Besmette Stad

Pogingen om iets te voelen

door Nikki Dekker

Datum 11 november 2020
Door
Nikki Dekker

Nikki Dekker ging tijdens één-twee-marsj mee op pad door het nachtleven van Paul van Ostaijens Antwerpen. Ze liet zich inspireren tot 'Pogingen om iets te voelen'.

Pogingen om iets te voelen

Ik droomde dat ik vijftien was
ik lag in het gras en sabbelde op de wijsvinger van een klasgenoot
we kreunden
een ander had mijn vinger in haar mond

Het was niet seksueel
maar zoals je kreunt als je je uitrekt in de zon
of na een lange dag in een schoongewassen bed stapt
en iemand je vastpakt

Vooruit
vooral dat
blote handen op de zachtste delen van je huid
die warmer zijn dan buiten

Warmer dan wat je met infrarood kan zien
er zijn woorden waarvan ik de werking alleen overdrachtelijk ken
infraroodcamera
curve ball

De stad valt om me heen in een miezerbui
verboden hier te dansen
op het krijtbord naast mijn bed

Het jaar mept en mept
en mept en mept en mept en mept.

De tweede aanraking

Uit de panelen van deze stad tekent zich een kunstenaar
af die me vertelt over de modernisten
die in Nederland nooit hebben bestaan
omdat de Eerste Wereldoorlog hier niet speelde
voor ons

Het is een uitgesponnen vertoning
ja

Zeg ik ja
zegt de kunstenaar ja
ja

Ja
ja

Ja

Tot ik geen ja meer zeg maar en Nijhoff dan
en de kunstenaar verdwijnt

Applaus
(maar ik heb nog niet gedanst)

Er loopt glitterpaillettenkeppeltje voorbij
even paarsblauw als onmogelijk

Ik ken de juiste woorden niet
dat lijkt op magische krachten.

De derde aanraking

Nu loopt alleen een meeuw nog mee
synchroon met de muziek
kom hier fluister ik
op de stoep beweegt nog niets

Nu er geen toeristen zijn
in de dertiende-eeuwse tempel van Lopburi, Thailand
hebben de inheemse makaken zich verenigd
in rivaliserende gangs

Ze jagen over straat als dames door de Bijenkorf
achter een yoghurtbakje aan

Ik kan het de metafoor niet kwalijk nemen dat ze seksistisch is
net zomin als ik het helpen kan dat hier alleen maar meeuwen zijn

Waar zijn mijn frieten krijsen ze
cirkelen door de glasscherpe lucht

Kom op mijn vuist zitten schreeuw ik terug
gaan we op jacht 

Maar de meeuw is een meeuw
die hoort heel iets anders.

De vierde aanraking

Met een dirty chai latte zit ik op het terras
en probeer me te herinneren hoe het voelde
om plakkerig van andermans zweet thuis te komen
duizelig boven de smerige wc te hangen
naar de spiegel te lopen als over een touwbrug
rode ogen in een rood gezicht

Het was een religie
ik ging ernaartoe om te bidden
met mijn pelvis zei ik amen amen
soms werd ik gehoord
aan de andere kant van de kloof
het was een wonder
dat ik heelhuids thuiskwam

Met brandschone handen houd ik de mok
als een talisman en staar naar de andere
gelovigen: een vertoning in een lege bioscoop
we zien elkaar en weten wat we denken

Etalages kunnen schilderijen zijn
karakter een verdienmodel
niet lachen
echt is een rekbaar begrip

De mensen cirkelen rond dit gedicht
in al hun mogelijkheden
ze krijsen

Maar ik heb geen friet
en ik weet niet of ik het verstandig vind
om die te halen.

De vijfde aanraking 

Paul had geen last van ethische overwegingen
zoals de sector steunen met je ticket versus het verder verspreiden
het fiat van je vrienden versus even goed verdienen

Hij zocht simpelweg een uitgang in acrobaten
in trommels in contrast 

Paul had dan ook daadwerkelijk iets meegemaakt
waaraan hij moest ontsnappen 

De zesde aanraking

Vroeger keek ik neer op kunstenaars
die gewoon maar een beetje door de stad dwalen
en opschrijven wat ze zien

Nu zie ik alles
alsof ik voor het eerst de spijlen van mijn box vastpak
ertussendoor kijk

De glanzende koksmessen aan magneten
het gezicht van mijn vader en zijn bril

Poké bowl
ik spreek de taal niet

Opgebroken kamers achter beletterde ramen
de lege bioscoop is een zaal vol keramieken arenden
stenen leeuwen
zuilen
en iemand die meewarig m’n kant op kijkt in een rode jurk

Poké bowl
poké bowl
klopt het en ik
begin te dansen

Leg je hand op mijn schouder

Ik vraag het niet nog eens
leg je hand op mijn schouder 

Beeld je een hand in op mijn schouder
pluk een losse haar uit m’n hals 

Vang een bal uit de lucht
de muziek is verdwenen als een meeuw
blijf bewegen

Nikki Dekker leest voor:

 

© Gaby Jongenelen

Nikki Dekker is schrijver en radiomaker. In november 2018 verscheen bij Wintertuin Uitgeverij haar chapbook een voorwerp dat nog leeft, een bundeling essays en gedichten over de systemen waarin wij allen vastzitten en hoe je daaruit kunt breken. Ze publiceerde in o.a. Hollands Maandblad, De Gids en Revisor. Afgelopen voorjaar kwam haar radiodocumentaire Andreas Burnier, of hoe je op een klein vlot blijft drijven uit, over vergeten schrijvers en de literaire canon. Nikki is geselecteerd voor de tweede editie van CELA en werkt aan een debuutroman die zal verschijnen bij De Bezige Bij.