'Verzwegen verleden' door Jean Kabuta

Datum 11 juni 2012

Op dinsdag 5 juni gaf Jean Kabuta (emeritus hoogleraar Afrikaanse talen en literatuur aan de UGent) een lezing tijdens de avond ‘Verzwegen Verleden' in de Beursschouwburg in Brussel. Naar aanleiding van zijn lezing over donkere passages uit de nationale geschiedenis, schreef Kabuta een korte column.

Op dinsdag 5 juni gaf Jean Kabuta (emeritus hoogleraar Afrikaanse talen en literatuur aan de UGent) een lezing tijdens de avond ‘Verzwegen Verleden' in de Beursschouwburg in Brussel. Naar aanleiding van zijn lezing over donkere passages uit de nationale geschiedenis, schreef Kabuta een korte column.

Verzwegen verleden

"Wij hebben scholen, ziekhuizen en wegen gemaakt en achtergelaten, en ze hebben alles kapotgemaakt". Hoeveel keren hebben we deze gewetensgeruststellende uiting niet gehoord! Die wordt nooit aangevuld met een zinnetje zoals: "Dankzij 'onze' Kongo is onze economie een van sterkste ter wereld geweest". Geen enkel woord wordt gerept over de schade voor Congo en het geweld tegen de Congolese mens!

Eeuwenlange onderdrukking, uitbuiting, vernedering en zeker ook bepaalde aspecten van de Afrikaanse cultuur zelf, hebben de Congolees mentaal geschonden. Hij schijnt dan te gehoorzamen aan een innerlijke stem die hem een raar gedrag dicteert:

1. Armoede is normaal voor een Afrikaan en kan niet vermeden worden.2. De Blanken, die rijk zijn, moeten ons blijven onderhouden.3. De uitgestoken hand is een normale houding en een recht.4. De Blanken zijn verstandiger dan de Zwarten.5. Afhankelijkheid is een verstandig middel om aan armoede te ontsnappen.

Een echte vorming van de Congolees stond blijkbaar niet op het beschavende programma van de kolonisator. Maar, 50 jaar na de onafhankelijkheid, zijn duizenden Congolezen uit de vicieuze cirkel van onwetendheid geraakt doordat ze het geluk gehad hebben te kunnen studeren. Ze hebben wegen, scholen, ziekhuizen en dergelijke leren bouwen. Toch ziet men op werven in het hele land enkel mensen afkomstig uit het verre Oosten. Ze herstellen de beschadigde infrastructuren en bouwen er nieuwe, terwijl de Congolezen zelf met gekruiste armen langs de werven staan te kijken. Ze kijken naar deze mensen uit het andere einde van de wereld, die het werk doen dat zij zelf, met hun talrijke ingenieurs en technici, even goed zouden kunnen doen. Vaak vluchten ze zelfs het land uit naar betere oorden, waar alles door anderen in orde gebracht is. Een gezonde mens, met een minimum aan waardigheidsgevoel zou zo'n passieve houding niet hebben. Een minimum aan vitale woede zou hem tot actie aanzetten.

We stellen dus dat de mens, alsook zijn land, ziek is. Een andere terugblik op het gemeenschappelijke verleden zou een evenwichtige uitleg kunnen geven. Dit is niet om een schuldgevoel aan wie ook te geven. Maar het gewoon erkennen van de waarheid is gezond voor alle partijen en is de voorwaarde om een nieuwe weg in onze wederkerige relaties in te slaan. Misschien kunnen dan werktuigen ontwikkeld worden om de geschonden mens te helpen herstellen, zodat hij zijn lot in zijn eigen handen kan nemen.

N.S. Kabuta

Jean Kabuta (°1947) is emeritus hoogleraar Afrikaanse talen en literatuur aan de UGent en auteur van talloze artikels, essays en boeken. Hij is geboren en getogen in Congo en was 8 jaar oud toen hij voor het eerst meezong met het koor Les troubadours du Roi Baudouin. De wereldtentoonstelling in 1958 bracht hem, samen met het koor, naar België én in de wereld. Over zijn ervaringen schreef hij het boek J'ai été troubadour du roi Baudouin, dat in het Nederlands vertaald is onder de titel Ik was Troubadour van Koning Boudewijn. Op dit moment houdt Jean Kabuta zich bezig met met projecten in Afrika, zoals de NGO Kasàlà en Harubuntu (www.harubuntu.org).