1. De ontdekking van het pseudoniem
Arnon Grunberg werd na het succes van zijn debuut Blauwe maandagen voltijds schrijver. Plots stond niet alleen zijn boek, maar ook zijn persoon in het middelpunt van de belangstelling. Hij ontdekte dat het imago dat je opbouwt als schrijver met je aan de haal kan gaan. Toen hij via De Geus de gelegenheid kreeg om onder een pseudoniem te publiceren, ging er een hele nieuwe literaire speeltuin voor hem open. Het pseudoniem Marek Van der Jagt bood hem de mogelijkheid om van uitgeverij te veranderen zonder overspelig te zijn én hij kon bepaalde wetten met de voeten treden, wat voor de schrijver Arnon Grunberg, althans volgens de publieke opinie, ongeoorloofd zou zijn.
De illusie dat niemand zou weten dat hij achter Van der Jagt zat, heeft hem ontzettend geholpen om te groeien als schrijver. Het gaf hem het gevoel dat alles kon; dat hij niet gebonden was aan zijn eigen naam, faam en persoonlijke geschiedenis: 'Het gevaar is namelijk dat je de censuur verinwendigt die de buitenwereld je als schrijver oplegt door je werk aan deze drie elementen te verbinden. Schrijven onder pseudoniem kan dan heel bevrijdend zijn.' Als Marek Van der Jagt bouwde hij een alternatieve identiteit uit en gaf hij interviews (per e-mail) en reacties op lezers. Uiteindelijk werd hij ontmaskerd.
Een roman als De asielzoeker zou er volgens Grunberg nooit zijn gekomen zonder die periode.