Hoe de ‘boy code’ de emotionele binnenwereld van jongens in de kiem smoort
door Michiel van der Padt
Op 18 oktober stelden de deelnemers van Nieuw Geluid 2024 zichzelf en hun thema’s voor aan het publiek. Michiel van der Padt verkent wat feminisme voor mannen kan betekenen en welke invloed het patriarchaat op onze identiteit heeft. In zijn podcast ‘Verse papa’s’ heeft hij het dan weer over het prille ouderschap. In deze column vertelt hij hoe de ‘boy code’ de emotionele binnenwereld van jongens binnendringt.
Mijn zoontje is één jaar oud. Als inwoner van Brussel betekent dat dat ik stilaan moet beginnen met het vinden van een kleuterschool, waar hij vanaf 2,5 jaar oud naar toe zal gaan. In theorie zijn er veel opties om uit te kiezen: verschillende talen, scholenkoepels en filosofieën … Maar in de praktijk zijn plekken beperkt, en ben je overgeleverd aan een puntensysteem dat je een school toewijst op basis van verschillende factoren.
Het maakt me zenuwachtig. Natuurlijk wil je voor je kind een ‘goede’ school, dat wil iedere ouder. Maar waar ik me vooral druk om maak, is het vinden van een ‘lieve’ school. Een plek waar de juffen en meesters lief zijn voor de leerlingen, en kinderen worden gestimuleerd om lief te zijn voor elkaar.
‘Mag ik jullie iets vragen? Zijn jullie samen?’ Met deze woorden wordt het einde van de intieme vriendschap ingezet tussen Leo en Remi, de hoofdrollen in de film Close van de Belgische regisseur Lukas Dhont. Ze krijgen de vraag van een van de meisjes op de middelbare school waar ze net zijn gestart. De vraag wordt niet eens op een hele gemene manier gesteld. Maar de blik van Leo als hij de vraag krijgt, zegt alles: de manier waarop hij nu zijn affectie toont voor zijn beste vriend Remi, met aanraking, met indringende blikken, met tederheid, … dat zal niet langer zo gaan. Hij moet op zijn hoede zijn.
Dhont liet zich voor deze film inspireren door het onderzoek van de Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog Niobe Way. In haar boek ‘Deep secrets: boys’ friendships and the crisis of connection’ interviewt ze honderden Amerikaanse jongens van diverse achtergronden tijdens hun tienerjaren. Ze merkt op dat velen van hen in hun vroege tienerjaren intieme vriendschappen hadden, en tot in detail kunnen beschrijven hoe betekenisvol die voor hen zijn. Ze spreken over liefde die ze voor hun vriend voelen en hoe het leven betekenisloos zou zijn zonder vriendschap.
‘Niobe Way laat met haar onderzoek zien dat jongens wel degelijk een rijk emotioneel binnenleven kennen’
Als ze iets ouder worden, rond 14 à 15 jaar, dringt de zogenaamde ‘boy code’ zich steeds verder op. Kwetsbaarheid en emotionele expressie worden ontmoedigd, en stereotiepe mannelijkheidsnormen als onafhankelijkheid, stoïcisme en competitiedrang worden de nieuwe principes om na te streven. Zoals in Close wordt dat vaak gerealiseerd door intimiteit en kwetsbaarheid te feminiseren, en bij jongens onder elkaar gelijk te schakelen met homoseksualiteit. Je leeftijdsgenoten hoeven niet eens overtuigd te zijn dat je gay bent, de mogelijkheid dat ze het zouden kunnen denken, is vaak al genoeg.
Niobe Way laat met haar onderzoek zien dat jongens wel degelijk een rijk emotioneel binnenleven kennen, dit bewust kunnen beleven en gedetailleerd kunnen omschrijven. Het verhaal van limiterende mannelijkheidsnormen is wat haar betreft geen verhaal van een beperking, maar een verhaal van verlies. Want de intimiteit, de kwetsbaarheid, en het rijke emotionele binnenleven was er wel, maar het werd ons afgepakt.
