Nadat Hugo Claus op woensdag 12 februari 2003 in Leuven tijdens een publieksavond verward van het podium stapte, verbleef hij enkele weken in het ziekenhuis. Jan Vanriet gaf hem een boekje en een pen. Claus vulde het boekje met 109 wonderbaarlijke tekeningen, maar voegde er geen tekst aan toe.
deBuren en BOZAR LITERATURE vroegen vier hedendaagse dichters deze absentie te vullen. De dichters kregen de vrije hand en benutten deze vrijheid om verschillende aspecten van Claus te belichten.
In het gedicht van Lucas Rijneveld treft de liefhebber van Claus enkele oude getrouwen aan. De moeder, de zusters en de zee gaan hier een vervreemdend verbond aan dat de lezer niet in de koude kleren gaat zitten. Onder dreiging van de jager (de dood?) is iedereen een prooi, behalve misschien als je ook schrijver bent en de jager met een streek van je pen kan doen verdwijnen.