deBuren: De jury en het publiek werden het meest gecharmeerd door jullie speeches. Maar wat vonden jullie het fijnst aan de Speech Battle?
Derre: Ik besef dat er geen manier bestaat waarop ik dit bescheiden kan uitdrukken, maar het fijnst aan mijn deelname aan de Speech Battle was winnen. Schrijven wordt vaak als een zachtaardig en schadeloos tijdverdrijf gezien. Als je dan de zeldzame kans krijgt om dit in competitieverband uit te oefenen, dan is winnen extra plezierig. Ik moet er wel aan toevoegen dat de finale halen al een groot deel van de overwinning uitmaakte. De andere finalisten uit mijn editie waren allebei sterke en ervaren schrijvers, het was mooi om daar tussen te staan. Boersema: Ik was het meest onder de indruk van de manier waarop actrice Thekla Reuten mijn speech voordroeg. Zij wekte de speech echt tot leven door de contrasten te benadrukken die ik erin had gelegd en de melodie te volgen. Ik had best veel zitten schaven en polijsten, maar glans krijgen woorden alleen bij een mooie voordracht. Graauwmans: Het schrijven zelf was ook plezierig. Ik schreef een speech voor de oprichter van een nieuw mediabedrijf en dook in de wereld van fake news: ik leerde gekleurd nieuws en alle uitwassen ervan helemaal doorgronden, inclusief de methodieken en de trucjes. Een plezier!
deBuren: Dat het een fijne ervaring opleverde, betekent niet meteen dat het makkelijk ging. Wat vond je lastig aan het schrijven van een speech?
Boersema: Ik vind het altijd lastig om me te beperken: niet te veel gedachten in één speech, niet te veel woorden in één zin, niet te rijke stoffering van de taal. De boodschap komt beter over als je speech geen volgehangen kerstboom is. Derre: Inderdaad: elk woord telt. Je kunt je geen uitvoerige beschrijvingen veroorloven of een vage metafoor gebruiken, een speech moet in woordgebruik ongelooflijk precies zijn; elk woord en elke spatie heeft een nut. Waar een gedicht of een roman soms een zijweg neemt om iets te vertellen, gaat de speech recht op zijn doel af. Bovendien moet je bij de speech rekening houden met de voordracht als extra component. Graauwmans: Het is als puzzelen. Alle stukjes al schuivend en schrappend in de juiste plek passen. Bovendien is geloofwaardigheid heel belangrijk. Het mag geen staaltje pochen van de schrijver worden - ‘Zie mij eens met taal spelen.’ Het moet, met een duur woord, authentiek zijn en echt uit het hart komen.
deBuren: Jullie werden alle drie uitgeroepen tot winnaars van de Speech Battle. Leverde dat, behalve de overwinning, ook nog iets anders op?
Boersema: Heel concreet heeft het ervoor gezorgd dat ik tegenwoordig werk als speechschrijver voor het Nederlandse ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Ik had al wel wat ervaring met het schrijven van speeches voor de Tweede Kamer, maar ik merkte dat ik met mijn winnende speech bij de Speech Battle indruk kon maken op de sollicitatiecommissie. Graauwmans: De taal voedt mij. De voortdurende wisselwerking op gebied van techniek, het spel tussen taal en betekenis, het gebruik van emotie en ratio, contrast en ritme, komen terug in de verschillende teksten die ik schrijf. Of het nu gaat om mijn gedichten, speeches, redactionele teksten of monologen, ze beïnvloeden en verrijken elkaar. Verder was ook de masterclass van gerenommeerd speechschijver Renée Broekmeulen zeer motiverend. Derre: Ik heb vooral ontdekt hoe weinig ik eigenlijk weet over speeches en dat mijn eigen stijl nogal klassiek Amerikaans was. Van Renée Broekmeulen leerde ik meer speechstijlen en speechtradities kennen. Af en toe moet ik voor mijn werk of op een familiefeest zelf een speech houden. Ik slaag er zeker niet in altijd de perfecte speech af te leveren, maar ik voel wel dat ik groei in het metier. Ik kan de verschillende bouwstenen van een speech steeds beter herkennen en zie meer mogelijkheden voor variatie.