Sinds ik Close heb gezien en het werk van Niobe Way heb gelezen, vraag ik mezelf af of hetzelfde verlies zich heeft afgespeeld in mijn leven. Ik maakte op mijn lagere school deel uit van een vriendengroep van vijf jongens. We noemden onszelf ‘The Gang’. Het had elementen van de speelse intimiteit die Leo en Remi hebben in de film, maar ook elementen van competitiedrang en hiërarchie. Ik was bijvoorbeeld de laatste die zich bij de groep voegde, en moest daarvoor een toelatingsritueel doorstaan waarbij een van de andere jongens na de gymles met al zijn kracht met vlakke hand op mijn blote, bezwete rug mocht slaan. De rode handafdruk die kort daarop op mijn rug verscheen, was mijn officiële toelatingsbrief.
Maar diezelfde jongen was ook iemand met wie ik een week lang bij mijn opa en oma ging logeren op het platteland van Noord-Brabant. We vertelden elkaar ’s avonds spookverhalen in de bedstee, voerden toneelstukken op en vertelden op welke meisjes in de klas we verliefd waren. We konden de slappe lach krijgen om dingen waar niemand iets van begreep.
‘Een derde jongen die bij ons in het eerste middelbaar zat, voegde zich bij onze vriendengroep. Al snel bleek dat ik het onderspit moest delven’
Slechts een van de leden van ‘The Gang’ volgde mij naar de middelbare school. In de eerste week van school wisselden we elk een van onze All-Stars uit zodat we op twee verschillende kleuren schoenen liepen. Toen ik mijn zus zag, die toen al in het vijfde jaar zat, riep ik over de aula uit: ‘Kijk! Ik heb twee verschillende schoenen aan!’, zonder daar enige gêne bij te voelen.
Een derde jongen die bij ons in het eerste middelbaar zat, voegde zich bij onze vriendengroep. In deze nieuwgevormde drie-eenheid bleek al snel dat ik het onderspit moest delven. Ik was het doelwit van hun grappen, die steeds persoonlijker en venijniger werden. Ik slaagde er niet in om hun spottende opmerkingen op een geestige manier te counteren. Ik probeerde het spel te leren, maar ik verloor te snel punten.
Na een jaar besloot ik de wedstrijd te verlaten en vrienden te worden met de twee wat excentriekere jongens die altijd Engels spraken en videogames speelden. Het was niet honderd procent mijn publiek, maar we waren tenminste lief voor elkaar. Als iemand mij vraagt of ik vroeger populair was op school is mijn antwoord altijd: ‘Ik was te cool voor de nerds en niet cool genoeg voor de coole mensen.’
In Close is het Leo die besluit zich stap voor stap van zijn vriend te verwijderen. Hij wacht ’s ochtends niet meer op hem om samen naar school te fietsen, zoekt steeds bewuster contact met andere jongens op school, en schrijft zich in voor ijshockeytraining zonder Remi daar iets over te vertellen. Haast symbolischer kan je het opdringen van de ‘Boy Code’ niet maken: gehuld in een helm met een vizier, schouders verbreed, een sport waar lichamelijk, agressief contact onderdeel vormt van het spel. Maar je begeeft je op glad ijs.
Misschien moet ik mezelf wat tijd gunnen voor mijn zoon. Het is wel zo dat hij binnenkort zijn eerste stappen zal zetten naar school, naar een sociale omgeving, waar hij vrienden zal maken en zijn gedrag zal worden geobserveerd door anderen. Maar misschien leert hij daar juist zijn emotionele binnenwereld te ontdekken, te verwoorden en om te zetten in intieme vriendschappen met leeftijdsgenoten. Dan pas zal ik mijn best moeten doen om te zorgen dat hij deze gave nooit meer verliest.
Foto: Sarah Van Looy
Michiel van der Padt
Michiel van der Padt (1993) houdt zich bezig met gendergelijkheid en mannelijkheid. Via zijn Instagramaccount @de_feministische_man verkent hij wat het feminisme voor mannen kan betekenen. Hij is mede-oprichter van Liminal, een organisatie die bewustwording wil creëren over de invloed van het patriarchaat op onze identiteit, relaties en gedrag, en maker van de podcast Verse Papa’s.