een debatcentrum. ’s Avonds kookte ik met mijn huisgenoten een vegetarische, lactosevrije maaltijd en ging ik graag naar de arthouse bioscoop om de hoek.
De buurt was zo gezellig! Betaalbaar en lekker ongedwongen. Mensen groetten elkaar nog op straat en als er een probleem was met je buren, belde je gewoon even aan. Veel fijner dan in de rest van de stad, waar alles zo gehaast en onpersoonlijk leek.
Tot die ene dag. Ik zat op een terras omringd door een leger van hipsters met Haagse matten en Patagonia-truien. Ik zag mezelf daar zitten met mijn flat white met havermelk en ineens drong het tot me door: shit. Ik ben een ‘gentrifier’.
Het was pijnlijk. Het liefst dreef ik de spot met de ‘gentrifiers’. De jonge, witte, theoretisch opgeleide stedelingen, die in de illusie leven dat ze deel uitmaken van een ‘authentieke’ buurt die nog een rauw randje heeft. Lekker edgy. Mensen met een fetisj voor armoede.
Mensen die ondanks hun zelfbenoemde verbondenheid met de buurt het liefst van de ene enclave vol yuppen – young urban professionals – naar de andere yuppen-enclave vluchten. Want ja, de Turkse supermarkt om de hoek, dat is gewoon ‘kijk-diversiteit’. Belichaamde ik nu dit cliché? Shit. Ik ben een ‘gentrifier’.
Maar goed, we moeten ook niet alles over één kam scheren. Ik ben toch zeker niet die koloniserende expat die de prijzen opdrijft?! Ik woonde zelf jarenlang in een sociale huurwoning waar de schimmel van de muren droop. Ik verdien ook geen drol met mijn baan in de culturele sector. Ik groet mijn buren, doe mee met buurtactiviteiten en meestal drink ik m’n koffie gewoon zwart. Ik zorgde toch niet voor die vervreemding? Dus ben ik wel een ‘gentrifier’?
‘Voor gentrificatie is een prachtig eufemisme gevonden: sociale menging. Alsof door het pad vrij te maken voor hoge inkomens, rijk en arm nog lang en gelukkig samenleven’
Ik weet het zelf ook: rijk of niet rijk, mijn aanwezigheid doet de prijzen stijgen. Ik denk aan het werk van socioloog Richard Florida, die begin deze eeuw al sprak over de nieuwe ‘creatieve klasse’: jonge stedelingen met creatieve beroepen. Zij zijn de ontdekkingsreizigers van gentrificatie: zij smeren eerst een hip sausje over de buurt waardoor die aantrekkelijker wordt voor de kapitaalkrachtigen en voor wie bestaande bewoners en ondernemers plaats moeten maken.
Maar is het wel zo erg dat er nieuwe bewoners bij komen? We willen toch juist een gemengde stad waar achtergronden en inkomens door elkaar wonen? Tegen segregatie en voor meer contact en verbondenheid? Dus ben ik écht die ‘gentrifier’?
Precies dit is het discours dat de verdringing legitimeert. Het stadsbestuur noemt het vooruitgang. Zij moedigt de verkoop van sociale huurwoningen aan, want zij spreekt van een probleembuurt waar te veel lage inkomens bij elkaar wonen. Dus wordt er vriendelijk verzocht dat zij plaats maken voor nieuwe bewoners. Bewoners zoals ik.
Daarvoor is een prachtig eufemisme gevonden: sociale menging. Alsof door het pad vrij te maken voor hoge inkomens, rijk en arm nog lang en gelukkig samenleven. Helaas kunnen de lage inkomens nergens heen, want tja: sociale huurwoningen bouwen in de rijkste buurten, dat gebeurt helaas niet.
‘We zitten allemaal vast in dit systeem van ziekmakende marktwerking en concurreren elkaar zo de buurt uit’
Het wordt mij steeds duidelijker: een thuis is een privilege, het wordt jou gegund. En dat gunnen, dat doet de politiek. Het zijn politieke keuzes om sociale huurwoningen te verkopen, het zijn politieke keuzes om statushouders aan hun lot over te laten in het vinden van een woning, en het zijn politieke keuzes waardoor dakloosheid jaarlijks met zo’n tien procent toeneemt.
Ik wil niemand schuld aanpraten, noch schuld wegnemen. We zitten namelijk allemaal vast in dit systeem van ziekmakende marktwerking en concurreren elkaar zo de buurt uit. Voor de winnaars: betaalbare huur op een toplocatie. De verliezers? Woekerhuurpijzen of zelfs thuisloosheid. En de kopers kijken lachend vanaf de zijlijn toe.
De oplossing? Begin met forse subsidies voor sociale woningbouw. Maar tot die droom werkelijk wordt, laten we ons bewust zijn dat een thuis niet zo vanzelfsprekend is. Dat de plek die ik inneem, mogelijk ten koste gaat van een ander. Dus aan al mijn mede-gentrifiers: doe die oogkleppen af en erken je privilege. Een beetje zelfreflectie kan geen kwaad, want wat blijkt: de één zijn thuis is de ander zijn ontheemding.
Bono Siebelink
Bono Siebelink (1997) is een Nederlandse journalist, audiomaker en programmamaker. Hij schrijft en vertelt verhalen over de ontwikkeling van steden, en met name over hoe bewoners meer betrokken kunnen worden bij deze ontwikkeling. In zijn werk zoekt hij naar narratieven die een alternatief bieden op een systeem dat ongelijkheid bevordert. In zijn audiodocumentaires behandelt hij grote maatschappelijke vraagstukken aan de hand van intieme portretten (o.a. voor DOCS). Bono nam in 2025 aan talentontwikkelingstraject Nieuw Geluid.
Alles bekijkenFoto's: Andreas Van Esbroeck