Wiens krant men leest ...

Datum 10 november 2015

'We kijken nog weinig naar elkaars programma's, maar gelukkig nog wel naar ­elkaar, via eigen programma's, publicaties en podia.' Wim Vanseveren, directeur van Vlaams-Nederlands Huis deBuren, reageert op de toespraken van Peter Vandermeersch en Christiaan Weijts die dit weekend opgepikt werden door de media.

NRC en De Standaard pikten dit weekend twee boeiende lezingen op waarin de relaties tussen Nederland en Vlaanderen tegen het licht werden gehouden. Christiaan Weijts ging op uitnodiging van deBuren voor Een gemiste kans? op zoek naar het beste van twee werelden. Peter Vandermeersch sprak in zijn Pacificatielezing over de onzichtbare kloof tussen noord en zuid. 'Het is duidelijk,' concludeerde De Standaard, 'nabuurschap en een gemeenschappelijke taal scheppen nog geen band.' Is dat zo? Wim Vanseveren, directeur van Vlaams-Nederlands Huis deBuren reageert.

 

Wiens krant men leest ...

Toevallig was ik aanwezig bij de twee boeiende lezingen afgelopen vrijdag en zaterdag, waaruit De Standaard uittreksels publiceerde (DS 7 november). Zowel ‘Een gemiste kans?' van Christiaan Weijts in Den Haag als de Pacificatielezing van Peter Vandermeersch in Breda was boeiend. Beide toespraken waren spits en gevat.

Ondanks kritiek en licht verdriet, hoorde je tussen hun zinnen vaak ook tevredenheid over het feit dat ‘zo'n contrast en zo'n totaal ander land vlakbij hebben' ook aanvoelt als ‘aangenaam, alsof we alles in tweevoud hebben, in een Nederlandse en een Vlaamse of Belgische vorm' (Christiaan Weijts).

Ironisch genoeg was er tussen beide lezingen in, op vrijdagavond, een programma te zien op tv waar respectievelijk 1,6 miljoen Vlamingen en 1,8 miljoen Nederlanders naar keken. Er werd een zingend trio gekozen, bestaande uit twee Vlaamse meisjes en één Nederlands: de nieuwe K3. Of dit een culturele gebeurtenis is dan wel een economische, is voer voor discussie, maar het is zonder meer een mediagebeurtenis.

Het klopt, zoals Peter Vandermeersch stelde, dat Vlamingen nauwelijks nog naar Nederlandse programma's kijken en vice versa is het nog erger. Dat is misschien te betreuren, maar het is vooral normaal. Beide publieke omroepen zijn in voldoende mate sterke merken in eigen land, gelukkig maar. Hetzelfde geldt voor kranten en tijdschriften. Dat soort mediaverwachting moeten we niet (meer) hebben. Mochten meer Vlamingen NRC Handelsblad lezen in plaats van De Standaard (of vice versa), zou ik me zorgen maken.

Zaterdag hoorde ik op de Vlaamse Radio 1 ­Interne keuken, een programma waar gewoontegetrouw Vlaamse én Nederlandse boeken aan bod kwamen. En Peter Vandermeersch was onlangs nog te gast in De wereld draait door, waar geregeld Vlamingen mee aan tafel zitten, zoals dat omgekeerd ook vaak het geval is met Vlaamse talkshows.

Samenwerking en integratie is de nieuwe optie.

Laten we ermee ophouden de inderdaad soms moeizame culturele uitwisseling tussen Nederland en Vlaanderen te meten aan het bekijken, beluisteren en lezen van elkaars media. We hebben vandaag zoveel degelijke media in eigen land, dat die stoomtrein niet meer terugkomt. Samenwerking en integratie is de nieuwe optie, zoals dat in ons theater - om maar een dwarsstraat te noemen - heel gangbaar is.

Laten we de nieuwe tijd meten aan deze nieuwe realiteit. We kijken nog weinig naar elkaars programma's, maar gelukkig nog wel naar ­elkaar, via eigen programma's, publicaties en podia.

Wim VanseverenBrussel, 10 november 2015

Dit opiniestuk werd op 10 november gepubliceerd in De Standaard.

Lees ook de teksten van Christiaan Weijts en Peter Vandermeersch.