Zomer in Nederland

Datum 26 juli 2012

Sara Kee bezoekt deze zomer verschillende festivals en deelt haar ervaringen: 'Als je geen vakantie hebt, of geen geld om weg te gaan, kan je ontsnappen in de stad. Laaf je aan cultuur, laad je innerlijke reserves op en zorg dat je er tegenaan kan op al die druilerige dagen die nog komen gaan.' Lees hier haar eerste en hier haar tweede column.

Sara Kee bezoekt deze zomer verschillende festivals en deelt haar ervaringen: 'Als je geen vakantie hebt, of geen geld om weg te gaan, kan je ontsnappen in de stad. Laaf je aan cultuur, laad je innerlijke reserves op en zorg dat je er tegenaan kan op al die druilerige dagen die nog komen gaan.' Lees hier haar eerste en hier haar tweede column.Bij elke stap, als mijn schoen in de aarde drukt, duwt water zich omhoog tussen mijn tenen. Spetters drek spatten op mijn doorweekte broek. Mijn voeten zijn vanavond gerimpeld als een oud vrouwtje. Gympen zijn geen geschikt schoeisel voor dit weer, maar van tevoren al laarzen aantrekken, vind ik de goden verzoeken.Ik vraag me af wat ik hier doe. Het miezert onafgebroken, met om het uur een wolkbreuk. Over mijn torso prijkt een vuilniszak waarin voor mijn hoofd en armen gaten zijn geknipt. Een clochard in een herfstig Parijs, zo voel ik me. Ik heb zin in chocolademelk met slagroom terwijl ik opdroog naast een houtkachel. Maar dat is er niet, het is juli. In mijn hand houd ik een plastic bekertje bier, dat immer vol blijft, maar steeds minder geel kleurt. Zomer in Nederland.Voor een geslaagd festivalbezoek hoef je niet ver van huis, was de inzet van deze column. Tot nog toe waarschijnlijk weinig enthousiasmerend, maar hou in je achterhoofd dat dit alleen geldt voor een mooie zomerdag. Koop daarom nooit al weken van tevoren een kaartje voor een eendaags event. Meestal zijn dat sowieso hysterische aangelegenheden waarbij de helft van de gasten stiekem probeert te netwerken. Beter bezoek je een festival dat een week of langer duurt en ga je niet de deur uit tot de zon flink schijnt. In iedere zichzelf respecterend stad kan je zomerfestivals vinden, vaak op plekken waar je de rest van het jaar straal voorbij loopt.Een goed voorbeeld van een festival dat een stukje stad transformeert is de Parade. Met haar huisstijl circus/cabaret reist ze de Nederlandse Randstad af en brengt aangeklede shows, veel props, vuurwerk, flitsende scènes en bekende acteurs, die het gevoel geven dat als alles spontaan en ad hoc gecreëerd wordt. Wat natuurlijk niet waar is, het is tot in de puntjes georganiseerd en gerepeteerd. De Parade is een overdaad. Veel lekker eten, goed vermaak, een zweefmolen, tenten en barretjes in de meest bizarre constructies en alle kleuren van de regenboog. De garantie voor een onbezorgd dagje uit. Een beetje duur, dat moet gezegd, maar wie thuis blijft, bespaart zich de kosten van vliegtickets, hotels, campings, restaurants, duur snoep op tankstations …Vergelijkbaar met de Parade, in die zin dat het een theaterfestival is in de stad, maar van een heel ander karakter, is het Over het IJ Festival. Het vindt plaats op het NDSM-terrein, in de schaduw van de IJhallen, waar op de werf ooit grote schepen werden gebouwd. De sfeer is industrieel en wijds, het theater meer sober en ingetogen. Een paar gerenommeerde gezelschappen zijn van de partij, naast vele net afgestudeerde theatermakers. De laatsten krijgen slechts een zeecontainer ter beschikking die dient als hun podium. Ook de kassa en de centrale bar/restaurant bestaan uit opgestapelde containers. De eenvoud daarvan doet sympathiek aan en draagt het credo uit: het gaat hier om de inhoud, niet de vorm. De voorstellingen zijn merendeels gemaakt dankzij kleine subsidiepotjes en grote inspanningen van de makers. Tijdens het festival wordt er nog veel aan de voorstellingen en geschaafd en veranderd, het is kunst in ontwikkeling. Hijskranen vormen het enige decor en rond tien uur kleurt een gratis lichtspektakel de lucht rood en brengt de zonsondergang de voorstellingen tot hun slot. Daarna is er gezelligheid in café Noorderzon met bandjes en bier, tot de laatste pont de bezoekers terugbrengt naar ‘de goede kant van het IJ’.Over het IJ vergelijken met de Parade is zoiets als de betere cultfilm vs. een lekkere Hollywood blockbuster. Lees dat vooral niet als een oordeel, beide zijn op hun eigen manier een verademing, een ontsnapping uit de realiteit. In de eerste moet ik zin maken, het gaat niet helemaal vanzelf. Het theater doet een appel op ethisch oordelen en ondermijnt dagelijkse aannames, ik moet meedenken, opletten. De tweede is als een lekker toetje waar ik altijd nog wel plek voor heb. Hap-slik-weg-kunst die prachtig oogt, zuiver klinkt en goed smaakt. Dat zie je terug in het publiek. De Parade trekt in Amsterdam veelal yuppies, rijke dertigers uit Zuid. De rosé en prosecco zijn niet aan te slepen. Hoewel ik me tussen hen niet helemaal thuis voel, ben ik zeer op mijn gemak bij het personeel. Deze rondreizende karavaan wordt elk jaar bevolkt door dezelfde crew die twee maanden lang als een groep nomaden in caravans en tenten woont. Met pure passie werken door de wol geverfde kunstenaars, acteurs en studenten samen. Ze zijn er niet voor het geld, maar voor het feest en de ‘doorzak’ tent waar zij na sluitingstijd nog uren doorgaan. De sfeer die dat schept is aanstekelijk, hier wordt het leven gevierd. Op de Parade kan ik een hele dag zitten, de acteurs rennen langs om mensen naar hun show te trekken, maar ik hoef nergens heen Het zijn alleen al voelt als vakantie.

Over het IJ trekt een serieuzere bezoekers. Mensen die anderhalf uur naar een monoloog kunnen luisteren, zittend op een houten bank (in geval van regen met een poncho aan). Ze zijn er voor de kunst, niet enkel voor de alcohol. Over het IJ rekent op de magie van een voorstelling die je aanraakt. Die je uit de tijd trekt, ver weg van hier en waarna de wereld niet meer dezelfde is. Hoe kan je een dag, een avond, een uur, beter besteden? Als je geen vakantie hebt, of geen geld om weg te gaan, kan je ontsnappen in de stad. Laaf je aan cultuur, laad je innerlijke reserves op en zorg dat je er tegenaan kan op al die druilerige dagen die nog komen gaan.Sara Kee (1984) is schrijfster en filosofe. Ze schreef voor De Groene Amsterdammer, maakte de documentaire Wavumba - zij die naar vis ruiken en reisde de hele wereld rond. Haar eerste bundel reisverhalen verscheen onder de titel Reis! Alleen over de wereld (2012). Lees verder op www.sarakee.nl! Deze columns verschijnen in samenwerking met hard//hoofd.