Ongelijk maar eerlijk: letterensector vraagt aandacht voor eerlijke verloning van kunstenaars

Datum 5 maart 2021

Voorafgaand aan ‘het voorwoord’ van de Nederlandse Boekenweek vraagt het Overleg Literaire Organisatoren (OLO) aandacht voor eerlijke verloning in de literaire sector. Naar aanleiding van het rapport Ongelijk maar eerlijk, geschreven door dr. Kila van der Starre, roepen het Overleg Literaire Organisatoren, deBuren, de Vlaamse Auteursvereniging en Literatuur Vlaanderen auteurs en organisatoren op de komende tijd extra aandachtig naar de eigen praktijk te kijken en de resultaten hiervan met ons te delen.

© Michiel Devijver

Ongelijk maar eerlijk

In de brede culturele sector groeit de aandacht voor eerlijke verloning van kunstenaars. Waar er in verschillende deelsectoren al concrete stappen zijn gezet naar standaardisering van de onderlinge afspraken, bestaat een dergelijk kader nog niet tussen auteurs en literaire organisatoren.

De behoefte aan duidelijkheid is bij alle partijen groot: auteurs willen correct vergoed worden en organisatoren willen correct vergoeden. Om deze groeiende praktijk van een bredere basis te voorzien, lieten het Overleg Literaire Organisatoren, deBuren, de Vlaamse Auteursvereniging en Literatuur Vlaanderen een onderzoek uitvoeren naar de huidige praktijk rond het vergoeden van literaire auteurs, literaire vertalers en illustratoren in Vlaanderen.

Literatuurwetenschapper Kila van der Starre werkt als zelfstandig letterkundige en is verbonden aan de Universiteit Utrecht en de Hogeschool van Amsterdam. Ze voerde een onafhankelijk databaseonderzoek uit en nam steekproefsgewijs een enquête af bij een gerichte selectie van respondenten. Het vandaag tijdens het OLO in definitieve vorm gepresenteerde onderzoeksrapport Ongelijk maar eerlijk is hiervan de uitkomst.

‘Het is allemaal erg herkenbaar: de schroom (bij auteurs én organisatoren) om over vergoedingen te praten, de onduidelijkheid over administratieve regels, de beperkte aandacht voor literaire vertalers en de lagere vergoedingen door scholen en bibliotheken. Dit onderzoek laat zien dat er nog veel verbeterd kan worden. Samen zorgen we voor een correcte verloning voor auteurs en vertalers.’

Matthijs de Ridder, voorzitter Vlaamse Auteursvereniging
Open gesprek over eerlijke verloning

De adviezen van Van der Starre lopen uiteen. Ze wijst op het belang van open communicatie tussen auteurs en opdrachtgevers en geeft aan dat het gesprek over minimum- of standaardtarieven diepgaander gevoerd moet worden. Ze signaleert dat er veel kennis voorhanden is bij de opdrachtgevers van dit rapport en dat het goed zou zijn als meer actoren hun weg naar deze instellingen zouden vinden.

‘Het gehele literaire veld wint als iedereen die zich professioneel inspant hier ook adequaat voor betaald wordt. Als blijkt dat het hanteren van eerlijke tarieven leidt tot een verschraling van het aanbod, is het een verantwoordelijkheid van alle spelers in het veld om samen met de overheden te zoeken naar oplossingen hiervoor.’

Willem Bongers-Dek, directeur deBuren en voorzitter Overleg Literaire Organisatoren
Systeemfouten?

De opdrachtgevers bedanken de deelnemers aan het onderzoek die openheid van zaken wilden geven. Gelukkig wordt er bovendien niet alleen nagedacht over eerlijke verloning maar wordt dit principe ook al breed in de praktijk gebracht. Dit gebeurt expliciet door de literaire organisaties die een meerjarenovereenkomst afsloten met Literatuur Vlaanderen. Zie bijlage 2 bij Ongelijk maar eerlijk.

Tegelijkertijd zijn er opvallende verloningsverschillen tussen actoren, weet niet iedereen bij welk loket je terechtkunt voor welke vragen en is er één advies dat in het bijzonder zorgen baart: ‘Respondenten geven aan dat minimumtarieven – in plaats van standaardtarieven – ongewenste consequenties met zich mee kunnen brengen.’ Deze angst voor minimumtarieven legt een systeemfout bloot. Als professionele organisaties het eigen personeel betalen volgens de geldende barema’s, mag je verwachten dat zij deze lijn doortrekken naar kunstenaars die in hun opdracht optreden.

'Uit het onderzoek blijkt dat vergoedingen voor lezingen in scholen en door kinder- en jeugdauteurs lager zijn dan de gemiddelde bijdragen voor auteursoptredens. Literatuur Vlaanderen wil de specifieke lezingencontext voor dit genre en deze doelgroep verder laten onderzoeken en kijken of er verdere aanpassingen en bewustmaking nodig zijn.’

Paul Hermans, directeur Literatuur Vlaanderen

In aansluiting op dit vervolgonderzoek, verzamelen de VAV tussen 5 maart en 5 juni 2021 zoveel mogelijk reacties van auteurs en organisatoren op bovenstaande vragen.

Voor interviews of verdere vragen graag rechtstreeks contact opnemen met de voorzitter van het Overleg Literaire Organisatoren: Willem Bongers-Dek, willem@deburen.eu, +32 (0)494 67 98 95.