Theaterschrijven: ontdekkingsreis naar een andere wereld

Datum 10 september 2013

Op 24 september aanstaande zal ik in theater HETPALEIS, in samenwerking met het Vlaams-Nederlands Huis deBuren een lezing geven over mijn werk. De aanleiding is de theatertekst die ik schreef voor de voorstelling DagDag, die dan in HETPALEIS te zien is. Die voorstelling begon niet met een tekst, maar met een idee van Bob Takes: hij bedacht en visualiseerde twee werelden die haaks op elkaar staan.

Op 24 september aanstaande zal ik in theater HETPALEIS, in samenwerking met het Vlaams-Nederlands Huis deBuren een lezing geven over mijn werk. De aanleiding is de theatertekst die ik schreef voor de voorstelling DagDag, die dan in HETPALEIS te zien is.

Die voorstelling begon niet met een tekst, maar met een idee van Bob Takes: hij bedacht en visualiseerde twee werelden die haaks op elkaar staan. Dat idee, zichtbaar in het decor van DagDag, prikkelde mij om er een theatertekst voor te schrijven. Per slot komen in mijn boeken vaak verschillende werelden bij elkaar of maken mensen een queeste in het onbekende. In Het Verhaal van Bobbel die in een Bakfiets Woonde en Rijk Wilde Worden is de voor de meeste mensen ongebruikelijke wereld van een eenvoudig reizend bestaan het uitgangspunt. Als de jonge hoofdpersoon in de ‘gewone' wereld terechtkomt en zich daar gedraagt zoals zij denkt dat normaal is, komt ze in botsing met wat in die andere wereld als normaal wordt beschouwd. In mijn roman Feest van het begin groeit een jonge wees eind achttiende eeuw op in de strikte en afgesloten wereld van een katholiek hospice, tot er iemand komt die de ramen openzet. Tegelijkertijd past een uit het buitenland afkomstige pianofortebouwer zich uit eigen gewin zo aan, dat het ten koste gaat van zijn werkelijke levensdoel. En in Toen mijn vader een struik werd moet een meisje vluchten naar het buitenland, een nieuwe taal leren en de vraag beantwoorden wat ze kan dat goed is voor haar nieuwe land. Ze weet wel wat ze kan, maar ze weet niet of dat goed is voor dat andere land. Ze kan eieren bakken. Ze kan de tafel van zeventien opzeggen. Ze kan alle straten opnoemen in de buurt van haar huis.

Ik voelde me dus wel thuis bij dat decorplan en wat het wilde zeggen. Dus schreef ik over een man en een vrouw in een wereld die gesloten is, maar waarvan de bewoners overtuigd zijn – moeten zijn zelfs – dat ze in een gezegende omgeving leven, waar alles het beste is. Geen ongewone gedachte. Toen Bosnische vrienden van mij naar Nederland vluchtten, kregen ze van een buur te horen dat ze nu zeker wel heel blij waren dat ze in Nederland woonden. Maar de wereld die in het toneelstuk verbeeld wordt mag dan licht en eenvoudig zijn, die mist wel een dimensie. En dat is waarmee de man en de vrouw worden geconfronteerd als een bergbeklimmer van zijn berg waait en in hun wereld terechtkomt. Terwijl de man zich aanvankelijk gedraagt als een orthodox die de buitenwereld niet echt wil binnenlaten omdat die zijn zekerheden, ook de zekerheid dat hij gelukkig is, ondergraaft, beseft de vrouw dat ze dingen mist, al mag ze niet denken aan wat gemis kan zijn, want gemis is onvolkomenheid. Een boek schrijven is voor mij net zo'n ingewikkeld proces als ik zie dat theatermaken is, alleen speelt dat proces zich, als het om een boek gaat, in mijn hoofd af en theatermaken in veel meer hoofden. Al die gedachten en ideeën moeten verwoord worden en naar elkaar toe komen. Er is het hoofd van regisseur Marieke van Leeuwen, van dramaturge Kerensa Verhoosel, van de spelers Janne Desmet en Gert en Jo Jochems. En dat zijn ze nog niet allemaal. Ook is een tekst die ik in een boek wil in mijn ogen áf als ik die naar de uitgever breng. Een theatertekst is pas af als die wordt gespeeld. En al besprekend en repeterend kunnen er nieuwe versies ontstaan. Het is geen innerlijke, maar uiterlijke zoektocht. Ik weet niet welke beelden een lezer voor zich ziet als die mijn boek leest. Bij theater zie en hoor ik hoe een acteur een zin interpreteert, hoe alles zichtbaar werkt of niet werkt. Dat is spannend. En anders. Want in mijn hoofd spreek ik mezelf óók wel eens tegen en zeg ik óók tegen mezelf wat beter of anders kan, maar bij theater is de zoektocht zichtbaar en hoorbaar. En ja, er is ook een deadline, want de datum van opvoering staat vast. We moeten daar toch eens een ander woord voor verzinnen. Misschien het bestaande woord ‘springtijd' een nieuwe betekenis geven?

Op 24 september, om 20:15 u, zal ik spreken over mijn werk, over het schrijfproces van DagDag, over hoe het idee voor DagDag groeide, over tweedimensionaal lezen en driedimensionaal kijken en over de betrekkelijkheid van gewoon en ongewoon. Daarna hoop ik met u in gesprek te gaan.

 

Gerelateerd:

Op 10 oktober 2012 was Joke van Leeuwen te gast tijdens De Literaire Loketten. Bekijk het videoverslag hier: