Openingswoord Vlaams-Nederlands mediacongres | Sven Gatz, minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel

Datum 22 september 2017

Het was vechten voor een plaatsje op het mediacongres. Vlaams minister van media opende de dag. Lees zijn toespraak.

In Vlaanderen hebben we een kwaliteitsvol en divers media-aanbod. Maar, net als overal, biedt de digitale evolutie ook bij ons zowel uitdagingen als opportuniteiten. Vooral voor wat bestempeld wordt als ‘de klassieke’ journalistiek. Die moet zich willens nillens aanpassen aan de snel evoluerende technologie enerzijds én het gewijzigde mediagedrag van de consument anderzijds.

 

Een toekomstgericht divers en pluriform medialandschap is noodzakelijk om de pers ook in de toekomst haar rol als vierde macht op een kwalitatieve manier te laten vervullen. Nieuwe technologieën kunnen de journalistiek niet alleen sneller, goedkoper of efficiënter maken. Ze kunnen vooral ook verruimend werken.

 

Vrije en pluriforme berichtgeving ligt me als minister van Media en als volbloed-democraat nauw aan het hart. En uiteraard hou ik daarbij niet alleen de Vlaamse, maar ook de Europese en de mondiale trends in de gaten.

 

Daarom ben ik verheugd dat deBuren vandaag dit mediacongres Vlaanderen-Nederland in het hartje van Brussel organiseert.

Buren hebben gelijkenissen. Maar buren hebben ook verschillen. Ook op het vlak van mediabeleid.

De titel van één van mijn boeken luidde  Over media heb ik niets te zeggen. Een veelzeggende titel die als een adequaat antwoord dient op vele vragen die mij worden gesteld. Toch probeer ik als Vlaams minister van Media het mediaveld hier en daar, vanaf de zijlijn, aan te moedigen. Veelal door deugdelijke innovatieve initiatieven een duwtje in de rug te geven.

 

De grootste hefboom daarbij, is uiteraard de VRT. In de nieuwe beheersovereenkomst die vorig jaar werd afgesloten, werden alvast een aantal duidelijke opdrachten meegegeven.

 

De VRT heeft kwalitatieve nieuwsberichtgeving als kernopdracht De VRT besteedt ook bijzondere aandacht aan onderzoeksjournalistiek. Met in concreto het aandachtspunt dat het VRT Nieuws jaarlijks minstens 10 diepgravende, journalistieke reportages maakt. De VRT kreeg daarenboven ook de opdracht mee om meer in documentaires te investeren met jaarlijks de coproductie van minimaal 15 afleveringen.

 

Maar daar blijft het uiteraard niet bij.

 

Innovatief zijn, betekent vernieuwend zijn. Maar grenzen kan je enkel verleggen, als je die grenzen ook kent. Daarom is het mijn inziens van bijzonder belang dat de journalistiek van gisteren, vandaag op een correcte manier wordt gearchiveerd. In Vlaanderen neemt het Elektronische Nieuwsarchief (ENA) deze taak op zich. Het ENA, bestaande uit een televisienieuwsarchief en een krantennieuwsarchief, heeft een unieke positie en expertise inzake dataverzameling en continuïteit bij wetenschappelijk onderzoek.

 

Op dit moment bevat het archief alle nieuwsuitzendingen vanaf 2003. Sinds 2011 worden ook andere actualiteitsprogramma’s gearchiveerd. Het krantennieuwsarchief op zijn beurt, bestaat uit de krantenartikelen van acht Vlaamse Kranten (De Standaard, De Morgen, De Tijd, Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad, Gazet van Antwerpen, Het Belang van Limburg en Metro).

Kaf van het koren

 

Zoals u allen ook weet, wordt het grote publiek dagelijks geconfronteerd met een potentieel overaanbod aan nieuws, offline en meer dan ooit online. Daarin het kaf van het koren scheiden, blijft één van de grootste uitdagingen. In 2015 lanceerde de Vlaamse Vereniging voor Journalisten (VVJ) via een bijkomende financiële ondersteuning, daarom het Journalistenloket. Het Journalistenloket omvat twee luiken: de online kennisdatabank en persoonlijke bijstand door VVJ-adviseurs. Deze dienstenverlening is er ook voor bloggers en zogenaamde burgerjournalisten. Met het loket, dat dus voor iedereen openstaat, wordt zeker de rol van de journalist als dé betrouwbare gids alvast versterkt.

