Het Rode Oor

Overschaduw mij | Finalist Het Rode Oor 2021

door Barbara Ericx

Datum 18 oktober 2021
Door
Barbara Ericx

Uit liefst 205 inzendingen selecteerde de jury acht teksten voor de finale van Het Rode Oor 2021. Van mislukte relatietherapie tot de betere natuurdocumentaire: acht uiteenlopende verhalen, met slechts één onderwerp: erotiek. Het decor: ‘Niemand hier. De zee, een rots en ik.’ De plotwending: ‘Er verschijnt een schaduw op mijn rechterborst.’ Het misverstand: Dat in de schaduw niks kan groeien.

Hieronder kan je Overschaduw mij van Barbara Ericx beluisteren of lezen. Het verhaal werd ingesproken door Elsa May Averill.

Voor het eerst sinds lang voel ik iets.

Niemand hier. De zee en ik. Water glijdt langs mijn vel. Zo zonder badpak lijkt het alsof ik meer plaats inneem, duidelijker omlijnd ben, alsof het water met krijt mijn omtrek golft en kietelt.

Het rotsblok waarop ik ga liggen geeft warmte af. Zuigt mijn afdruk op. Ogen gesloten. Dit kan toch niet, dit, alsof ik je voel, je in mij zit, ligt, kruipt, aan mijn randjes likt, mijn contouren volgt met één vinger. Ik ril. Stil blijf ik liggen, het blok is heet. Telkens als ik me verplaats voel ik dat opnieuw. Blijven liggen op mijn verkoelde plek, alsof het moet. Onder jouw toeziend oog. Dat kan toch niet, dit, dat ik je slaafs blijf volgen, zelfs als je me niks beveelt.

De leegte die jij achterliet stroomt vol met zon. Ogen gesloten. De binnenkant van mijn oogleden is rood. Zo rood als de kanten blinddoek die jij mij omdeed, waardoor ik licht kon zien dansen en contouren zag, schimmen zonder omlijning. Onwillekeurig bewegen mijn vingertoppen langs mijn dijen, voelen kleine bultjes kippenvel verschijnen wanneer ik denk aan hoe je mij bij mijn haren hard naar achteren trok en als een prooi in mijn hals beet, zacht, en met platte tong een spoor trok naar mijn tepel, warm en mals in je mond.

Zo raar, dat ik precies kan horen hoe je stem klonk, zacht en ruw tegelijk.

Mijn knieën gaan zachtjes uit elkaar, een beetje maar, genoeg om de wind te voelen, die zijn weg vindt en zoekt.

Zoals jouw adem, hoe je mij achteruit op je zachte bed duwde en minutenlang van heel dichtbij bekeek en zachtjes blies … Mijn contouren tekende met lucht. Hoe mijn kleine, donzen haartjes bewogen en mij lieten sidderen tot jij ze met stevige, altijd zachte hand tot rust bracht. Ik hoef er maar aan te denken en ik voel je. De warmte, de huivering, de hunkering.

Nooit gedacht dat dat kon, mij zo willoos overgeven en daar zo van genieten.

Nooit gedacht dat jij daar ooit mee zou willen stoppen.

Niemand hier. De zee, de rots en ik. In de verte een wandelaar. Ik lig uit het zicht, als ik niet kijk, bestaat hij niet. Naakt op mijn rug. Ik kantel mijn bekken, holle rug, het zout dat opdroogt op mijn benen doet me denken aan mijn benen in glanzende nylons, waarvan jij elk stukje wilde voelen. Eén teen in het water, alsof jij hem weer in je mond neemt. Ik voel je tong naar boven glijden, achterna gezeten door je handen. Ik wou dat je hier was.

De hitte en mijn verboden naaktheid winden mij op. Ik verzin hoe jij mijn ogen zorgvuldig bedekt, ik hoef niks te zien, ik mag genieten. Draag geen verantwoordelijkheid voor hoe ik eruit zie.

Ik open mijn ogen omdat ik een schaduw over mij voel. Een man staat op enkele meters van mijn voeten. Zijn T-shirtstof is zo licht dat het doorzichtig lijkt. Meteen kom ik half overeind, leunend op mijn ellebogen, ik schrik maar schaam mij niet, doe geen moeite mezelf te bedekken. Hij zet een stap opzij waardoor ik weer in de volle zon lig. We kijken elkaar aan. Hij strekt één hand opzij uit. De schaduw ervan valt op mijn rechterborst. Zijn schaduw kneedt en aait, zakt naar mijn navel. Ik adem hem in. Zijn schaduwhand beroert mijn kruis. Hij maakt van zijn hand een vuist waarbij alleen de duim blijft staan. Die maakt kleine schepbewegingen. Mijn bekken danst mee in zijn ritme. Ik voel mij nat worden. Ons oogcontact is een ononderbroken lijn. Ik wil meer. Mijn hand glijdt tussen mijn benen. Ik draai rondjes in mijn geil en smeer het zacht uit over mijn klit, die zich steeds duidelijker aftekent. Mijn luidere ademhaling verdwijnt in het geluid van wind en golven, ik hoef me niet in te houden. Ik plooi mijn benen in hurkstand, leun op mijn linkerhand, gestrekt achter me, mijn rechterhand hoeft niet na te denken, volgt het ritme van de vuist van de vreemde man. Het is niet mijn verantwoordelijkheid, ik laat me leiden, ik mag me laten gaan. Steeds sneller, steeds harder, steeds wilder, ik kreun en als een brekende golf kom ik schokkend klaar. De man glimlacht, buigt zijn hoofd en handen als een bedankingsgroet, draait zich om en wandelt weg, zonder om te kijken. Tot hij weer een wandelaar wordt in de verte.

Nooit gedacht, dit, dat ik jou niet nodig heb. Niet meer nodig. Mijn lichaam heeft zich volgezogen met herinneringen, aanrakingen, overweldigingen. Ik zie ze, voel ze, herbeleef ze. Zolang de voorraad strekt kan ik het alleen. Ik adem diep en langzaam in. Mijn uitademing neemt alle spanning mee. Niemand hier. De rots, de zee, mijn verbeelding en ik. En een steeds kleiner wordende stip.

Beeld door Shamisa Debroey

Meer over Het Rode Oor?

Hier vind je alle teksten, podcasts en informatie.

Alles bekijken

Barbara Ericx schrijft. En schrijven is voor haar zorgvuldig kijken. Iets laten gebeuren tussen de lijnen. Iets oproepen achter de ogen van de lezer. Haar voorkeur gaat uit naar korte verhalen en portretten. Korte scènes, beknopte dialogen. Ze speelt met eenvoudige, beeldende, poëtische taal. Graag met een hoekje af. Ze is theaterdocente en maakt, schrijft en regisseert korte voorstellingen. Ze volgde de opleiding Theatermaker/docent/regisseur aan de Toneelacademie Maastricht. Ze woont in Vlaanderen en werd geboren in een winter, toen er nog sneeuw viel.

Organisatie: deBuren, Stichting Nieuwe Helden en De Nieuwe Liefde. Het Rode Oor is onderdeel van het project Yes, please!, een initiatief van Stichting Nieuwe Helden in co-productie met deBuren en in samenwerking met De Nieuwe Liefde, Compagnietheater, Marres Maastricht en HKU.