Eind juni 2015 zat ik met Geert Buelens na een lange congresdag op een terras in Berlijn. We hadden het uitgebreid gehad over de Eerste Wereldoorlog in de programmering van deBuren (van citybooks Ieper tot onze avonden met Christopher Clark en Stefan Hertmans) en speelden een spel.
Hij was De jaren zestig. Een cultuurgeschiedenis aan het voorbereiden en zocht naar blinde vlekken. Hij daagde me uit een hiaat te vinden. Over welk land had hij nog geen materiaal verzameld voor zijn nieuwe boek? En over welk artistiek genre had hij geen paragraaf in voorbereiding?
Als ik het me goed herinner, was mijn eerste gok: ‘Brazilië!’. Maar met de hoopgevende bouw van Brasilia in 1960 zou hij zijn boek openen om dan via de documentaire Brasília, contradições de uma cidade nova (Brasilia: contradicties van een nieuwe stad) van Joaquim Pedro de Andrade eind 1968 middenin de militaire dictatuur te landen die Brazilië inmiddels geworden was.
Vervolgens vermeed ik voorzichtig de bekende plaatsen waarvan ik wist dat de zestiger jaren er een grote impact hadden gehad (Indonesië, Congo, Zuid-Afrika, …). IJsland misschien? Mis: de IJslandse beeldend kunstenaar Erró schilderde met zijn heftige reeks Intérieur américain (1968) een beklijvend beeld van Vietcongstrijders die de oorlog verleggen naar comfortabele Amerikaanse huiskamers.
Luxemburg dan? Niet alleen was Radio Luxemburg de populairste zender in de DDR en konden luisteraars in de Baltische staten via die zender de ontwikkelingen in het Westen volgen, ook zonden zij live uit vanaf de Parijse barricades in het Quartier Latin en zouden er in die hete meidagen zelfs veertigduizend transistorradio’s zijn verkocht om naar hen en Europe 1 (een andere commerciële zender) te kunnen luisteren.