Kortverhaal: Goede raad

Datum 19 december 2013

Vond u het Parijsverhaal Noachs Ark van Julie Reniers ook zo sterk? Lees dan zeker de Goede raad die ze schreef vanwege onze heropening en ontdek wat raadgeven en stalken gemeen hebben. Vanaf het voorjaar volgt er meer Reniers: ze bezocht op verzoek van deBuren vier Nederlandse musea en deelt haar belevenissen met ons. Op 20 februari modereert ze bovendien een avond over Georgië.

Vond u het Parijsverhaal Noachs Ark van Julie Reniers ook zo sterk? Lees dan zeker de Goede raad die ze schreef vanwege onze heropening en ontdek wat raadgeven en stalken gemeen hebben. Vanaf het voorjaar volgt er meer Reniers: ze bezocht op verzoek van deBuren vier Nederlandse musea en deelt haar belevenissen met ons. Op 20 februari modereert ze bovendien een avond over Georgië.De eerste keer dat de telefoon gaat, is het halfdrie 's nachts. Ze schuift haar slaapmasker omhoog en knippert met de ogen, gedesoriënteerd door het donker. Steunend op haar elleboog komt ze half overeind in bed en draait zich naar het gerinkel toe, de pudding van haar buikje kantelt met de beweging mee opzij. ‘Hallo?' ‘Hallo. Goede raad: draag altijd mascara op het werk. Geen mascara duidt op emotionele instabiliteit. Combineer felle lippenstift nooit met zwaar opgemaakte ogen. Lak je nagels niet rood als je baas een vrouw is – ze zal denken dat je op haar job uit bent. Let op.' Klik.     Verbaasd en wat groggy kijkt ze naar de hoorn in haar hand, bijna niet te onderscheiden in het fluwelen zwart van de nachtelijke kamer. Verkeerd verbonden, denkt ze. Of fout getimede telereclame. Achter het raam aan de overkant van de straat op dezelfde hoogte van haar appartement schijnt licht - haar buren blijven vaak laat op. Ze trekt het slaapmasker weer voor haar ogen en laat zich in de kussens ploffen.     Drie uur later staat ze op. Ze hijst zich in haar skinny jeans, en moet ondanks de dieetcornflakes die elke ochtend haar ontbijt zijn plat op de grond gaan liggen om de broeksknoop vast te krijgen. Ze komt weer overeind en lijkt nu een beetje op de drie bananenmuffins die ze in de loop van de werkdag achter haar computer naar binnen werkt.

‘Inneke?' Haar baas – geen vrouw – belt haar op via het interne netwerk, vanuit het glazen kantoor tien meter verder. ‘Regel jij een conference call met de geassocieerde vennoten uit Duitsland en Brazilië? Over project Iceberg, anderhalf uur, ergens volgende week. Goed?' Een uur later brengt ze hem zijn twee koffies. Hij wuift haar het glazen hok binnen, glimlacht, laat zijn blik even op haar rusten.     Wanneer die nacht rond drie uur de telefoon opnieuw begint te rinkelen, is ze lichtjes geïrriteerd. ‘Hallo. Goede raad: wees niet afhankelijk van het weer. Koop geen ongeteste genetisch gemodificeerde zaden voor je teelt. Drink geen insecticide. Laat geen kinderen achter. Wees voorzichtig.' ‘... Wat?' Maar de stem is verdwenen. Ze trekt haar onderbroekje op, dat te klein is en 's nachts altijd halverwege haar billen komt te hangen. Ze kruipt weer onder de dekens, ogen wijd open. Met een schrapend geluid verschuift er iets in de waterleiding. De houten dakbalken kraken. Bij de buren is het donker.

Na de maandelijkse bestuursmeeting komt de baas altijd even uitrazen aan haar bureau. ‘Een zwak figuur! Niemand luistert daarnaar! Niemand!' Ze knikt begrijpend. Gekalmeerd gaat hij zijn eigen kantoor binnen, om haar vijf minuten later op te bellen. ‘Inneke? Boek je dat restaurant dan voor overmorgen? Iets wat je zelf lekker vindt. Maar niet te ver. Goed?'     Voor het slapengaan overweegt ze even de telefoonkabel uit te trekken, doet het dan toch niet – iemand zou haar vannacht wel eens dringend nodig kunnen hebben. Om kwart voor vier begint het rinkelen. ‘Hallo. Goede raad: slaap minimaal acht uur per nacht, maximum tien. Eet elke dag tweehonderd gram groenten. Ga drie keer per week sporten. Doe niet te veel zittend werk – op lange termijn meer dan zes uur per dag zitten kost je zeven kwaliteitsvolle levensjaren. Kijk uit.'

Zoals elke donderdag stuurt ze de echtgenote van haar baas zijn agenda voor de komende week door. Zoals elke donderdag belt hij haar een paar uur later op: ‘Inneke? Kom je even? Ik wil een paar dingen voor volgende week aanpassen, goed?'     Ze komt vermoeid thuis. Net voor het einde van de dag stuurde de baas haar nog vijf keer naar het archief en onder haar rok schuurden haar dijen tegen elkaar en werden haar voeten in de puntige pumps gepijnigd. Ze vergeet de telefoon, tot halfvijf: ‘Goede raad: word geboren in West-Europa, in een blank gezin. Wees goed in cijfers. Creëer statistieken. Wees sterk. Werk. Win. Pas op.' Het licht bij de overburen lijkt te haperen. In het geflikker ziet ze hoe een naakte man achter het raam opstaat uit de sofa en zich in zijn volle lengte uitrekt.

De avond van het restaurantbezoek ziet ze eruit als een pandabeer. Zwarte kringen rond haar ogen, een paar kilo extra van de suiker die haar bij gebrek aan slaap moest wakker houden achter haar bureau. Haar baas knijpt even in haar schouder, dan komt zijn vrouw aan. Die kijkt haar in de pandaogen en knikt goedkeurend. Zij had vroeger haar baan, totdat de baas zijn eerste echtgenote voor haar liet zitten. En nu moet zij de vinger aan de pols houden – als er één ding is dat ze bij het bedrijf geleerd heeft, dan is het wel risk management.     Volgegeten strompelt ze haar appartement binnen en laat zich op bed vallen. Uitgeput neemt ze om vier uur de telefoon op. ‘Ja?' ‘Goede raad: verstuur geen belangrijke info per e-mail. Gebruik geen zoekmachines. Ban facebook, twitter, skype, msn. Als je per se internet wil, zet dan een VPN-verbinding op, of gebruik op z'n minst een publieke proxy. We kijken mee.' In paniek gooit ze haar mollige bovenbenen over de rand van het bed, springt op en gluurt van achter het gordijn naar de straat. Die is leeg en stil in het licht van de straatlantaarns. In de verte haasten hoge hakken zich ergens heen.   De volgende dag laat ze haar vaste lijn afsluiten – problemen opgelost.

 

 

 

Julie Reniers (1987) woont, werkt en schrijft meestal in Brussel. De rest is ook voor haarzelf een beetje onduidelijk. In 2012 resideerde ze op uitnodiging van deBuren en de Stichting Biermans-Lapôtre in Parijs. Het resultaat hiervan is het kortverhaal Noachs Ark dat verscheen op hard//hoofd en www.deburen.eu. In het najaar van 2013 bezocht ze op verzoek van deBuren vier Nederlandse musea. U leest vanaf voorjaar 2014 wat ze daar beleefde! En wilt u Reniers live meemaken? Op 20 februari modereert ze de avond From Georgia. With Love? bij deBuren.