Paul van Ostaijen in Berlijn
Eind oktober 1918 vertrok Paul van Ostaijen naar Berlijn. De Eerste Wereldoorlog was bijna ten einde; het moment waarop hij vier jaar lang had gewacht. Als de oorlog immers iets had aangetoond, dan was het wel dat alles anders moest. Maar al gauw kwam hij erachter dat de zogenaamde bevrijding niet veel verandering bracht en dat een nieuwe start uitbleef. Teleurgesteld stortte Van Ostaijen zich in Berlijn op de kunst, daarin kon men immers wél alvast op zoek gaan naar nieuwe vormen voor een nieuwe wereld. Hij kwam er in contact met de internationale avant-garde, raakte gefascineerd door het proza van Paul Scheerbart en Mynona en verbaasde zich over de strapatsen van Dada. Onder invloed van al deze nieuwe indrukken, ontwikkelde Van Ostaijen een totaal nieuwe poëzie, die haar beslag kreeg in zijn twee Berlijnse dichtbundels: De feesten van angst en pijn (1919-1921) en Bezette Stad (1921).
Vooral in ‘De Aftocht’, het afsluitende gedicht van Bezette Stad, maakt Paul van Ostaijen voelbaar hoe groot de nood is aan een lege tafel en een frisse start. Als aan het eind van die tekst blijkt dat de gewenste veranderingen er niet zullen komen, voelt zijn wanhopige hoop even pijnlijk als ontroerend aan:
misschien wordt eens
de nood zo groot
alle dijken breken
De Aftocht / Der Rückzug
Honderd jaar later vragen ook wij ons af wanneer de echte aftocht begint uit de grootste crisis die velen onder ons al meemaakten. De Aftocht vormt de afsluiting van het multimediale kunstproject Besmette Stad, waarmee we in het voorjaar van 2020 van start zijn gegaan. In dit project vroegen we inmiddels meer dan honderdvijftig kunstenaars om – geïnspireerd door het voorbeeld van Paul van Ostaijens Bezette Stad – een actueel artistiek antwoord te formuleren op de pandemie die ons ondertussen al bijna twee jaar in de greep heeft. Bij de start van het project konden we niet voorspellen hoe groot het zou worden of wanneer het zou eindigen. Naarmate het einde van de coronacrisis steeds verder voor ons uit werd geschoven, werd ook het einde van Besmette Stad steeds verder uitgesteld. Tegelijkertijd zagen we dat ook als een kans om de stem van kunstenaars in de crisis te laten horen.
Het uitgestelde einde van het project bood ons bovendien de kans om Besmette Stad naar de plek te brengen waar het ooit allemaal begon. Paul van Ostaijen schreef Bezette Stad immers in Berlijn, in een hevige dialoog met de Duitse kunstenaars die hem omringden. Zeker in het laatste gedicht van de bundel speelt die standplaats een grote rol. In ‘De Aftocht’ trekken niet alleen de bezettende legers zich terug uit Antwerpen, ook de dichter zelf druipt af en probeert vanuit zijn nieuwe uitkijkpunt de wereld te overzien. De oorlog is afgelopen, stelt hij vast, maar of daarmee de crisis ook echt voorbij is, weet Van Ostaijen nog niet zo zeker. ‘De bezetting houdt op / de bezetting begint’ sombert hij ergens in het gedicht.
Honderd jaar later blijkt het einde van de coronacrisis al even lastig te bepalen. Het virus vindt telkens weer nieuwe manieren om de verdedigingslinies te omzeilen die we steeds opnieuw in stelling brengen: ‘De besmetting houdt op / de besmetting begint’. Bovendien legt de pandemie ook vele andere problemen bloot – tijdelijke en structurele. We hebben de meer dan veertig kunstenaars die we hebben uitgenodigd om deel te nemen aan De Aftocht dan ook een lastige vraag voorgelegd. Hoe zou de wereld er na (of met) corona uit kunnen zien? Wat volgt er op deze crisis? De bevrijding? Een revolutie? Een terugkeer naar het oude ‘normaal’ of naar een nieuw ‘abnormaal’? Gaan we verder zoals we bezig zijn, of is het tijd om lessen te trekken? En als we de wereld inderdaad anders zouden willen inrichten, hoe ziet die nieuwe wereld er dan uit?
Vlaamse, Nederlandse en Duitstalige kunstenaars
Om de cirkel helemaal rond te maken, stelden we deze vraag deze keer dus niet alleen aan kunstenaars uit Nederland en Vlaanderen. Het leek ons een interessant idee om ook Besmette Stad in contact te brengen met het Duitse taalgebied. We gingen daarvoor op de vertrouwde manier te werk. Voor de Nederlandstalige kunstenaars organiseerden we een ‘Leesatelier XL’, waarin Matthijs de Ridder de uitgenodigde kunstenaars, kandidaten voor de open oproep én ons trouwe publiek door ‘De Aftocht’ loodste. Vervolgens organiseerden we ook een Duitstalig ‘Leseatelier’, waarin Anna Eble en Matthijs de Ridder de Duitstalige deelnemers wegwijs maakten in het gedicht. Ook hieraan koppelden we, met succes, een open oproep. In De Aftocht vind je de vijf winnaars.