 

Aansluiting bij de Vlaamse Vereniging voor Journalisten (VVJ), de vereniging van de in Vlaanderen actieve beroepsjournalisten, én de zelfregulerende Raad voor de Journalistiek zijn dan ook belangrijk met het oog op een betrouwbaar en duurzaam imago van de journalist. Hen ondersteunen is belangrijk.

 

Innovatie betekent ook constant bijleren en dus participeren aan uitdagende vernieuwende opleidingen. De MediAcademie is een opleidingsplatform binnen de geschreven -, de online – én de audiovisuele pers. Om innovatief te kunnen zijn, moeten de verschillende sectoren het aandurven om te leren van mekaar. Zeker gezien de zogenaamde “overlap” binnen de verschillende mediasectoren. Daarom is samenwerking, ook binnen de opleidingen van MediAcademie, belangrijk. Media 21, de online pers, trad dit jaar alvast ook toe tot het project MediAcademie.

Kinderen leren omgaan met nieuwsmedia is nog zoiets bijzonder belangrijk.

Hen belangstelling voor de actualiteit bijbrengen, hen leren kritisch om te gaan met de verschillende nieuwsbronnen –  op papier en online –  en hen laten kennismaken met de (snelle) evoluties in de nieuwsmedia. Daarop wordt ingezet met het project Nieuws in de Klas

 

 

Nog een ander initiatief betreft het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek of het Journalismfund.eu, dat als voornaamste taak het stimuleren van diepgravende bijzondere journalistiek heeft. Ik heb het fonds zowel in 2016 als in 2017, naast de reguliere subsidie van 300.000 euro, een bijkomende steun toegekend voor de organisatie van de Data Harvest Conferentie. Deze conferentie stimuleert de kwaliteit en de ruimte voor onderzoeksjournalistiek en biedt aan Vlaamse Journalisten de mogelijkheid om zich te laten inspireren door internationale voorbeelden en om internationale netwerken uit te bouwen.

 

 

In 2016 werd voor het eerst ook een projectoproep gelanceerd ter ondersteuning van nieuwe innoverende nieuwsmedia-initiatieven die de pluriformiteit binnen de sector versterken en het informatieaanbod verruimen. In 2016 werd daarvoor een subsidielijn van 200.000 euro voorzien. Dit jaar, wegens het grote succes, wordt dat bedrag met 50% opgetrokken tot 300.000 euro. Projecten die voor deze subsidies in aanmerking komen,  zijn onder meer die projecten die specifiek betrekking hebben op vernieuwende journalistieke productiewijzen, storytelling, datajournalistiek, nieuwe verdienmodellen en ondernemerschap in de media, crowdsourcing en begeleiding van starters. De nadruk van het project moet alleszins liggen op de vernieuwende technologie en niet op de nieuwsinhoud.

 

 

Dit jaar is het mijn bedoeling om bijzondere aandacht te besteden aan innoverende journalistieke projecten die zich specifiek richten op jongeren of kwetsbare doelgroepen binnen de samenleving. En dat kunnen zowel mediamakers als mediagebruikers zijn. De projectsteun, met een maximum van 50.000 euro per project, is zeer specifiek gericht op kleine mediabedrijven of –organisaties, vzw’s of zelfstandigen werkzaam in de nieuwsmediasector en ook middelveldorganisaties die een samenwerkingsverband aangaan met een mediapartner.

 

 

U ziet, met een veelheid aan kleine maatregelen proberen we vanuit Vlaanderen alvast de focus te leggen op zowel financiële steun aan de journalistiek, de verscheidenheid in de media te ondersteunen EN de geloofwaardigheid ervan te stimuleren.

 

 

Sven Gatz

 

 

N.a.v. het mediacongres dat op 5 september 2017 bij deBuren in Brussel plaatsvond. Organisatie: Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en Vlaams-Nederlands Huis deBuren, in samenwerking met de Nederlandse Ambassade, Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse Overheid en MediaNet Vlaanderen.